Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 15/6 blz. 5-7
  • Uw gestorven geliefden — Zult u hen terugzien?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Uw gestorven geliefden — Zult u hen terugzien?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wie worden tot hemels leven opgewekt?
  • Een opstanding tot leven op aarde
  • Opstanding van velen
  • Wat gebeurt er met onze gestorven geliefden?
    Kennis die tot eeuwig leven leidt
  • Een nieuw leven voor onze voorouders
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Wanneer de doden weer zullen leven!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
  • Opstanding
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 15/6 blz. 5-7

Uw gestorven geliefden — Zult u hen terugzien?

JOHN was nog maar negen toen zijn moeder stierf. Later vertelde hij wat er in de rouwkamer gebeurde: „Ik had een tekening voor haar gemaakt en er een zinnetje op geschreven waarin ik haar vroeg in de hemel op ons allemaal te wachten. Ik gaf het aan Pappa om het bij haar in de doodkist te leggen, en het geeft me een prettig gevoel te denken dat zij, ook al was zij dood, die laatste boodschap van mij heeft ontvangen.” — How It Feels When a Parent Dies, door Jill Krementz.

Ongetwijfeld hield John heel veel van zijn moeder. Na haar goede eigenschappen te hebben beschreven, zei hij: „Misschien komt het gewoon doordat ik me de negatieve dingen niet wil herinneren, maar ik kan niets bedenken wat slecht aan haar was. Zij was de aardigste vrouw die ik in mijn hele leven heb gekend.”

Velen hebben, net als John, dierbare herinneringen aan hun gestorven geliefden en geven toe dat zij de emotionele behoefte voelen hen terug te zien. Edith, die haar 26-jarige zoon aan kanker verloor, zei: „Ik heb er behoefte aan te geloven dat mijn zoon nog ergens is, al weet ik niet waar. Zal ik hem nog terugzien? Ik weet het niet, maar ik hoop het.”

De liefdevolle Schepper van de mens staat beslist niet gevoelloos tegenover dit normale menselijke verlangen. Daarom heeft hij beloofd dat de tijd zal komen waarin miljoenen met hun gestorven geliefden herenigd zullen worden. Gods Woord bevat talloze verwijzingen naar deze belofte betreffende een toekomstige opstanding van de doden. — Jesaja 26:19; Daniël 12:2, 13; Hosea 13:14; Johannes 5:28, 29; Openbaring 20:12, 13.

Wie worden tot hemels leven opgewekt?

Laten wij eens nadenken over de hoop die John heeft dat zijn geliefde moeder in de hemel op hem wacht. Veel kerkgangers hebben deze hoop of overtuiging. In een poging een dergelijke zienswijze te staven, passen geestelijken en sommige maatschappelijk werkers teksten uit de bijbel verkeerd toe.

Dr. Elisabeth Kübler-Ross, een deskundige op het terrein van hulpverlening aan nabestaanden, zei bijvoorbeeld in haar boek Kinderen en de dood: „Sterven betekent alleen dat we ons lichaam afleggen zoals we een oude afgedragen jas wegdoen of van de ene kamer in de andere stappen. In Prediker 12:7 lezen we: ’Dan keert het stof weder tot de aarde, zoals het geweest is; en de geest keert weder tot God, die hem geschonken heeft.’ Jezus zei: ’Ik ga heen om u een plaats te bereiden (. . .) opdat ook gij zult zijn waar Ik ben.’ En tot de misdadiger aan het kruis: ’Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.’”

Betekenen de bovenstaande teksten werkelijk dat onze gestorven geliefden nu in leven zijn en in de hemel op ons wachten? Laten wij de teksten eens wat nauwkeuriger bekijken, te beginnen met Prediker 12:7. Klaarblijkelijk was het niet de bedoeling van de wijze man die deze woorden schreef om datgene tegen te spreken wat hij in hetzelfde bijbelboek al had verklaard: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). Hij sprak over de dood van de mensheid in het algemeen. Is het redelijk te geloven dat alle verstokte atheïsten en gewetenloze misdadigers bij hun dood tot God terugkeren? Beslist niet. In feite kan dat van niemand van ons worden gezegd, of wij onszelf nu goed of slecht vinden. Aangezien niemand van ons bij God in de hemel is geweest, hoe kan er dan worden gezegd dat wij tot hem terugkeren?

Wat bedoelde de bijbelschrijver dan toen hij zei dat bij de dood ’de geest tot de ware God terugkeert’? Toen hij het Hebreeuwse woord gebruikte dat met „geest” is vertaald, doelde hij niet op iets unieks dat de ene mens van de andere onderscheidt. Integendeel, in Prediker 3:19 legt dezelfde geïnspireerde bijbelschrijver uit dat mensen en dieren ’allen slechts één geest hebben’. Klaarblijkelijk bedoelde hij dat de „geest” de levenskracht in de cellen is waaruit het fysieke lichaam van mens en dier bestaat. Wij hebben die levenskracht niet rechtstreeks van God ontvangen. Ze werd door onze menselijke ouders aan ons doorgegeven toen wij werden verwekt en later werden geboren. Bovendien reist deze geest na de dood niet letterlijk door de ruimte om tot God terug te keren. De uitdrukking ’de geest keert tot de ware God terug’ is een vorm van beeldspraak waarmee wordt bedoeld dat de toekomstige levensvooruitzichten van een overleden persoon nu bij God berusten. Het is aan hem om te beslissen wie hij zal gedenken en uiteindelijk zal opwekken. Kijk voor uzelf eens hoe duidelijk de bijbel dit in Psalm 104:29, 30 laat zien.

Het is het voornemen van Jehovah God dat een beperkt aantal getrouwe volgelingen van Christus, in totaal slechts 144.000, als geestenzonen van God tot hemels leven zullen worden opgewekt (Openbaring 14:1, 3). Zij vormen met Christus een hemelse regering tot zegen van de mensheid op aarde.

De eersten die hier iets over vernamen, waren Jezus’ getrouwe apostelen, tot wie hij zei: „In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Anders zou ik het u hebben gezegd, want ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En wanneer ik heenga en een plaats voor u bereid, kom ik terug en zal u thuis bij mij ontvangen, opdat ook gij moogt zijn waar ik ben” (Johannes 14:2, 3). Die apostelen en andere vroege christenen stierven en moesten in een toestand van onbewustzijn in de dood wachten totdat Jezus zou komen om hen met een hemelse opstanding te belonen. Daarom lezen wij dat de eerste christelijke martelaar, Stefanus, „ontsliep”. — Handelingen 7:60; 1 Thessalonicenzen 4:13.

Een opstanding tot leven op aarde

Maar wat valt er te zeggen over Jezus’ belofte aan de misdadiger die naast hem stierf? Net als veel joden in die tijd geloofde deze man dat God een Messias zou zenden die een koninkrijk zou oprichten en voor de joodse natie op aarde vrede en zekerheid zou herstellen. (Vergelijk 1 Koningen 4:20-25 met Lukas 19:11; 24:21 en Handelingen 1:6.) Bovendien maakte de boosdoener kenbaar dat hij geloofde dat Jezus Degene was die door God was uitgekozen om de Koning te zijn. Toch leek dit op dat moment onwaarschijnlijk door Jezus’ naderende dood als een vervloekt man. Daarom stelde Jezus de misdadiger gerust door Zijn belofte in te leiden met de woorden: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:42, 43.

Bijbelvertalingen waarin vóór het woord „heden” een komma of dubbele punt staat, leveren een probleem op voor mensen die Jezus’ woorden willen begrijpen. Jezus ging niet op diezelfde dag naar een paradijs. In plaats daarvan bevond hij zich drie dagen lang, totdat God hem opwekte, in een toestand van onbewustzijn in de dood. Zelfs na Jezus’ opstanding en hemelvaart moest hij aan de rechterhand van zijn Vader wachten totdat voor hem de tijd zou komen om als Koning over de mensheid te regeren (Hebreeën 10:12, 13). Binnenkort zal Jezus’ Koninkrijksregering de mensheid verlichting brengen en de hele aarde in een paradijs veranderen (Lukas 21:10, 11, 25-31). Dan zal hij zijn belofte aan die misdadiger inlossen door hem tot leven op aarde op te wekken. En Jezus zal met de man zijn in die zin dat Hij de man zal helpen bij alles wat hij nodig heeft en ook bij wat hij zal moeten doen om zijn levenswijze in overeenstemming te brengen met Gods rechtvaardige wetten.

Opstanding van velen

De meeste mensen zullen, net zoals die berouwvolle misdadiger, een opstanding hier op aarde ontvangen. Dit is in overeenstemming met het voornemen dat God had toen hij de mens schiep. De eerste man en vrouw werden in een paradijstuin geplaatst en hun werd gezegd de aarde te onderwerpen. Als zij gehoorzaam aan God waren gebleven, zouden zij nooit oud geworden en gestorven zijn. Op Gods bestemde tijd zouden Adam en zijn volmaakte nakomelingen de hele aarde hebben onderworpen en tot een wereldomvattend paradijs hebben gemaakt. — Genesis 1:28; 2:8, 9.

Maar doordat Adam en Eva moedwillig zondigden, brachten zij de dood over zichzelf en hun toekomstige nageslacht (Genesis 2:16, 17; 3:17-19). Daarom verklaart de bijbel dat „door één mens [Adam] de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle mensen heeft uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden”. — Romeinen 5:12.

Er is maar één mens geweest die vrij van overgeërfde zonde is geboren. Dat was de volmaakte Zoon van God, Jezus Christus, wiens leven vanuit de hemel naar de schoot van een joodse maagd, Maria, werd overgebracht. Jezus bleef zondeloos en verdiende het niet ter dood te worden gebracht. Daarom heeft zijn dood verlossende waarde ten behoeve van „de zonde der wereld” (Johannes 1:29; Mattheüs 20:28). Dat is de reden waarom Jezus kon zeggen: „Ik ben de opstanding en het leven. Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen.” — Johannes 11:25.

U kunt dus inderdaad het vooruitzicht hebben met uw gestorven geliefden te worden herenigd, maar dit vereist dat u geloof oefent in Jezus als uw Loskoper en hem als Gods aangestelde Koning gehoorzaamt. Binnenkort zal Gods koninkrijk alle slechtheid van deze aarde wegvagen. Alle mensen die zich aan de heerschappij ervan weigeren te onderwerpen, zullen worden vernietigd. Maar onderdanen van Gods koninkrijk zullen in leven blijven, en zij zullen ijverig aan het werk gaan om deze aarde in een paradijs te veranderen. — Psalm 37:10, 11; Openbaring 21:3-5.

Dan zal de opwindende tijd aanbreken dat de opstanding een aanvang zal nemen. Zult u er zijn om de doden te verwelkomen? Dat hangt helemaal af van wat u nu doet. Schitterende zegeningen wachten allen die zich nu onderwerpen aan de heerschappij van Jehovah’s koninkrijk in handen van zijn Zoon, Jezus Christus.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen