Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1988 | 15 mei
    • In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Anders zou ik het u hebben gezegd, want ik ga heen om een plaats voor u te bereiden.

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1988 | 15 mei
    • Wat voor „woningen” moesten er voor de apostelen bereid worden? Sommige bijbelvertalers hebben Johannes 14:2 weergegeven op een wijze als zou Jezus te kennen hebben gegeven dat de apostelen op weg naar de hemel „rustplaatsen” nodig hadden of in de hemel verscheidene vertrekken zouden aantreffen. Toch zegt W. E. Vine over het hierbij betrokken Griekse woord: „Niets in het woord duidt op afzonderlijke afdelingen in de Hemel; ook doet het woord niet denken aan tijdelijke rustplaatsen op weg daarheen.” Het woord betekent eenvoudig een plaats waar men kan vertoeven of wonen. Jezus beloofde dus woningen in de geestelijke hemelen waarheen hij ging om bij zijn Vader te zijn. — Efeziërs 1:20; 1 Petrus 1:4; 3:21, 22.

      Maar hoe zou Jezus zulke woningen voor zijn loyale volgelingen bereiden? Toen Jezus een offerandelijke dood was gestorven, ging hij naar de hemel om de waarde van zijn levensbloed aan God aan te bieden. Dit zou allereerst tot voordeel strekken van degenen die geroepen zouden worden om medeërfgenamen van hemels leven te zijn. De apostel Paulus schreef: „Christus is niet binnengegaan in een met handen gemaakte heilige plaats, een kopie van de werkelijkheid, maar in de hemel zelf, om nu ten behoeve van ons voor de persoon van God te verschijnen” (Hebreeën 9:12, 24-28; Romeinen 6:5; 8:17). Toen Jezus de apostelen dus zei dat hij heenging om ’een plaats voor hen te bereiden’, zal hij beslist in gedachten gehad hebben dat hij „ten behoeve van [hen] voor de persoon van God [zou] verschijnen”. Pas nadat hij dat had gedaan, konden zij of anderen hem naar de hemel volgen. — Filippenzen 3:20, 21.

      Moest Jezus nog meer doen om een plaats voor hen te bereiden? Na verloop van tijd zou hij koninklijke macht aanvaarden en oorlog voeren tegen Satan, die hij met zijn demonen uit de hemel zou werpen (Openbaring 12:7-9). Dit zou gebeuren voordat de geestelijke opstanding van de apostelen en andere gezalfden die in de dood sliepen, zou plaatsvinden (1 Thessalonicenzen 4:14-17). Of Jezus’ opmerking over ’een plaats bereiden’ voor zijn volgelingen, ook het uit de hemel werpen van Satan omvatte, kunnen wij niet zeggen.

      Bovendien weten wij niet of Jezus nog meer toewijzingen had in verband met zijn taak om voor gezalfde christenen een plaats in de hemel te bereiden. Maar in ieder geval kunnen wij er zeker van zijn dat Jezus de weg voor zijn gezalfde volgelingen heeft bereid door God de waarde van zijn „kostbare bloed” aan te bieden (1 Petrus 1:19). Op basis van dat bloed werd het nieuwe verbond tussen Jehovah God en de met de geest gezalfde christenen gesloten.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen