Een nieuwe dimensie van goddelijke wijsheid
„HIEROP zei God tot Mozes: ’IK ZAL BEWIJZEN TE ZIJN WAT IK ZAL BEWIJZEN TE ZIJN.’ En hij voegde eraan toe: ’Dit dient gij tot de zonen van Israël te zeggen: „IK ZAL BEWIJZEN TE ZIJN heeft mij tot u gezonden”’” (Exodus 3:14). Jehovah legde Mozes uit dat voordien zelfs Zijn dienstknechten de volledige betekenis van Zijn naam niet begrepen. Hij is de God die een voornemen heeft en zijn wil altijd volbrengt. Indien de omstandigheden dit vereisen, kan hij wijzigingen aanbrengen in zijn methode om zijn voornemen te verwezenlijken. Hij beschikt over die wijsheid!
Satan zelf begreep niet wat Gods naam inhield. Waarschijnlijk was hij wel op de hoogte van de boom des levens in de tuin van Eden. Indien hij Adam en Eva ernaar toe had geleid, zou dat Jehovah schijnbaar voor een moeilijk dilemma geplaatst hebben: zich aan zijn woord houden dat zonde hun dood zou betekenen of zich aan zijn woord houden met betrekking tot de boom des levens (Genesis 2:9; 3:1-6). Hoe dan ook, Satan stond een teleurstelling te wachten.
God begon nu van een wijsheid blijk te geven die zijn geestelijke zonen niet hadden voorzien en die hun voordien niet geopenbaard was. (Vergelijk Efeziërs 3:10.) Hij leidde een reeks uitspraken en gebeurtenissen in waardoor in de loop van een lange tijdsperiode een schitterende manifestatie zou worden gegeven van zijn grote wijsheid en zijn vermogen om zijn eeuwige voornemen te verwezenlijken, namelijk de aarde gevuld te hebben met gelukkige, loyale mensen die voor eeuwig in het Paradijs kunnen leven (Genesis 1:27, 28). Telkens weer zou God Satans pogingen om een spaak in het wiel te steken, doorkruisen.
Het heilige geheim ontvouwt zich
Onmiddellijk na de eerste opstand ging God tot handelen over. Hij ondernam gerechtelijke stappen tegen het schuldige paar en handhaafde de door hem uitgevaardigde doodstraf op ongehoorzaamheid. En hoe stond het met Adam en Eva wat betreft het eten van de boom des levens? „Verder zei Jehovah God: ’Zie, de mens is als een van ons geworden wat het kennen van goed en kwaad betreft, en nu, opdat hij niet zijn hand uitsteekt en werkelijk ook van de vrucht van de boom des levens neemt en eet en leeft tot onbepaalde tijd — ’ Daarop zette Jehovah God hem uit de tuin van Eden.” — Genesis 3:17-23.
Op dit tijdstip nam God ook de rol van Evangelieprediker, of Verkondiger van goed nieuws, op zich. Hij sprak de eerste profetie uit: „Nu zei Jehovah God tot de slang: . . . ’Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen’” (Genesis 3:14, 15). Eeuwen later verklaarde de apostel Paulus: „Want de [menselijke] schepping werd aan ijdelheid onderworpen, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen, op basis van hoop.” — Romeinen 8:20.
Ja, de mens zou daarna hopeloos vastgeketend zijn aan de van Adam geërfde dood, maar God maakte zijn voornemen bekend Adams gehoorzame nakomelingen te verlossen. Maar wat was de „basis van hoop”? Hoe kon hij mensen bevrijden en toch nog vasthouden aan zijn straf op de zonde, namelijk de dood? Het antwoord op deze vraag lag in Gods verborgen wijsheid besloten; het hield nauw verband met „het heilige geheim, dat voor de voorbijgegane samenstelsels van dingen en voor de voorbijgegane geslachten verborgen was” (Kolossenzen 1:26; 1 Korinthiërs 2:7, 8). Ofschoon getrouwe personen uit de oudheid het geheim niet begrepen, koesterden zij wel de hoop dat God hen op de een of andere wijze zou bevrijden. Ja, zelfs de engelen verlangden er vurig naar te vernemen hoe Jehovah zijn voornemen zou verwezenlijken! (1 Petrus 1:10-12) Begrijpt u dit heilige geheim?
Verlost door losprijs
In de loop der eeuwen heeft Jehovah geleidelijk steeds meer inlichtingen aan zijn oorspronkelijke belofte toegevoegd. Aan de getrouwe Abraham beloofde hij een zaad door bemiddeling waarvan alle gehoorzame mensen gezegend zouden worden (Genesis 22:15-18). Via Jakob openbaarde hij dat het zaad een koning uit de stam Juda zou zijn (Genesis 49:10). Tegen deze tijd geloofden godvruchtige mensen in een opstanding uit de doden, hoewel zij niet volledig konden begrijpen hoe dit in zijn werk zou gaan (Job 14:14, 15; Hebreeën 11:19). Ten slotte beloofde God aan David dat de toekomstige Koning, of Messías, een nakomeling van David zou zijn en tot onbepaalde tijd zou regeren. — 2 Samuël 7:16.
Alle profeten lichtten telkens een tip van de sluier op met betrekking tot het heilige geheim, doch mensen konden het volledige beeld niet zien. Ten slotte kwam de tijd waarop de Messías verscheen en toen werd deze rijkgevarieerde wijsheid van God ten langen leste veel duidelijker. Het heilige geheim draaide om Jezus Christus en de voorziening van zijn volmaakte menselijke leven als een overeenkomstige losprijs voor de mensheid. Op basis hiervan zou de rest van het glorierijke voornemen dat Jehovah door middel van het Koninkrijk zou verwezenlijken, zich stap voor stap ontvouwen. Begrijpt u het loskoopoffer?
In Romeinen hoofdstuk 5 en 6 geeft Paulus er een voortreffelijke uiteenzetting van. In Romeinen 5:12 verklaart hij onze erfenis van zonde en dood. Hij maakt verder duidelijk hoe het gevolg van slechts één door de volmaakte Adam begane zonde en het hieruit voortgevloeide verlies van leven voor zijn nakomelingen, vereffend kon worden door een ander volmaakt leven. Dit bleek het leven te zijn van de „mens Jezus Christus” (5 vers 15-21; zie ook 1 Timótheüs 2:5, 6). Waarom kon Jezus dit loskoopoffer verschaffen? Als de Zoon van God was Jezus „loyaal, schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars” (Hebreeën 7:26; Lukas 1:32, 33). Wij hoeven geen pogingen in het werk te stellen de bijzonderheden te verklaren van de erfelijke factoren die bij de geboorte van Jezus als mens een rol speelden. De engel Gabriël verzekerde Jezus’ moeder, Maria, en ook ons ervan dat bij God niets onmogelijk is (Lukas 1:37). Daarom was Jezus, hoewel hij uit een vrouwelijke nakomeling van Adam geboren werd, de Zoon van God — werkelijk een volmaakte man. Zijn bloed, of leven, was veel meer waard dan het bloed van ontelbare dieren die door de Aäronische priesters van Israël in de tempel te Jeruzalem geofferd waren. Hij was „het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt”. — Johannes 1:29; 3:16.
Kon God deze regeling door bemiddeling van Jezus treffen en toch nog rechtvaardig zijn? Indien God zijn Zoon op de derde dag tot leven opwekte, wat gebeurde er dan met het loskoopoffer? Paulus verzekert ons dat God werkelijk rechtvaardig is. Laten wij zijn redenatie volgen: „Maar door zijn barmhartigheid worden zij om niet [aangezien het een vrije gave is] rechtvaardig gemaakt, door de bevrijding die door bemiddeling van Christus Jezus verkregen wordt. Want God heeft hem in het openbaar als zoenoffer laten sterven opdat men er door geloof voordeel van kan trekken. Dit geschiedde om zijn eigen gerechtigheid te rechtvaardigen (want in zijn verdraagzaamheid is God aan de vroegere zonden der mensen voorbijgegaan) — ten einde in de tegenwoordige tijd zijn gerechtigheid te rechtvaardigen en te tonen dat hij zelf rechtvaardig is en degenen die in Jezus geloven, eveneens rechtvaardig maakt” (Romeinen 3:24-26, An American Translation). Wat betekent dit nu? Eenvoudig dat Jezus als een volmaakte man van vlees en bloed werkelijk als mens gestorven is en als mens eeuwig dood blijft. Hij stierf „eens voor altijd . . . toen hij zichzelf ten offer bracht” (Hebreeën 7:27). Het loskoopoffer heeft dus rechtsgeldigheid. Jezus is in het vlees gestorven en op de derde dag werd hij „levend gemaakt in de geest”. — 1 Petrus 3:18.
Het nieuwe verbond en de nieuwe schepping
Nu begrijpen wij hoe het heilige geheim tot een glorierijk hoogtepunt wordt gebracht. Dat Jezus tot in de dood getrouw bleef, doet hem ervoor in aanmerking komen Jehovah’s Hogepriester en Koning te zijn. Door zijn vergoten bloed bekrachtigt hij een nieuw verbond. Dit nieuwe verbond zal hemelse deelgenoten van Jezus voortbrengen die met hem als koningen en priesters zullen regeren (Openbaring 5:9, 10; 20:4, 6). Zij vormen een nieuwe natie, „een nieuwe schepping”, en dat is heel beslist iets geweldigs! — Galaten 6:15, 16.
Beschouw het volgende eens: God kiest door bemiddeling van Christus Jezus een vertegenwoordigende groep mensen uit de mensheid, zowel mannen als vrouwen. Hij kan hen wettelijk rechtvaardig verklaren en hen tot geestelijk zoonschap roepen. Nadat zij gestorven zijn, wekt God hen op zijn bestemde tijd tot hemels leven op en schenkt hun onsterfelijkheid, een beloning die hij ook aan Jezus heeft geschonken (1 Petrus 1:3, 4). Wat een groot vertrouwen heeft hij in de leden van zijn „nieuwe schepping” en in hun loyaliteit jegens hem! Wat een voortreffelijk antwoord geven zij aan degene die hen valselijk heeft beschuldigd bij Jehovah! (Openbaring 12:10) Alhoewel zij net als Jezus Christus onsterfelijk zijn, zullen zij nooit deloyaal zijn jegens Jehovah. Maar dat is nog niet alles.
De Paradijsaarde
Christus Jezus zal er samen met zijn hemelse medekoningen en -priesters op toezien dat Jehovah’s voornemen voor de mens en de aarde gedurende zijn duizendjarige regering volledig verwezenlijkt zal worden. Door de voordelen van het loskoopoffer aan te wenden, zal Jezus de doden opwekken en de getrouwen onder hen en de overlevenden van het einde van dit goddeloze stelsel, tot menselijke volmaaktheid brengen. Terzelfder tijd zal de aarde tot een paradijs worden gemaakt. Allen die dan Satans laatste poging om hen te verderven, afwijzen, zal eeuwig volmaakt menselijk leven geschonken worden. Satan en zijn hele goddeloze menigte zullen voor eeuwig vernietigd worden. In de gehele schepping zal ter volledige rechtvaardiging van Jehovah’s soevereiniteit en zijn liefdevolle heerschappij vrede en eenheid heersen. Zowel engelen als mensen zullen van loyale liefde voor hun Schepper en God blijk hebben gegeven. — Openbaring hfdst. 20.
Nu kunnen wij het heilige geheim beter begrijpen. Nu zien wij Jehovah’s wijsheid, die zelfs zijn scheppingsontwerpen in de planten- en dierenwereld overtreft. Wij hebben goede reden om uit te roepen: „O de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen . . . Want uit hem en door hem en voor hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.” — Romeinen 11:33-36.
[Illustratie op blz. 7]
Het gevolg van één door de volmaakte Adam begane zonde en het verlies van zijn leven kon vereffend worden. Hoe? Door een ander volmaakt leven, namelijk dat van Jezus