Een uitwisseling van aanmoediging voor iedereen
1. Welke speciale gelegenheden biedt het bezoek van een reizend opziener?
1 De apostel Paulus schreef aan de gemeente in Rome: „Ik verlang ernaar u te zien om u enige geestelijke gave te kunnen meedelen en u daardoor standvastig te maken; of liever, opdat er onder u een uitwisseling van aanmoediging mag zijn, doordat een ieder wordt aangemoedigd door middel van het geloof van de ander, zowel het uwe als het mijne” (Rom. 1:11, 12). De bezoeken van reizende opzieners in deze tijd bieden ook zulke gelegenheden voor een uitwisseling van aanmoediging.
2. Waarom wordt het bezoek van de kringopziener van tevoren aangekondigd?
2 De gemeente: Het bezoek van de kringopziener wordt meestal zo’n drie maanden van tevoren in de gemeente aangekondigd. Hierdoor hebben we tijd genoeg om ons schema aan te passen zodat we er maximaal profijt van kunnen trekken (Ef. 5:15, 16). Als je werelds werk doet, kun je misschien in die week vrij vragen om in de velddienst te gaan. Sommigen treffen regelingen om in de maand van het bezoek in de hulppioniersdienst te gaan. Mocht je die week gepland hebben om weg te gaan, kun je dat dan veranderen zodat je er toch bent?
3. Wat kunnen we zelf tijdens het bezoek doen om aanmoediging te krijgen?
3 De kringopziener bezoekt de gemeente met het doel persoonlijke aanmoediging en opleiding in de velddienst te geven. Kun je vragen of je met hem of, als hij getrouwd is, met zijn vrouw mag samenwerken? De kringopziener werkt graag met verschillende verkondigers samen, ook met degenen die misschien minder ervaren of nog niet zo bekwaam zijn in de dienst. Iedereen kan iets leren van zijn presentaties en kan de vriendelijke suggesties toepassen die hij misschien geeft (1 Kor. 4:16, 17). Je kunt nog meer aanmoedigende omgang met hem hebben door hem uit te nodigen voor een maaltijd (Hebr. 13:2). Luister ook goed naar zijn lezingen, want ze zijn aan de behoeften van de gemeente aangepast.
4. Hoe zouden we onze kringopziener kunnen aanmoedigen?
4 De kringopziener: De apostel Paulus was niet anders dan de broeders en zusters die hij diende. Ook hij had moeilijkheden en zorgen, en ook hij had aanmoediging nodig (2 Kor. 11:26-28). Toen de gemeente in Rome vernam dat Paulus, die op dat moment een gevangene was, daarnaartoe kwam, reisden sommigen hem tegemoet naar de Marktplaats van Appius — een afstand van 74 kilometer! „Toen Paulus hen zag, dankte hij God en schepte moed” (Hand. 28:15). Ook jij kunt je kringopziener aanmoedigen. Geef hem „dubbele eer” door zijn bezoek enthousiast te ondersteunen (1 Tim. 5:17). Toon dat je echt waardeert wat hij allemaal voor je doet, en zeg hem dat ook. Het zal hem en zijn vrouw blij maken je geloof, liefde en volharding te zien. — 2 Thess. 1:3, 4.
5. Waarom hebben we in deze tijd allemaal aanmoediging nodig?
5 Wie van ons heeft geen aanmoediging nodig in deze ’kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen’? (2 Tim. 3:1) Neem je nu voor om een volledig aandeel te hebben aan de speciale week van activiteit met de kringopziener. Wij allemaal — reizende opzieners en verkondigers — kunnen meewerken aan een vreugdevolle uitwisseling van aanmoediging. Bovendien zullen we zo ’elkaar blijven vertroosten en opbouwen’. — 1 Thess. 5:11.