-
Waarom het Avondmaal des Heren voor u van belang isDe Wachttoren 1993 | 15 maart
-
-
Want zo dikwijls als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren verkondigen, totdat hij gekomen is.” — 1 Korinthiërs 11:23-26.
-
-
Waarom het Avondmaal des Heren voor u van belang isDe Wachttoren 1993 | 15 maart
-
-
Hoe vaak vieren?
Wat wordt er bedoeld met Paulus’ woorden: „Zo dikwijls als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren verkondigen, totdat hij gekomen is”? Getrouwe gezalfde christenen zouden totdat zij stierven — om later tot hemels leven te worden opgewekt — „dikwijls” van de Gedachtenissymbolen gebruiken. Aldus zouden zij ten overstaan van God en de wereld dikwijls hun geloof in Jehovah’s voorziening van Jezus’ loskoopoffer verkondigen. Hoe lang? „Totdat hij gekomen is”, zei Paulus, en kennelijk bedoelde hij dat deze vieringen zouden blijven plaatsvinden totdat Jezus zou komen om zijn gezalfde volgelingen tijdens zijn „tegenwoordigheid” door middel van een opstanding in de hemel te ontvangen (1 Thessalonicenzen 4:14-17). Dit is in overeenstemming met Christus’ woorden tot de elf loyale apostelen: „Wanneer ik heenga en een plaats voor u bereid, kom ik terug en zal u thuis bij mij ontvangen, opdat ook gij moogt zijn waar ik ben.” — Johannes 14:3.
Dient Christus’ dood dagelijks of misschien wekelijks herdacht te worden? Welnu, het was tijdens het Pascha, waarmee Israëls bevrijding uit Egyptische slavernij werd herdacht, dat Jezus het Avondmaal des Heren instelde en dat hij werd gedood. Hij wordt zelfs „Christus, ons Pascha,” genoemd omdat hij het Lam is dat voor christenen werd geofferd (1 Korinthiërs 5:7). Het Pascha werd slechts eenmaal per jaar gevierd, op 14 Nisan (Exodus 12:6, 14; Leviticus 23:5). Dit duidt erop dat Jezus’ dood slechts zo vaak herdacht dient te worden als het Pascha werd gevierd — jaarlijks, niet dagelijks of wekelijks.
Verscheidene eeuwen lang herdachten vele belijdende christenen Jezus’ dood eenmaal per jaar. Omdat zij dit op 14 Nisan deden, werden zij Quartodecimanen genoemd, wat „veertienders” betekent. Over hen schreef de historicus J. L. von Mosheim: „De christenen van Klein-Azië waren gewoon dit heilige feest, waardoor de instelling van het Avondmaal des Heren en de dood van Jezus Christus werden herdacht, op dezelfde tijd te vieren als de joden hun Paschalam aten, namelijk op de avond van de veertiende dag van de eerste maand [Nisan]. . . . Zij waren van mening dat het voorbeeld van Christus kracht van wet bezat.”
-