Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De zorg voor familieleden — Hoe ver moet die gaan?
    De Wachttoren 1987 | 15 juni
    • De bijbel legt vooral de nadruk op de verplichtingen die ouders ten aanzien van hun kinderen hebben. De apostel Paulus schreef in verband met de hulp die een gemeente hem zou kunnen bieden: „Want de kinderen behoren niet voor hun ouders te sparen, maar de ouders voor hun kinderen” (2 Korinthiërs 12:14). H. B. Clark, een beroemd rechtsgeleerde, zei het volgende: „Op een vader rust de natuurlijke en morele verplichting om zijn kind te onderhouden.” De verantwoordelijkheid om kostwinner te zijn, rust in de eerste plaats op de vader, als het door God aangestelde hoofd van de gezinseenheid. Dikwijls staat de echtgenote hem bij door het huishouden doeltreffend te besturen, haar uitgaven met beleid te doen en zelfs buitenshuis te werken indien de omstandigheden dit vereisen. — Vergelijk Spreuken 31:10-31.

      Merk echter op dat ouders worden aangemoedigd om meer te doen dan alleen maar geld verdienen. Zij worden aangespoord om wat van hun verdiensten „te sparen” ten behoeve van hun kinderen. Ouders die deze wijze raad opvolgen, zijn dikwijls nog in staat hun kinderen te helpen wanneer deze volwassen zijn en niet meer thuis wonen. Dit is vooral passend wanneer kinderen als christelijke bedienaren in de volle-tijddienst staan en af en toe financiële ondersteuning nodig hebben om in die dienst te kunnen blijven.

  • De zorg voor familieleden — Hoe ver moet die gaan?
    De Wachttoren 1987 | 15 juni
    • Ouders moeten echter niet de conclusie trekken dat zij hun middelen mogen verkwisten in de mening dat zij op elk moment aanspraak kunnen maken op de materiële steun van hun kinderen. Evenmin wil het zeggen dat zij op onredelijke wijze de aandacht mogen opeisen van hun nakomelingen, die dikwijls zelf een gezin hebben waarvoor zij in de eerste plaats verplicht zijn te zorgen. Deze zienswijze stemt overeen met Paulus’ woorden: „Kinderen behoren niet voor hun ouders te sparen, maar de ouders voor hun kinderen.” — 2 Korinthiërs 12:14.

      Wanneer alles normaal verloopt, zijn de ouders wellicht in staat voor zichzelf een huis, bezittingen en een bron van inkomsten (waartoe ook een bedrijfs- of overheidspensioen behoort) te verwerven, waardoor zij op hun oude dag van een bestaan verzekerd zijn. „Geld [is] tot bescherming”, en door met beleid voor zichzelf te „sparen”, kunnen ouders dikwijls voorkomen dat zij in hun latere leven hun kinderen een zware financiële of emotionele last moeten opleggen. — Prediker 7:12.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen