Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w92 15/5 blz. 21-23
  • „Doet de volledige wapenrusting van God aan”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Doet de volledige wapenrusting van God aan”
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De wapenrusting
  • Blijft bidden, staat pal
  • „Doet de volledige wapenrusting van God aan”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • Doe nu de volledige wapenrusting aan!
    Onze Koninkrijksdienst 1980
  • Hoe beschermt Jehovah je?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
  • Hoe kunnen we de demonen weerstaan?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
w92 15/5 blz. 21-23

„Doet de volledige wapenrusting van God aan”

CHRISTENEN die een wapenrusting dragen? Waarom zouden zij zo’n militaire uitrusting moeten opnemen? Zijn zij geen vredelievende mensen? (2 Timotheüs 2:24) Ja, dat zijn zij inderdaad. Maar toch zijn alle ware christenen in een strijd gewikkeld — een strijd waarin zij niet vechten om te doden, maar om te overwinnen.

Als Satan niet in opstand was gekomen, was zo’n strijd nooit nodig geweest. Maar hij kwam wel in opstand, en hij verleidde Adam en Eva ertoe zich bij hem in zijn opstand aan te sluiten. Sindsdien ligt het wereldstelsel dat zich heeft ontwikkeld, in de macht van „de goddeloze”, Satan de Duivel (1 Johannes 5:19). Zij die zich aan de rechtmatige Soeverein, Jehovah, onderwerpen, moeten weerstand bieden aan de invloed van de wereld en haar heerser. Zij moeten vechten voor hun geestelijk leven. Om deze reden worden christenen aangespoord: „Doet de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de kuiperijen van de Duivel.” — Efeziërs 6:11.

De wapenrusting

Merk op dat wij „de volledige wapenrusting van God” nodig hebben, willen wij volkomen beschermd worden. Laten wij dus elk onderdeel van deze wapenrusting zoals die door de apostel Paulus is beschreven, eens bekijken en onszelf eerlijk beoordelen om vast te stellen of wij volledig toegerust zijn voor de geestelijke oorlogvoering. — Efeziërs 6:14-17.

„Staat daarom pal, uw lendenen omgord met waarheid” (Efeziërs 6:14a). In bijbelse tijden droegen soldaten een leren band die soms wel 15 centimeter breed was. Deze gordel hielp de lendenen te beschermen. Als een soldaat zijn gordel vastmaakte, duidde dat op zijn bereidheid tot de strijd over te gaan.

Wat is het dus toepasselijk dat goddelijke waarheid met de gordel van een soldaat vergeleken wordt! Dit laat duidelijk zien dat wij Gods Woord der waarheid heel dicht bij ons moeten houden, alsof wij ermee omgord zijn. Wij dienen diep na te denken over de gedachteninhoud van Gods Woord. Dit zal ons ertegen beschermen door leugens en bedrog misleid te worden. Bovendien zullen de woorden van Jehovah’s mond ons geestelijk steunen en sterken en ons helpen onze rechtschapenheid te bewaren.

„Aan hebbend het borstharnas van rechtvaardigheid” (Efeziërs 6:14b). Het borstharnas van een soldaat beschermde een vitaal orgaan van het lichaam — het hart. In onze door God geschonken geestelijke wapenrusting beschermt rechtvaardigheid dus ons hart. In de Schrift is het hart een passend symbool van wat wij van binnen zijn — onze gevoelens, gedachten en verlangens. Aangezien de bijbel tevens zegt dat het hart tot het slechte geneigd is, is het van wezenlijk belang vastberadenheid te ontwikkelen om ons aan Jehovah’s maatstaf van rechtvaardigheid te houden (Jeremia 17:9). Gehoorzaamheid aan God moet geen huichelachtig uiterlijk vertoon zijn; ze moet van binnenuit komen. Dit vereist dat wij een sterke liefde voor rechtvaardigheid en een even sterke afkeer van wetteloosheid ontwikkelen (Psalm 45:7). Op die manier zal ons hart beschermd worden.

„Uw voeten geschoeid met de toerusting van het goede nieuws van vrede” (Efeziërs 6:15). Zijn uw voeten op die manier geschoeid? Nemen ze u geregeld mee in de velddienst om het goede nieuws bekend te maken? Probeert u de kwaliteit van uw predikings- en onderwijzingswerk te verbeteren? Het is waar dat sommige gebieden betrekkelijk onontvankelijk zijn. Mensen zijn wellicht onverschillig, apathisch of vijandig. Onze prediking zou zelfs vervolging over ons kunnen brengen. Maar door vol te houden, ontwikkelen christenen volharding, een eigenschap die bescherming biedt tegen Satans aanvallen. Hoewel Paulus vervolgd werd, was hij een ijverige prediker, en wij worden aangemoedigd ’navolgers van hem te worden, zoals hij het was van Christus’. — 1 Korinthiërs 11:1.

Wanneer wij steeds druk bezig zijn in de Koninkrijksprediking wordt ons vertrouwen in het goede nieuws versterkt. Bovendien kan Jehovah’s geest daardoor via ons werkzaam zijn in de verwezenlijking van zijn wil. In feite worden wij door die activiteit medewerkers van de engelen, ja, van Jehovah God zelf! (1 Korinthiërs 3:9; Openbaring 14:6) En door ’volop te doen te hebben in het werk van de Heer’ worden wij „standvastig, onwrikbaar” (1 Korinthiërs 15:58). Wat een geweldige bescherming geeft dat!

„Neemt . . . het grote schild des geloofs op” (Efeziërs 6:16). Met een groot schild beschermde een soldaat in de oudheid zich tegen speren en pijlen. Als hij naliet zijn schild te gebruiken, kon hij ernstig gewond raken of zelfs sneuvelen. Christenen worden met zelfs nog dodelijker wapens geconfronteerd — de „brandende projectielen van de goddeloze”. Hiertoe behoren alle middelen die Satan aanwendt om ons geloof te verzwakken en ons geestelijk te doden. Ze omvatten vervolging, leugens, bedrieglijke wereldse filosofieën, materialistische verlokkingen en de verleiding zich aan immoraliteit over te geven. Om ons tegen dit alles te beschermen, hebben wij een groot schild nodig. Wij zijn niet veilig als wij ook maar een deel van ons lichaam onbeschermd laten.

Abraham en zijn vrouw Sara hadden een sterk geloof. Toen zij te oud waren geworden om kinderen te krijgen, stelden zij geloof in Gods belofte dat hun een zaad geboren zou worden. Later toonde Abraham een opmerkelijk geloof toen hij gehoor gaf aan de oproep om Isaäk, zijn enige zoon bij zijn geliefde Sara, te offeren. Jehovah hield Abrahams hand tegen en zorgde voor een vervangend offer. Maar Abraham was bereid te gehoorzamen. Waarom? Omdat hij onvoorwaardelijk geloofde dat Jehovah zijn zoon kon opwekken en de beloften die in verband met hem gedaan waren, kon nakomen. — Romeinen 4:16-21; Hebreeën 11:11, 12, 17-19.

Ook Mozes had het soort geloof dat wij nodig hebben. Hij wees de rijkdommen van Egypte van de hand en verkoos in plaats daarvan met Gods volk onderdrukt te worden. Waarom? Omdat hij geloofde dat Jehovah bestaat en dat hij de Israëlieten zou redden. Mozes’ geloof was zo sterk dat ’hij standvastig bleef als zag hij de Onzichtbare’. — Hebreeën 11:6, 24-27.

Hebben wij een vergelijkbaar geloof in Jehovah? Is onze verhouding met Jehovah zo hecht dat het bijna is alsof wij hem kunnen zien? Zijn wij bereid elk offer te brengen of elk lijden te ondergaan teneinde onze verhouding met God te behouden? Stellen wij volledig geloof in Jehovah? (Hebreeën 11:1) Zo ja, dan zullen Satans brandende projectielen niet door ons schild des geloofs heen dringen.

„Neemt . . . de helm der redding aan” (Efeziërs 6:17a). De helm van een soldaat beschermde zijn hoofd en dus zijn hersenen — het orgaan waarin de neurale coördinatie en het denkproces plaatsvinden. De christelijke hoop op redding wordt met een helm vergeleken omdat de geest erdoor wordt beschermd. De geest van een christen is nieuw gemaakt door nauwkeurige kennis, maar behoort nog steeds bij een zwak en onvolmaakt persoon (Romeinen 7:18; 12:2). Als wij toelaten dat onze geest zich voedt met het geloofvernietigende, onreine denken dat door de geest van deze wereld wordt voortgebracht, zal ons vertrouwen in redding afnemen en ten slotte wellicht verdwijnen. Als wij onze geest daarentegen voortdurend voeden met de versterkende woorden van God, zal onze hoop ons helder en duidelijk voor ogen blijven staan. Houdt u uw helm der redding stevig op?

„Het zwaard van de geest, dat is Gods woord” (Efeziërs 6:17b). Het gezegde dat de aanval de beste verdediging is, kan met recht op de christelijke oorlogvoering worden toegepast. Terwijl onze voeten, geschoeid met het goede nieuws van vrede, ons onder de ongelovigen brengen, zijn wij niet ongewapend. Gods Woord, de bijbel, werkt als een krachtig zwaard waarmee wij op religieuze leugens en misvattingen kunnen inhakken en rechtgeaarde personen kunnen helpen geestelijke vrijheid te vinden. — Johannes 8:31, 32.

Jezus toonde de kracht van dit wapen toen hij in feite in een gevecht met Satan de Duivel gewikkeld was. Toen Jezus in de wildernis verzocht werd, verdedigde hij zich tegen drie aanvallen van Satan door Gods Woord doeltreffend te gebruiken en te zeggen: „Er staat geschreven” (Mattheüs 4:1-11). Als wij dit zwaard bekwaam leren gebruiken, kunnen wij zachtmoedige mensen helpen onder Satans macht vandaan te komen. Verder gebruiken ook gemeenteouderlingen Gods Woord om de kudde te beschermen tegen personen die het geloof van de zwakkeren proberen te ondermijnen. — Handelingen 20:28-30.

Het is voor een soldaat niet gemakkelijk bekwaam te worden in het gebruik van een zwaard. Er is opleiding en langdurige, toegewijde oefening nodig om het vaardig te gebruiken. Evenzo kost het in de geestelijke oorlogvoering veel studie en geregelde oefening in de bediening om een bekwaam gebruiker van Gods Woord te worden. Laten wij in elk geval de noodzakelijke krachtsinspanningen doen om bekwame geestelijke zwaardvechters te zijn, die in staat zijn ’het woord der waarheid juist te hanteren’. — 2 Timotheüs 2:15.

Blijft bidden, staat pal

Alle onderdelen van onze geestelijke wapenrusting zijn van wezenlijk belang om onze rechtschapenheid jegens God te bewaren. Maar hoe kunnen wij deze wapenrusting aan houden? Door geregeld de bijbel te bestuderen, ons op christelijke vergaderingen voor te bereiden en daar vervolgens zorgvuldig te luisteren en er een actief aandeel aan te hebben, zullen wij geholpen worden onze wapenrusting aan te houden (2 Timotheüs 3:16; Hebreeën 10:24, 25). Geregelde en ijverige velddienst, samen met goede christelijke omgang, zal ook een hulp zijn om onze geestelijke wapenrusting voor de aanval en voor de verdediging in goede staat te houden. — Spreuken 13:20; Romeinen 15:15, 16; 1 Korinthiërs 15:33.

Het is ook belangrijk een juiste geesteshouding te ontwikkelen. Wij moeten weigeren ons te laten afleiden door de verlokkingen van de wereld. Laten wij veeleer een ’zuiver oog’ aankweken (Mattheüs 6:19-24). Ook moeten wij, in navolging van Jezus Christus, leren rechtvaardigheid lief te hebben en wetteloosheid te haten (Hebreeën 1:9). Al deze dingen helpen ons de door God geschonken geestelijke wapenrusting aan te houden.

Na elk onderdeel van de geestelijke wapenrusting besproken te hebben, besluit Paulus met de woorden: „[Blijft] met elke vorm van gebed en smeking bij elke gelegenheid in geest . . . bidden. En blijft daartoe wakker met alle standvastigheid en met smeking ten behoeve van alle heiligen” (Efeziërs 6:18). Loyale soldaten houden contact met het hoofdkwartier en volgen bevelen op. Als christelijke soldaten moeten wij voortdurend in contact blijven met onze Soeverein, Jehovah God, door bemiddeling van zijn grote „gebieder voor de nationale groepen”, Jezus Christus (Jesaja 55:4). Dit kunnen wij doen, niet door oppervlakkige gebeden maar door oprechte smeekbeden die een hechte band met Jehovah en een diepe toewijding jegens hem weerspiegelen. Door geregeld met Jehovah te communiceren, ontvangen wij elke dag kracht die ons sterkt in de strijd.

Jezus zei: „Ik heb de wereld overwonnen” (Johannes 16:33). Jehovah wil dat ook wij overwinnen. Toen de dood van de apostel Paulus naderbij kwam, kon hij zeggen: „Ik heb de voortreffelijke strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard” (2 Timotheüs 4:7). Mogen wij in staat zijn hetzelfde te zeggen over ons aandeel in de strijd. Als wij dat werkelijk willen, laten wij dan ’pal staan tegen de kuiperijen van de Duivel’ door de volledige wapenrusting van God aan te houden. — Efeziërs 6:11.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen