De menselijke aard veranderen
„DE MENS houdt zich niet alleen staande in het leven door het kwaad te bestrijden”, zei de filosoof Sir Isaiah Berlin. „Hij heeft positieve doeleinden nodig, individueel en collectief.” Hoevelen slagen er echter in zulke „positieve doeleinden” te vinden? De menselijke aard is maar al te vaak tot het negatieve en destructieve geneigd.
In Engeland bijvoorbeeld is het aantal geweldmisdrijven onlangs met 11 procent gestegen. „Het is onze taak”, aldus de Britse premier, „te trachten hier paal en perk aan te stellen, opdat de algemene beschaving kan blijven bestaan.” Maar kunnen wetten en politieke druk, hoe goedbedoeld deze ook zijn, werkelijk de neiging van mensen om het slechte te doen, veranderen? Het feit dat wetteloosheid bestaat en toeneemt ondanks wetgeving, en zelfs ondanks strikte rechtshandhaving, spreekt voor zichzelf. Er is meer nodig dan wettelijke beperkingen. De menselijke aard moet veranderen.
De bijbel beschrijft met een eerlijke en realistische kijk op het leven de slechte trekken van de mens. De apostel Paulus schreef bijvoorbeeld aan zijn medechristenen in Galatië over „immorele, smerige en onfatsoenlijke daden . . . Mensen worden vijanden en maken ruzie; zij worden jaloers, boos en . . . zijn afgunstig, bedrinken zich, hebben orgieën en doen meer van dergelijke dingen.” Volgens de hier geciteerde Today’s English Version is het „de menselijke aard” die al deze ontaarde praktijken „bewerkt”. — Galaten 5:19-21.
De wortel van het probleem
De Today’s English Version is echter een vrije vertaling en de daar gebezigde uitdrukking „wat de menselijke aard bewerkt”, is louter een parafrase van wat Paulus in werkelijkheid zei. Het door Paulus gebruikte Griekse woord, sarx, betekent „vlees”, en niet „menselijke aard”. Daarom spreken letterlijke vertalingen hier van „de werken van het vlees” teneinde Paulus’ woorden nauwkeurig in onze hedendaagse taal weer te geven.a
Het bijbelse verslag over de wijze waarop de zonde op het menselijke toneel verscheen, is duidelijk en eenvoudig — ja, zo eenvoudig dat de meesten het niet wensen te geloven. Paulus beschreef het als volgt: „Door één mens [is] de zonde de wereld . . . binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus [heeft] de dood zich tot alle mensen . . . uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden” (Romeinen 5:12). Paulus verwijst hier naar Genesis, het eerste boek van de bijbel, en naar de schepping van de eerste man, Adam, en zijn vrouw, Eva. Hun opzettelijke ongehoorzaamheid is algemeen bekend. Op grond hiervan werden zij ter dood veroordeeld. Hun nakomelingen erfden hun onvolmaaktheden en stierven eveneens. Bijgevolg ’hebben allen gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods’. Om deze fundamentele reden is de menselijke aard thans in het gunstigste geval een vertroebelde weerspiegeling van wat ze was toen God de mens oorspronkelijk volmaakt schiep. — Romeinen 3:23; Genesis hfdst. 2 en 3.
De menselijke aard veranderd!
Het is echter mogelijk veel van de slechtste neigingen van de menselijke aard te overwinnen. Ja, de bijbel zegt dat wij onze aard kunnen veranderen in de zin dat wij onze persoonlijkheid veranderen. Hoe? Met behulp van Gods heilige geest. — Romeinen 8:9.
Paulus bracht het in zijn brief aan medechristenen in Kolosse als volgt onder woorden: „Legt de oude persoonlijkheid met haar praktijken af en bekleedt u met de nieuwe persoonlijkheid, die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep.” Tot de praktijken van de oude persoonlijkheid die hij opsomt, behoren enkele van de trekken die maken dat mensen tot het destructieve neigen: schadelijke verlangens, gramschap, toorn en slechtheid. — Kolossenzen 3:5-10.
In een brief van gelijke strekking aan de christenen in Efeze maakt Paulus opnieuw melding van de noodzaak een „nieuwe persoonlijkheid” aan te doen, die, zo zegt hij hun, „naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”. Hij borduurt daarop voort met de woorden: „Alle kwaadaardige bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en schimpend gepraat worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid. Maar wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend.” — Efeziërs 4:24, 31, 32.
Waren Paulus’ woorden realistisch? Kunnen persoonlijkheden echt veranderd worden? Welnu, het staat vast dat die vroege christenen inderdaad radicale veranderingen in hun leven aanbrachten. Als groep onderscheidden zij zich van de wereld om hen heen. Justinus Martyr, een geschiedschrijver uit vroeg-christelijke tijden, schreef: „Wij die elkaar haatten en naar het leven stonden en die, wegens het verschil in gewoonten, weigerden met mensen van een andere stam om te gaan, gaan nu, sinds de verschijning van Christus, op vertrouwelijke voet met hen om, en bidden voor onze vijanden en trachten degenen die ons zonder reden haten, te overreden overeenkomstig de volmaakte voorschriften van Christus te leven.”
Wat valt er over deze tijd te zeggen? Is het nog steeds mogelijk zulke radicale veranderingen in iemands aard aan te brengen? Ja zeker! Tienduizenden voorbeelden tonen aan dat er nog steeds drastische veranderingen plaatsvinden. De volgende ervaring is er slechts één van.
Stephen groeide op in een van de industriecentra van Engeland. Zijn vader was een atheïst. Op twaalfjarige leeftijd werd Stephen tot drie jaar tuchtschool veroordeeld. Hij had 64 inbraken bekend! Hij verloor al gauw alle respect voor autoriteit, en naarmate hij ouder werd, namen zijn misdrijven ernstiger vormen aan. Ze omvatten oplichterij, dronkenschap, wanordelijk gedrag en gewelddadige bedreiging van de politie, voor welk laatste vergrijp hij in de gevangenis kwam. Hij werd zeer gewelddadig van aard. „Een godloos man die voldoende in nood zit, zal voor geen enkel misdrijf terugdeinzen”, zei hij.
Waardoor zou zo’n verstokte misdadiger kunnen veranderen? Stephen aanvaardde uiteindelijk hulp van zijn broer, die een getuige van Jehovah was geworden. Na een poosje de bijbel te hebben bestudeerd, begon Stephen een „nieuwe persoonlijkheid” aan te doen. De veranderingen die hij aanbracht, waren werkelijk spectaculair. Nu, vijf jaar later, is hij gelukkig getrouwd en een verantwoordelijk lid van een gemeente van Jehovah’s Getuigen, waar hij dienaar in de bediening is.
De menselijke aard kan in afzonderlijke gevallen dus veranderd worden. Maar vormen menselijke zwakheden de enige oorzaak voor het ’ondermijnen van de beschaving’ in deze tijd?
„De in de Schrift genoemde duivel”
De apostel Paulus schreef een opmerkelijke profetie over deze „laatste dagen”. Zijn woorden worden in het bovenstaande kader weergegeven. Merk op dat de geleidelijke toename van geweld en slechtheid tot „kritieke tijden” leidt „die moeilijk zijn door te komen”. Is uitsluitend de menselijke aard verantwoordelijk voor dit alles? — 2 Timotheüs 3:1.
Nee, er is iets anders, een duistere macht ten kwade die menselijke zwakheden manipuleert. Evenals mensen het moeilijk vinden te geloven dat de mens met overgeërfde zonde behept is, vinden zij het moeilijk te aanvaarden dat er een hogere macht is die de mens tracht te manipuleren. Maar de bijbel zegt dat er wel degelijk zo’n macht bestaat: Satan de Duivel.
Het woord „Duivel” (wat „lasteraar” betekent) komt 33 maal in de bijbel voor, en „Satan” (wat „tegenstrever” betekent) 52 maal. De meeste van deze verwijzingen hebben betrekking op hetzelfde goddeloze geestelijke schepsel. Sommigen ontkennen evenwel het bestaan van een persoonlijke Satan en zeggen liever: „De menselijke aard met haar geneigdheid tot zonde is de in de Schrift genoemde duivel.”b Het is echter interessant dat in het verslag over Jehovah’s getrouwe dienstknecht Job de Hebreeuwse tekst de uitdrukking has·Sa·tanʹ, de Satan, gebruikt, en in Lukas 4:2 lezen wij dat het de Duivel (Grieks: ho di·aʹbo·los) was die Jezus verzocht (Job 1:6). In beide gevallen wordt grammaticaal een specifieke persoon aangeduid. De menselijke aard komt niet in het beeld.
De apostel Paulus draagt tot ons begrip van de enorme macht van Satan bij door in zijn brief aan de Efeziërs te spreken over „de wereldheersers van deze duisternis, . . . de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” (Efeziërs 6:12). Samen met Satan de Duivel zijn die „wereldheersers” demonen, onzichtbare goddeloze geestelijke schepselen. Zij ’misleiden de gehele bewoonde aarde’ en buiten de gevallen toestand van de mens volledig uit (Openbaring 12:9). Om die reden spoort Paulus iedere christen krachtig aan „pal [te] staan tegen de kuiperijen van de Duivel”. Hij is een voorname oorzaak van de ontaarding van de mensheid die wij om ons heen zien. — Efeziërs 6:11.
Herstel
Paulus’ tijdgenoot Petrus verzekert ons dat Satan en zijn demonen niet eeuwig aanwezig zullen zijn om de mensheid te kwellen. Hij zegt: „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petrus 3:13). Ja, nu binnenkort zal het kwaad in al zijn vormen van het menselijke toneel verdwenen zijn. Satan en zijn demonen zullen vernietigd zijn (Romeinen 16:20; Openbaring 20:1-3). Dan zal de menselijke aard inderdaad „de heerlijkheid Gods” weerspiegelen en zal de menselijke familie het vaste vooruitzicht op eeuwig leven hebben. — Romeinen 3:23.
„Ik heb altijd gezegd en zal altijd blijven zeggen,” zo verklaarde de Amerikaanse president Thomas Jefferson, „dat een ijverige bestudering van de Heilige Schrift mensen tot betere burgers . . . zal maken. De bijbel brengt de beste mensen ter wereld voort.” Zoals wij hebben gezien, kan onze aard worden veranderd als wij de krachtige boodschap van de bijbel een kans geven ons leven te beïnvloeden (Romeinen 12:2). Wij kunnen besluiten te trachten ons met edele en godvruchtige dingen bezig te houden. En om ons te sterken in onze poging ons te verbeteren, kunnen wij besluiten omgang te zoeken met degenen die oprecht hetzelfde willen doen (Hebreeën 10:24, 25). Jehovah’s Getuigen zijn bereid u op elke mogelijke manier te helpen. Waarom zou u niet nu meteen contact met hen zoeken?
[Voetnoten]
a Vergelijk: De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, de Petrus-Canisiusvertaling en de Statenvertaling.
b Een geloofsartikel van de Christadelphians, een sekte van de christenheid in de Verenigde Staten.
[Kader op blz. 6]
„DE LAATSTE DAGEN” — Hoe de bijbel ze beschrijft
„Maar weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten; en keer u af van dezen.” — 2 Timotheüs 3:1-5.
[Illustratie op blz. 7]
Binnenkort zal de menselijke aard de heerlijkheid Gods ten volle weerspiegelen