Heb persoonlijke belangstelling voor anderen
„Terwijl gij niet alleen uit persoonlijk belang het oog houdt op uw eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen.” — FILIPPENZEN 2:4.
1, 2. Wat zijn enkele redenen om persoonlijke belangstelling voor anderen te hebben?
WIJ hebben goede redenen om persoonlijke belangstelling te hebben voor anderen. Om maar iets te noemen, medemensen dienen ons te interesseren omdat wij van elkaar verschillen. Het genetische materiaal van onze lichaamscellen bevat een blauwdruk van het geheel van onze erfelijke eigenschappen. Deze blauwdruk is zo kenmerkend dat misdaadbestrijders DNA-’vingerafdrukken’ hebben toegevoegd aan hun arsenaal van identificatietechnieken.
2 Er zijn nog meer oorzaken die ons van elkaar doen verschillen en als individuen interessant doen zijn. Vanaf de conceptie ondergaan wij de invloed van onze omgeving. Er zijn heel wat bewijzen dat ongeboren baby’s reageren op wat er buiten de baarmoeder gebeurt. Vervolgens ondergaan wij nadat wij als zelfstandige ademers of zielen ter wereld zijn gekomen, de invloed van de geesteshouding en gedragingen van onze ouders. Wij groeien op als enig kind of krijgen broertjes en zusjes en hebben misschien enig aandeel aan de zorg voor hen. Zulke omgang of de afwezigheid ervan beïnvloedt de wijze waarop wij ons ontwikkelen. Wat wij lezen, op school onderwezen krijgen of op de televisie zien, heeft eveneens invloed op ons denken en doen.
3. Wat voor belangstelling dienen wij in overeenstemming met Filippenzen 2:4 vooral voor anderen te hebben?
3 Onze onderlinge verschillen stimuleren dus een mate van belangstelling voor elkaar. Maar de apostel Paulus stond een verhevener reden voor ogen om belangstelling voor elkaar te hebben. Daarom drong hij er bij medechristenen op aan ’niet alleen uit persoonlijk belang het oog te houden op hun eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen’ (Filippenzen 2:4). In plaats van ons eigen voordeel te zoeken, dienen wij vooral in geestelijk opzicht in anderen geïnteresseerd te zijn. Wat zijn dan enkele manieren waarop wij een dergelijke persoonlijke belangstelling voor anderen hebben?
Geestelijke belangstelling en verschillen in persoonlijkheid
4. Welke veranderingen waarover Efeziërs 4:22-24 spreekt, vergroten onze geestelijke belangstelling voor anderen?
4 Onze geestelijke belangstelling voor anderen wordt vergroot wanneer wij persoonlijk kennis van de schriftuurlijke waarheid toepassen en leren onszelf te vormen naar het voorbeeld van Jezus Christus (1 Petrus 2:21). Als ware christenen ’doen wij de oude persoonlijkheid die met onze vroegere levenswandel overeenkomt, weg’ en werken wij eraan die te vervangen door ’de nieuwe persoonlijkheid die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit’ (Efeziërs 4:22-24). Zo wordt een zelfzuchtige geesteshouding progressief vervangen door een vriendelijke, bedachtzame zorg voor anderen. — Jesaja 65:25.
5. Waarom zijn er verschillen in persoonlijkheden in de christelijke gemeente, hetgeen tot welke vraag aanleiding geeft?
5 Hoe opmerkelijk de veranderingen in persoonlijkheid ook onder Jehovah’s volk zijn, er bestaan nog steeds zondige neigingen. Zelfs Paulus gaf toe: „Wanneer ik het juiste wens te doen, [is] het slechte bij mij aanwezig” (Romeinen 7:21). Natuurlijk zijn er nog allerlei overgeërfde en verworven kenmerken, en deze identificeren ons. Sommigen hebben een artistieke inslag, anderen een analytische benadering. Terwijl sommigen stil en gereserveerd zijn, zoeken anderen juist gezelschap en zijn extravert. Hoe moet nu met zulke verschillen in persoonlijkheid de eenheid van de christelijke gemeente bewaard blijven?
6. Hoe dienen wij verschillen in persoonlijkheid te bezien, en hoe zou u dit illustreren?
6 Als wij geestelijke belangstelling voor anderen willen tonen en onze christelijke eenheid willen bewaren, dienen wij realistisch te zijn en begrip te hebben. Aangezien God geen volmaaktheid van ons verlangt, moeten wij dat ook niet van onze christelijke metgezellen eisen. Bovendien verwacht Jehovah niet dat al zijn dienstknechten exact gelijk zijn. In de christelijke gemeente hebben wij allen een plaats en kunnen wij onze overgeërfde, van God ontvangen talenten gebruiken ter bevordering van zijn werk (1 Korinthiërs 12:12-26). Als wij onder leiding van het Hoofd van de gemeente, Jezus Christus, druk bezig blijven, zullen wij geen tijd hebben om elkaar met een kritisch oog te bekijken (1 Korinthiërs 4:1-4). Zoals een handwerksman weet, is elk stuk gereedschap ontworpen voor een bepaald werk. Kan een hamer het fijne gaatje maken dat een boor produceert? Zal een beitel waarmee men hout schaaft, ook geschikt zijn om er een schroef mee in te draaien? Nee, want elk werktuig heeft zijn eigen juiste aanwending.
7. Waaraan dienen wij, terwijl wij met elkaar dienst verrichten voor het Koninkrijk, de grootste belangrijkheid toe te kennen?
7 Hoe waar zijn de woorden van het Koninkrijkslied „Vreugdevolle dienst”! Dit lied spoort ons aan: „Bied met vreugd Jehovah God uw diensten aan; ons talent moet steeds tot zijn beschikking staan.” Goed, misschien hebben wij geen opvallende bekwaamheden. Maar in onze geest neemt het werk dat ons als Jehovah’s Getuigen is toegewezen, de belangrijkste plaats in en daaraan wijden wij ons van ganser harte. Het lied vervolgt: „Hoe gering ons werk ook is, het toont altijd dat ons hart God liefdevol is toegewijd.” — Zing lofzangen voor Jehovah, lied 130.
Acht anderen superieur
8. Hoe wordt de eenheid bevorderd door toe te passen wat Paulus in Filippenzen 2:1-3 zei?
8 De eenheid wordt ook bevorderd door anderen superieur te achten aan onszelf. Paulus schreef: „Indien er dan enige aanmoediging in Christus is, enige vertroosting der liefde, enig delen in geest, en er enige gevoelens van tedere genegenheid en mededogen zijn, maakt dan mijn vreugde volkomen doordat gij gelijkgezind zijt en dezelfde liefde hebt, in ziel samengevoegd, het ene in gedachte houdend.” Merk op dat de apostel eraan toevoegt: „Niets doende uit twistgierigheid of uit egotisme, maar met ootmoedigheid des geestes de anderen superieur aan uzelf achtend.” — Filippenzen 2:1-3.
9. Wat betekent het twistgierig en egotistisch te zijn, en hoe kunnen wij deze trekken vermijden?
9 Anderen niet superieur achtend, legt iemand die twistgierig is, „een vaak eigenzinnige en vermoeiende neiging tot ruzies en disputen” aan de dag (Webster’s New Collegiate Dictionary). Deze trek kan zich manifesteren in „debatten over woorden” (1 Timótheüs 6:4). Stellig dienen wij ons veeleer te bekommeren om de geest achter de woorden en om de gedachten die ze overbrengen. Vermijd het dus overdreven belang te hechten aan bepaalde uitdrukkingen die mondeling of in geschreven materiaal gebruikt worden. En als u een andere zienswijze ten aanzien van een bepaald geloofspunt wordt voorgelegd? Houd loyaal vast aan de schriftuurlijke informatie die God door middel van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” verschaft (Matthéüs 24:45-47). Zo hebben wij per slot van rekening de waarheid ooit leren kennen. Erkenning van dit feit helpt ons niet egotistisch te zijn, dat wil zeggen, een overdreven gevoel van eigen belangrijkheid te hebben.
Ontwikkel persoonlijke belangstelling voor anderen
10. Hoe dient Filippenzen 2:4 in de gemeente toegepast te worden?
10 Bedenk dat Paulus er bij ons op aandrong ’niet alleen uit persoonlijk belang het oog te houden op onze eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen’ (Filippenzen 2:4). Wat betekent dit? Net zo goed als opmerkzaamheid ten aanzien van onze omgeving ons in de velddienst kan helpen, zo kan belangstelling voor het welzijn van anderen in de gemeente ons gelegenheden verschaffen de band van liefde die ons bindt, te versterken. Vooral ouderlingen hebben de verantwoordelijkheid zorg voor medegelovigen aan de dag te leggen, want een spreuk luidt: „Gij behoort beslist te weten hoe uw kleinvee eruitziet” (Spreuken 27:23). Natuurlijk kunnen en behoren wij allen een open oog te hebben voor de noden van onze medegelovigen. — 1 Petrus 2:17.
11. Waarom dienen wij opmerkzaam te zijn wanneer wij met onze geestelijke broeders en zusters praten?
11 Nog een manier om eenheid te bevorderen en belangstelling voor anderen te ontwikkelen is er de tijd voor te nemen goede communicatie met onze geestelijke broeders en zusters te hebben. Kom erachter wat zij denken. Dit kan gedaan worden wanneer u hen thuis bezoekt, voor en na vergaderingen in de Koninkrijkszaal en in de pauzes van grote vergaderingen. En luister zorgvuldig wanneer zij spreken. Dit kan betekenen dat wij horen van de moeilijkheden waaraan zij het hoofd moeten bieden, maar dan kunnen wij misschien hun last helpen dragen en aldus de wet van de Christus vervullen (Galaten 6:2). Toch zal de eenheid van de gemeente gediend zijn met iets wat verder reikt dan praten met onze broeders. Wat is dat dan wel?
Toon medegevoel
12. Waarom dienen wij medegevoel te tonen?
12 Ook medegevoel bevordert christelijke eenheid. Terwijl de druk van het leven steeds meer toeneemt, moeten wij allen deze hoedanigheid aan de dag leggen. Mogen wij nooit zo geconcentreerd zijn op wat wij in gedachten hebben dat wij nalaten de gevoelens van anderen in aanmerking te nemen. Een voorbeeld: Prompt toen een broeder die een aandeel zou hebben aan de dienstvergadering, binnenkwam, sprak een ouderling hem snel aan over een kwestie waarover een mededeling gedaan moest worden. Tot verrassing en verlegenheid van de ouderling keek de betreffende broeder hem aan, glimlachte en zei: „Allereerst broeder, goede avond!” De inhoud van de mededeling werd besproken nadat zij elkaar vriendelijk hadden gegroet en de broeder op zijn gemak was gesteld. Wat leerde die ouderling een les! Wees niet te snel, zodat u de hoffelijkheden zou verwaarlozen die uw betrekkingen met anderen plezierig maken.
13. Waartoe beweegt medegevoel ouderlingen in hun omgang met hun christelijke metgezellen?
13 Medegevoel beweegt ouderlingen mededogen en andere voortreffelijke karaktertrekken aan de dag te leggen. Soms moeten deze mannen zo zacht en vriendelijk zijn als „wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert” (1 Thessalonicenzen 2:7). Het helpen van bepaalde personen vraagt veel geduld en liefdevolle ondersteuning. Degenen die ’de liefde die zij eerst hadden, hebben verlaten’ moeten wellicht tot grotere activiteit worden aangespoord en hebben misschien hulp nodig om de dringendheid van de tijd te beseffen (Openbaring 2:4; 2 Timótheüs 4:2; Hebreeën 6:11, 12). Net als Paulus hebben ouderlingen „tedere genegenheid” voor christelijke metgezellen, terwijl zij hen vermanen en bemoedigen ’opdat zij voortgaan te wandelen op een wijze welke God waardig is’. — 1 Thessalonicenzen 2:8, 11, 12.
14. Hoe gaf Paulus er blijk van medegevoel te hebben?
14 Paulus gaf ouderlingen een voortreffelijk voorbeeld hoe liefdevolle zorg voor het welzijn van geestelijke broeders en zusters aan de dag te leggen. Hij schreef: „Behalve die dingen, welke van uitwendige aard zijn, bestormt mij nog van dag tot dag de zorg voor alle gemeenten.” Omdat Paulus zo’n bezorgdheid voelde, kon hij vragen: „Wie is er zwak en ik ben niet zwak? Wie wordt tot struikelen gebracht en ik ontsteek niet in toorn?” Als u een ouderling bent, hebt u dan zo’n medegevoel? — 2 Korinthiërs 11:28, 29.
Uw broeder winnen
15. Welke raad van Jezus in Matthéüs 18:15 dient opgevolgd te worden als er ernstige moeilijkheden tussen broeders ontstaan, en wat dient daarbij het oogmerk te zijn?
15 Het tonen van medegevoel bevordert de eenheid onder Jehovah’s dienstknechten. In sporadisch voorkomende gevallen kunnen er echter persoonlijke geschillen rijzen. Wanneer het om kwesties van ernstige aard gaat, moeten christenen Jezus’ raad opvolgen die opgetekend staat in Matthéüs 18:15-17. Merk op wat de eerste stap is. Ga onder vier ogen met uw broeder praten om ’zijn fout bloot te leggen’. Wat dient daarbij uw oogmerk te zijn? Ja, ’uw broeder te winnen’ natuurlijk! Jezus zei: „Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen.” Gelukkig is zo’n gesprek onder vier ogen gewoonlijk alles wat nodig is om vredige betrekkingen tussen u en uw medeaanbidder van Jehovah te herstellen.
16. Wat dient er gedaan te worden als u waarneemt dat uw broeder iets tegen u heeft?
16 Als u waarneemt dat uw broeder iets tegen u heeft, volg dan Jezus’ raad om ’vrede te sluiten met uw broeder’ (Matthéüs 5:24). Bespreek het probleem op een kalme, vriendelijke manier, waarbij u er moeite voor doet elkaars standpunt te begrijpen. Op deze wijze kan de kwestie vaak opgelost worden en de vrede van de gemeente bewaard blijven.
Ongelovigen winnen
17, 18. Welke raad gaf Petrus christelijke vrouwen in religieus verdeelde huisgezinnen?
17 Een van de situaties waarin het echt niet gemakkelijk is om schriftuurlijke beginselen toe te passen, is een in religieus opzicht verdeeld gezin. Vele christenen blijven zich getrouw inzetten terwijl zij de frustraties en moeilijkheden het hoofd bieden die worden veroorzaakt door een gebrek aan geestelijke eenheid in hun huwelijk. Hoe kunnen zij geholpen worden?
18 Omdat zij persoonlijke belangstelling voor anderen hebben, verschaffen ouderlingen graag geestelijke hulp aan degenen die in religieus verdeelde gezinnen leven. De aandacht kan bijvoorbeeld gericht worden op Petrus’ raad betreffende het gedrag van christelijke vrouwen in deze situatie. Hij zegt hun onderworpen te zijn aan hun echtgenoot, zelfs als dezen ongelovigen zijn en „niet gehoorzaam zijn aan het woord”. Waarom onderworpen zijn? „Opdat . . . zij zonder woord gewonnen mogen worden door het gedrag van hun vrouw” (1 Petrus 3:1). Maar hoe doeltreffend is het toepassen van deze raad?
19. Geef een voorbeeld dat illustreert hoe nuttig het is 1 Petrus 3:1 toe te passen.
19 Een vrouw, Vera, geeft toe dat zij toen zij een christen werd, voortdurend tegen haar man over de bijbelse waarheid sprak, en dat hij daar genoeg van kreeg. „De schriftuurlijke raad opvolgend die ik van een ouderling had ontvangen,” zo voegt zij eraan toe, „besloot ik dat ik beter wat tact kon gebruiken en gunstige gelegenheden kon afwachten.” In wezen paste Vera 1 Petrus 3:1 toe, hoewel zij wel wat initiatief nam om haar man, Barry, tot gesprekken over bijbelse beginselen te brengen. Hij legde later uit: „In de loop der jaren zag ik uitgaven van Ontwaakt! [een zustertijdschrift van De Wachttoren] op allerlei ongebruikelijke plekken in huis opduiken. Het blad bevatte artikeltjes over zaken die nuttig waren en soms bijzonder actueel.” Het gevolg was dat na twintig jaar zonder eenheid, Barry en Vera nu gelukkig verenigd zijn in Jehovah’s dienst.
20. Welke hulp kunnen ouderlingen geven aan christelijke echtgenoten in religieus verdeelde gezinnen?
20 Een gelovige echtgenoot heeft het erg moeilijk als zijn vrouw tegen het ware christendom gekant is en hun kinderen tegen hem opzet. Ouderlingen die persoonlijke belangstelling voor zo’n man aan de dag leggen, kunnen de aandacht vestigen op nuttige bijbelse beginselen. Zo kan er bijvoorbeeld op gewezen worden dat hij ondanks de tegenstand van zijn vrouw het gezinshoofd is en zijn kinderen schriftuurlijk onderricht dient te geven (Efeziërs 6:4). Hij kan aangemoedigd worden bij zijn vrouw te wonen „overeenkomstig kennis”, terwijl hij belangstelling toont voor wat zij doet en haar helpt met het huishouden en de zorg voor de kinderen (1 Petrus 3:7). Bovenal moet de gelovige echtgenoot en vader aangemoedigd worden de communicatie open te houden zodat hij te weten komt wat er in het hart van elk van de leden van zijn gezin leeft. De ouderlingen kunnen hem ook aanmoedigen zijn pogingen voort te zetten zijn vrouw te helpen met woorden die ’gekruid zijn met zout’, waarbij hij geschikte momenten benut om op tactvolle wijze met haar over de schriftuurlijke waarheid te praten. — Kolossenzen 4:6.
21. Hoe zou een ongelovige vrouw geholpen kunnen worden belangstelling voor de waarheid op te vatten?
21 Belangstelling tonen voor familieleden van christenen in religieus verdeelde gezinnen roept soms een gunstiger reactie op de Koninkrijksboodschap op. Een illustratie hiervan: Een christelijke man was ontmoedigd omdat zijn vrouw hem al verscheidene jaren felle tegenstand bood. Een ouderling bood aan langs te komen en zijn hulp aan te bieden met een bijbelse bespreking. Bij het huis arriverend, groette de ouderling de vrouw op prettige wijze en vroeg: „Voelt u ervoor om erbij te komen zitten?” Die vriendelijke uitnodiging maakte zoveel indruk op de vrouw dat zij graag aan het gesprek deelnam. Al gauw aanvaardde zij de waarheid en begon zij tot anderen te prediken.
22. Waarom willen wij persoonlijke belangstelling voor elkaar hebben?
22 Laten wij daarom als Jehovah’s Getuigen ’alles doen ter wille van het goede nieuws’ (1 Korinthiërs 9:23). Ja, ’laten wij, zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof’ (Galaten 6:10). Laten wij persoonlijke belangstelling voor elkaar hebben opdat er veel liefde mag heersen in onze wereldwijde broederschap.
Wat zou u antwoorden?
◻ Waarom vooral dienen wij in anderen geïnteresseerd te zijn?
◻ Hoe kunnen wij persoonlijke belangstelling voor medegelovigen ontwikkelen?
◻ Hoe kunnen ouderlingen medegevoel tot uitdrukking brengen?
◻ Wat kan er voortvloeien uit persoonlijke belangstelling voor ongelovigen?
[Illustraties op blz. 16, 17]
Zoals elk stuk gereedschap een specifieke functie heeft, zo kunnen allen in de christelijke gemeente hun van God ontvangen bekwaamheden gebruiken om Gods werk te bevorderen
Bevorder christelijke eenheid door persoonlijke belangstelling voor anderen te hebben
[Illustratie op blz. 18]
Paulus gaf ouderlingen een voortreffelijk voorbeeld hoe liefdevolle zorg voor medegelovigen aan de dag te leggen