Filippenzen 4:4, 5:

Laat uw redelijkheid aan alle mensen bekend worden. De Heer is nabij.”

We krijgen ook de aansporing om redelijk te zijn. Als we redelijkheid aankweken, zullen we niet te veel van onszelf verwachten. We weten dat we niet volmaakt zijn en dat we niet in alles kunnen uitblinken. Waarom zouden we slapeloze nachten hebben over de manier waarop we perfect of op zijn minst beter dan ieder ander kunnen zijn? We zullen ook geen volmaaktheid van anderen verwachten. Daardoor kunnen we rustig blijven wanneer ze ons tegen de haren in strijken. Een andere weergave van het oorspronkelijke Griekse woord dat met „redelijkheid” is vertaald, is „toegevendheid, inschikkelijkheid”. Als we inschikkelijk zijn wanneer het om dingen gaat die met persoonlijke voorkeur te maken hebben, vermijden we ruzies, die vaak niet veel opleveren maar wel een tijdlang de vrede met anderen en onze eigen innerlijke vrede kunnen verstoren.

De volgende opmerking in Filippenzen 4:5, „de Heer is nabij”, lijkt misschien niet bij de context te passen. God zal binnenkort komen om dit oude stelsel te vervangen door een nieuw samenstel onder zijn koninkrijk. Maar zelfs nu kan hij „nabij” iedereen zijn die tot hem nadert (Handelingen 17:27; Jakobus 4:8). Als we ons ervan bewust zijn dat hij dichtbij is, helpt dat ons om ons te verheugen, om redelijk te zijn en ons niet al te veel zorgen te maken over de problemen van vandaag of van de toekomst, zoals vers 6 laat uitkomen.