„Vrede zij u”
„Jezus [kwam] en stond in hun midden en zei tot hen: ’Vrede zij u.’” — JOHANNES 20:19.
1. Waarom zijn de pogingen van de mens om wereldvrede te brengen gedoemd te falen?
„DE GEHELE wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). Dit was waar in Johannes’ tijd, en nog sterker openbaart het zich in onze tijd met haar ontstellende toename in individueel geweld, terrorisme, oorlogen en corruptie. Johannes’ geïnspireerde uitspraak biedt ook geen enkele hoop dat wereldvrede door menselijke inspanningen gerealiseerd kan worden, ondanks de pogingen van de paus, van nationale leiders en van de VN. Waarom niet? „’Er is geen vrede’, heeft mijn God gezegd, ’voor de goddelozen.’” — Jesaja 57:21.
2. Wat houdt het woord „vrede” in, vooral in het Hebreeuws en Grieks?
2 Het woord „vrede” kan echter iets anders betekenen dan louter de afwezigheid van oorlog. Vrede kan ook een aanduiding zijn voor „een mentale of geestelijke toestand waarin men vrij is van verontrustende of deprimerende gedachten of emoties: kalmte van geest en hart”. Maar toch hebben het Hebreeuwse woord voor „vrede” (sja·lōmʹ) en het Griekse woord ervoor (ei·reʹne) een zelfs nog bredere betekenis. Ze duiden ook op welzijn, zoals in de afscheidswoorden: „Ga in vrede” (1 Samuël 1:17; 29:7; Lukas 7:50; 8:48). Dit geeft ons een duidelijker besef van Jezus’ liefdevolle bezorgdheid voor zijn discipelen in die traumatische periode rond zijn dood.
3. Hoe toonde Jezus zich na zijn opstanding intens bezorgd om zijn discipelen, en met welk effect?
3 Jezus stierf op vrijdag 14 Nisan van het jaar 33 G.T. Op zondag 16 Nisan werd hij uit de dood opgewekt. Zoals altijd intens bezorgd om het welzijn van zijn discipelen zocht hij hen op. Waar vond hij hen? Zij bevonden zich achter gesloten deuren „uit vrees voor de joden”. Het is begrijpelijk dat zij gespannen, bevreesd waren. Maar Jezus zei: „Vrede zij u” (Johannes 20:19-21, 26). Later, eenmaal gesterkt door heilige geest, waren zij tegen de situatie opgewassen. Vrijmoedig namen zij hun predikingstoewijzing ter hand en hielpen velen een van God afkomstige vrede te verwerven.
Goddelijke vrede in deze tijd
4. Hoe kan Jehovah’s volk in deze kritieke tijd vrede van hart en geest bewaren?
4 Wij leven in de tijd van het einde, in „kritieke tijden . . . die moeilijk zijn door te komen” (2 Timótheüs 3:1). De in Openbaring voorzegde ruiters rijden over de hele aarde — zoals u kunt zien aan de oorlogen, voedseltekorten en sterfgevallen ten gevolge van ziekte (Openbaring 6:3-8). Ook Jehovah’s volk ondervindt de gevolgen van de toestanden om hen heen. Hoe kunt u dus een goddelijke vrede van geest en hart bewaren? Door nauw verbonden te blijven met de grote Bron van vertroosting en vrede. Zoals het vorige artikel toonde, vereist dit veelvuldig gebed en smeking. Op die manier zal „de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, . . . uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus”. — Filippenzen 4:6, 7.
5. Waarom was Paulus er zeker van dat „de vrede van God” ons hart kan behoeden?
5 De apostel Paulus, die deze woorden schreef, had zelf gevaren en moeilijkheden verduurd. Hij had gevangengezeten en was door joden en Romeinen geslagen. Hij was gestenigd en voor dood achtergelaten. Reizen was in die tijd riskant; Paulus had driemaal schipbreuk geleden en liep vaak gevaar door struikrovers overvallen te worden. Hij bracht vele nachten zonder slaap door en leed vaak koude, honger en dorst. Buiten dat alles voelde hij dagelijks „de zorg voor alle gemeenten” (2 Korinthiërs 11:24-28). Paulus wist dus uit brede persoonlijke ervaring hoe belangrijk „de vrede van God” is die ons hart kan behoeden.
6. Waarom is het uitermate belangrijk een warme, intieme band met onze Schepper te ontwikkelen en in stand te houden?
6 „De vrede van God” kan uitgelegd worden als een gevoel van rust en sereniteit, een weerspiegeling van een goede verhouding met God. Dit is heel belangrijk voor christenen, vooral wanneer zij vervolging of verdrukking onder de ogen moeten zien. Waarom? Nu, wij zijn allen onvolmaakt; wanneer wij worden bestookt door problemen, spanningen, tegenstand of verschillende soorten van tegenslagen, zouden wij dus gemakkelijk bevreesd kunnen worden. Dat zou ertoe kunnen leiden dat wij onze rechtschapenheid prijsgeven. Dat zou smaad op Jehovah’s naam werpen, ons Jehovah’s gunst kosten en ertoe kunnen leiden dat wij eeuwig leven verspelen. Hoe uitermate belangrijk is het dus dat wij ons beijveren „de vrede van God” te verwerven die ons zal helpen zulke uitdagingen met succes het hoofd te bieden. Die vrede is beslist een van de ’goede gaven en volmaakte geschenken’ die door onze hemelse Vader beschikbaar zijn gesteld. — Jakobus 1:17.
7, 8. (a) Waarop is „de vrede van God” gebaseerd, en hoe ’gaat hij alle gedachte te boven’? (b) Hoe hebben wij een voorbeeld van een dergelijke vrede in het geval van een Afrikaanse broeder?
7 Wellicht hebt u waargenomen dat sommige mensen met een kalm vertrouwen door het leven gaan. Vaak komt dit door natuurlijke bekwaamheden, invloeden binnen het gezin, rijkdom, een invloedrijke familie, de opleiding die zij hebben genoten, en andere soortgelijke factoren. „De vrede van God” is iets heel anders. Die toestand is niet gebaseerd op gunstige omstandigheden en vloeit ook niet voort uit menselijke bekwaamheden of redeneringen. Hij komt uit God voort en ’gaat alle gedachte te boven’. J. B. Phillips zegt in zijn vertaling van Filippenzen 4:7 dat ’de vrede van God menselijk begrip te boven gaat’. Wereldse mensen staan vaak versteld van de wijze waarop christenen ernstige problemen, fysiek letsel en zelfs de dood onder de ogen zien.
8 Een hedendaags voorbeeld hiervan was een van Jehovah’s Getuigen die een christelijke vergadering leidde in een Afrikaans land waar de Getuigen, grotendeels op aanstichting van plaatselijke katholieken, ervan waren beschuldigd terroristen te zijn. Plotseling verscheen er militaire politie met de bajonet op het geweer. Zij zonden de vrouwen en kinderen naar huis maar begonnen de mannen te slaan. De Getuige verhaalt: „Ik heb geen woorden voor de manier waarop wij werden behandeld. De korporaal die de leiding had, verklaarde openlijk dat wij doodgeslagen zouden worden. Ik werd zo met een houten knuppel geslagen dat ik nog 90 dagen bloed heb opgegeven. Maar mijn bezorgdheid ging uit naar het leven van mijn metgezellen. In gebed vroeg ik Jehovah zorg te dragen voor het leven van deze schapen van hem”, en zij hebben het allen overleefd. Wat een voorbeeld van het bewaren van kalmte onder verschrikkelijke omstandigheden en van liefdevolle bezorgdheid voor anderen! Ja, onze liefdevolle hemelse Vader verhoort de verzoeken van zijn getrouwe dienstknechten beslist en schenkt hun zijn vrede. Een van de verbaasde soldaten merkte bij die gelegenheid op dat de God van de Getuigen ’de ware God moet zijn’.
9. Wat kan het lezen van de bijbel en het mediteren erover tot gevolg hebben?
9 In deze moeilijke tijd hebben vele christenen problemen die hen frustreren en ontmoedigen. Een voortreffelijke manier om vrede des geestes te behouden is de bijbel te lezen en erover te mediteren. Dit kan een persoon de kracht en vastberadenheid geven om door te gaan en standvastig te blijven. „Het woord van God is levend en oefent kracht uit.” — Hebreeën 4:12.
10. Hoe zou het vermogen om schriftplaatsen in de herinnering terug te roepen, een zegen kunnen zijn?
10 Maar als tegenspoed ons nu treft wanneer wij geen bijbel beschikbaar hebben? Een christen kan bijvoorbeeld plotseling gearresteerd worden en zonder bijbel in de gevangenis worden geworpen. In dat geval zou het een zegen zijn als men zich teksten als Filippenzen 4:6, 7; Spreuken 3:5, 6; 1 Petrus 5:6, 7 en Psalm 23 zou kunnen herinneren. Zou u het niet intens waarderen als u in staat zou zijn u zulke passages te binnen te roepen en te overdenken? Binnen de grimmige gevangenismuren zou het zijn alsof Jehovah zelf tot u sprak. Gods Woord kan een verwonde geest genezen, een wankelmoedig hart versterken en voor de hevigste zielsangst vrede in de plaats stellen. (Zie Psalm 119:165.) Ja, het is heel belangrijk teksten in onze geest te griffen nu wij daar nog de gelegenheid toe hebben.
11. Hoe gaf een broeder in Nederland uiting aan zijn behoefte aan geestelijk voedsel?
11 Arthur Winkler was iemand die diepe waardering had voor de bijbel, vooral gedurende de nazi-bezetting van Nederland toen de Getuigen hun christelijke activiteit ondergronds moesten voortzetten. De Gestapo had achter broeder Winkler aan gezeten. Toen zij hem uiteindelijk gevangennamen, probeerden zij — tevergeefs — hem tot schipperen te bewegen. Toen sloegen zij hem tot hij het bewustzijn verloor. Met zijn tanden uit de mond geslagen, een ontwrichte onderkaak en een beurs geslagen lichaam werd hij in een donkere cel gestopt. Maar zijn bewaker was hem gunstig gezind en vriendelijk. Broeder Winkler zocht Jehovah’s leiding in gebed. Hij voelde ook heel sterk de behoefte aan geestelijk voedsel en vroeg de bewaker om hulp. Later werd de celdeur geopend en werd er een bijbel naar binnen gegooid. ’Wat een vreugde was het’, verhaalde broeder Winkler later, ’dagelijks van de aangename woorden van waarheid te genieten . . . ik voelde mij geestelijk sterker worden.’a
Goddelijke vrede zal u behoeden
12. Waarom bestaat er een speciale noodzaak om ons hart en onze geestelijke vermogens te behoeden?
12 Jehovah belooft dat zijn vrede „uw hart en uw geestelijke vermogens [zal] behoeden” (Filippenzen 4:7). Dit is uitermate belangrijk! Het hart is de zetel van onze beweegredenen en emoties. In deze laatste dagen kan ons hart gemakkelijk door vrees of bezorgdheid verzwakt worden, of ons tot kwaaddoen verlokken. Het algemene levenspatroon is snel aan het ontaarden. Wij dienen constant op onze hoede te zijn. Behalve dat wij een sterk hart nodig hebben, moeten wij er ook voor zorgen dat God onze „geestelijke vermogens” door middel van zijn Woord en zijn gemeente versterkt en leidt.
13. Welke voordelen kunnen eruit voortspruiten als wij onze geestelijke vermogens behoeden?
13 Volgens W. E. Vine draagt het Griekse woord no·eʹma (vertaald met „geestelijke vermogens”) de gedachte in zich van „doel” of „oogmerk” (An Expository Dictionary of New Testament Words). Gods vrede kan ons dus sterken in het nastreven van ons christelijke doel en ons behoeden voor elke neiging om te verzwakken of zonder goede reden van gedachte te veranderen. Ontmoediging of problemen zouden ons dan niet zo gemakkelijk afschrikken. Als wij ons bijvoorbeeld ten doel hebben gesteld Jehovah in een of andere speciale hoedanigheid te dienen, zoals door de volle-tijddienst op te nemen of te verhuizen naar een gebied waar bedienaren hard nodig zijn, zal „de vrede van God” een grote hulp voor ons zijn om in de richting van dat doel te blijven werken. (Vergelijk Lukas 1:3; Handelingen 15:36; 19:21; Romeinen 15:22-24, 28; 1 Thessalonicenzen 2:1, 18.) Om uw geestelijke vermogens verder te versterken, moet u royaal tijd besteden aan studie van Gods Woord en christelijke omgang. Zo voedt u uw geest en hart met reine, opbouwende gedachten. Bent u in staat er voldoende tijd aan te besteden u met Gods geïnspireerde „gezegden” bezig te houden? Moet u er wellicht meer aandacht aan schenken?
14. Op welke geïnspireerde raad dienen wij zorgvuldig acht te slaan, en waarom?
14 Het zal u duidelijk zijn dat zowel het hart als de geest, of de geestelijke vermogens, betrokken zijn bij het verwerven en voordeel trekken van „de vrede van God”. Dit wordt ondersteund door de goddelijke raad: „Mijn zoon, schenk toch aandacht aan mijn woorden. Neig tot mijn gezegden uw oor. Mogen ze niet wijken uit uw ogen. Bewaar ze midden in uw hart. Want ze zijn leven voor wie ze vinden en gezondheid voor heel hun vlees. Beveilig uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven.” — Spreuken 4:20-23.
15. Welk aandeel heeft Jezus erin dat wij „de vrede van God” bezitten?
15 „De vrede van God” die voortvloeit uit een warme, intieme band met Jehovah, behoedt ons hart en onze geestelijke vermogens „door bemiddeling van Christus Jezus” (Filippenzen 4:7). Welke rol speelt Jezus hierin? Paulus legt uit: „Mogen onverdiende goedheid en vrede u ten deel vallen van God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus. Hij heeft zichzelf voor onze zonden gegeven om ons te bevrijden van het tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen, volgens de wil van onze God en Vader” (Galaten 1:3, 4). Ja, Jezus heeft liefdevol zijn leven gegeven opdat wij losgekocht konden worden (Matthéüs 20:28). Het is dus „door bemiddeling van Christus Jezus” dat wij voor Jehovah aanvaardbaar kunnen zijn als zijn opgedragen dienstknechten en in de positie kunnen verkeren ons te verheugen in deze goddelijke vrede die ons tot bescherming kan zijn.
Gevaren die goddelijke vrede bedreigen
16. Welke raad gaf Paulus die ons kan helpen „de vrede van God” te bewaren?
16 Wanneer wij de vrede van God eenmaal hebben ontvangen, moeten wij er zorg voor dragen dat wij die vrede behouden. Vele factoren kunnen christenen van vrede beroven. Tot de algemeenste, en zeker de gevaarlijkste, behoren de krachtige verlangens van de jeugd. Paulus gaf in zijn tweede brief aan Timótheüs, die toen waarschijnlijk begin dertig was, hem de volgende raad: „Ontvlied . . . de begeerten die aan de jeugd eigen zijn, maar streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.” — 2 Timótheüs 2:22.
17. Wat is er vaak gebeurd met de door Jehovah geschonken seksualiteit?
17 Tot die begeerten behoren de seksuele verlangens, die binnen het huwelijk een eerbare plaats hebben. In de hele geschiedenis is deze geslachtsdrift echter op verkeerde wijze geuit in voorechtelijke of buitenechtelijke seksuele betrekkingen, die beide door onze wijze Schepper worden afgekeurd (Hebreeën 13:4; Genesis 34:1-3). Het gevaar van toegeven aan seksuele immoraliteit bedreigt christenen thans, ongeacht of zij jong zijn of al ouder. In deze laatste dagen van een verdorven wereld is seks voor velen louter vleselijke hartstocht gaan betekenen, vaak met praktijken die gewoon zijn onder mannelijke en vrouwelijke homoseksuelen. — Romeinen 1:24-27.
18. Waarom is het hart van sommigen nog niet standvastig, en waartoe kan dit leiden?
18 Dat wij in een dergelijk klimaat leven, onderstreept hoe belangrijk het voor ons is een sterk en standvastig hart te hebben dat Jehovah is toegewijd. Sommigen die de Koninkrijksboodschap hebben aanvaard, de bijbelse grondwaarheden geloven en geregeld met Jehovah’s volk omgaan, ontwikkelen geen diepe waardering voor Jehovah, zijn Woord en zijn wereldomvattende organisatie. Hun hart is nog niet standvastig. Zij kunnen gemakkelijk op een zijspoor worden gebracht door „begeerten die aan de jeugd eigen zijn”. Sommigen van hen zullen wel weerstand bieden aan verleiding om hoererij of overspel te plegen, maar ontwikkelen, zoals Paulus waarschuwde, „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” (2 Timótheüs 3:4). Zij besteden veel meer tijd aan het kijken naar televisie, het lezen van ontspanningslectuur en het luisteren naar wilde muziek dan aan persoonlijke studie, christelijke vergaderingen of de Koninkrijksbediening. Dit leidt er gemakkelijk toe dat men geestelijk verzwakt en uiteindelijk tot ernstige zonde vervalt.
19. Wat moeten wij doen om niet af te drijven?
19 Zulke personen laten zich, als een bootje zonder anker, meedrijven met een stroom die hen naar een ramp voert. Wat moeten zij doen? Paulus geeft de raad: „Daarom is het noodzakelijk dat wij meer dan gewone aandacht schenken aan de dingen die wij gehoord hebben, opdat wij nooit afdrijven” (Hebreeën 2:1). Degenen die zich in gevaar bevinden, dienen dus „meer dan gewone aandacht” te besteden aan het bestuderen van Gods Woord, de voorbereiding op christelijke vergaderingen en het delen van Koninkrijkswaarheden met anderen. Natuurlijk zouden wij al gauw kunnen denken: ’Dat is goede raad, maar ik verkeer niet in die toestand en de raad is dus niet op mij van toepassing.’ Hoeveel verstandiger zouden wij er elk aan doen om serieus te overwegen hoe wij ons hart en onze diepste gedachten en verlangens verder kunnen reinigen en kunnen „[streven] naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart” (2 Timótheüs 2:22). Bovenal dienen wij God te vragen om leiding en de versterkende hulp van zijn geest.
20. Wat dient iemand te doen die zich aan ernstig kwaaddoen schuldig maakt?
20 Als personen zich inderdaad schuldig maken aan ernstig kwaaddoen maar het bedekken, is het duidelijk dat zij Jehovah’s goedkeuring en „de vrede van God” die zij bezaten, verliezen. Zij zullen ook hun eigen vrede des geestes verliezen. (Vergelijk 2 Samuël 24:10; Matthéüs 6:22, 23.) Het moet dan ook duidelijk zijn waarom het zo noodzakelijk is dat een christen die tot ernstige zonde is vervallen, zijn zonde aan Jehovah belijdt, alsook aan liefdevolle ouderlingen, die geestelijke genezing kunnen bevorderen (Jesaja 1:18, 19; 32:1, 2; Jakobus 5:14, 15). Wanneer iemand die zijn geestelijke evenwicht op het glibberige pad van zonde heeft verloren, hulp zoekt bij rijpe broeders, zal hij niet belast blijven met een verontrust geweten en verstoken blijven van goddelijke vrede.
21. Welke reden voor diepe dankbaarheid jegens Jehovah hebben wij in deze tijd, en waartoe dienen wij vastbesloten te zijn?
21 Wat een voorrecht is het in deze tijd een van Jehovah’s opgedragen getuigen te zijn! Overal om ons heen valt deze satanische wereld uiteen en raakt steeds verder ontredderd. Spoedig zal ze voorbijgaan. Veel mensen zijn „mat . . . van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. Maar wij kunnen ons hoofd opheffen omdat wij weten dat onze „bevrijding nabij komt” (Lukas 21:25-28). Laten wij, om te tonen hoe dankbaar wij Jehovah zijn voor zijn „vrede . . . die alle gedachte te boven gaat”, ons uiterste best doen om „de God die vrede geeft” getrouw te dienen. — Romeinen 15:33; 1 Korinthiërs 15:58.
[Voetnoten]
Punten ter herhaling
◻ Hoe helpt „de vrede van God” ons in deze tijd, en hoe ’gaat deze alle gedachte te boven’?
◻ Welke factoren stellen ons in staat vrede des geestes te bewaren?
◻ Welk subtiele gevaar bedreigt veel christenen in deze tijd, en waartoe kan het leiden?
◻ Wat dient een christen te doen als hij een ernstige zonde begaat?
[Kader/Illustratie op blz. 18]
Zij ontdekte dat het waar was
Gedurende de Tweede Wereldoorlog stuurden de nazi’s de man van Elsa Abt vanwege zijn christelijke prediking naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Toen kwam in mei 1942 de Gestapo naar haar huis, haalde haar dochtertje weg en arresteerde Elsa. Over het werken en lijden in verscheidene kampen geeft zij dit persoonlijke getuigenis:
„De jaren die ik in Duitse concentratiekampen heb doorgebracht, hebben mij een in het oog springende les geleerd, en wel op welk een grootse wijze Jehovah’s geest ons kan sterken wanneer wij hevig worden beproefd! Voordat ik werd gearresteerd, had ik in een brief van een zuster gelezen dat Jehovah’s geest in tijden van zware beproeving een kalmte over je kan brengen. Ik dacht toen dat zij een beetje overdreef. Maar toen ikzelf beproevingen onderging, wist ik dat wat zij destijds zei, waar was. Het gebeurt werkelijk zo. Het is bijna niet voor te stellen als je dat niet zelf hebt meegemaakt. Toch heb ik dit werkelijk ondervonden. Jehovah helpt.”
[Illustratie op blz. 16]
Paulus wist uit ervaring dat Gods vrede ons hart kan behoeden
[Illustratie op blz. 19]
Verkeert u in gevaar geestelijk af te drijven?