Leven wij in de laatste dagen?

DE ZINSNEDE ’kritieke tijden die moeilijk zijn door te komen’, is een vertaling van het Griekse kaiʹroi chaʹle·poi (2 Timotheüs 3:1). Het woord chaʹle·poi is de meervoudsvorm van een woord dat letterlijk „boos” of „zwaar” betekent en de gedachte overbrengt van dreiging en gevaar. Een bijbelcommentator zegt dat het woord betrekking heeft op een „uitbarsting van goddeloosheid”. Terwijl voorgaande tijdperken niet zonder beroering verlopen waren, zouden „de laatste dagen” dus uitzonderlijk barbaars zijn. Zoals 2 Timotheüs 3:13 het zegt, ’zouden goddeloze mensen en bedriegers van kwaad tot erger voortgaan’.

Is dat een beschrijving van onze tijd? Laten wij eens enkele specifieke aanwijzingen analyseren die in 2 Timotheüs 3:2-5 opgetekend staan om te zien of daaruit blijkt dat wij in de laatste dagen leven.

„De mensen zullen . . . het geld liefhebben.” — 2 Timotheüs 3:2.

Fraude is, zoals U.S.News & World Report het noemt, „een orgie van economische criminaliteit” geworden. In de Verenigde Staten zweeft alleen al de tol van fraude in de gezondheidszorg tussen de $50 miljard en $80 miljard per jaar. Helaas is zulke oneerlijkheid typerend. Volgens Gary Edwards, de voorzitter van het Ethics Resource Center, hebben wij „een cultuur die zich soms vol lof over oneerlijkheid uitlaat”. Hij legt uit: „Schurken, intriganten, zakenmensen die erin slagen ongestraft het systeem te bestelen, beschouwen wij als helden.”

„Hoogmoedig.” — 2 Timotheüs 3:2.

Iemand die hoogmoedig is, ziet met verachting op anderen neer. Hoe duidelijk zien wij dat thans bij raciale en nationale vooroordelen! „Alle minderheden zijn het doelwit”, schrijft de in het Canadese Toronto verschijnende krant The Globe and Mail. „Het racistisch geweld neemt toe in Duitsland, de Ku Klux Klan is actief in de Verenigde Staten en swastika’s ontsieren de trottoirs en synagogen van Toronto.” Irving Abella, voorzitter van het Canadese Joods Congres, zegt: „Wij zien het overal: in Zweden, Italië, Nederland en België evengoed als in Duitsland.”

„Ongehoorzaam aan ouders.” — 2 Timotheüs 3:2.

„De mensen van de naoorlogse geboortegolf wordt door velen aangewreven dat zij een generatie van opschepperige, op conflicten beluste, onbeschofte vlegels grootgebracht hebben”, merkt The Toronto Star op. Opstandigheid die thuis begint, gaat zich vaak ook op school manifesteren. Een onderwijzeres merkt op dat kinderen van nog maar vier jaar brutale antwoorden geven. „Onderwijzers besteden meer tijd aan gedragsproblemen dan aan het geven van onderwijs”, zegt zij. Natuurlijk zijn niet alle kinderen opstandig. Maar „de trend is,” merkt de ervaren leraar aan een middelbare school Bruce MacGregor op, „dat zij voor niets ook maar een greintje respect schijnen te hebben”.

„Zonder natuurlijke genegenheid.” — 2 Timotheüs 3:3.

De laatste dagen zouden een uitgesproken verwording te zien geven in het gezin — waar, meer dan overal elders, natuurlijke genegenheid zou moeten heersen. The New York Times bericht dat „geweld in huis de voornaamste oorzaak van letsel en sterfte is bij Amerikaanse vrouwen en meer schade aanricht dan alle auto-ongelukken, verkrachtingen en berovingen met geweld bij elkaar”. Ontucht met kinderen wordt in de meeste gevallen bedreven door vertrouwde familieleden. Het hoge echtscheidingscijfer, de mishandeling van bejaarden en abortus getuigen er eveneens van dat het velen „volkomen ontbreekt aan . . . normale menselijke genegenheid”. — Phillips.

„Heftig, zonder liefde voor het goede.” — 2 Timotheüs 3:3.

„Jonge moordenaars hebben echt niet zo’n sterk motief nodig”, schrijft de columnist Bob Herbert. „Grote aantallen jongeren hebben zich enthousiast het idee eigen gemaakt dat je een ander menselijk wezen ’gewoon zo maar’ dood kunt schieten.” Zelfs sommige ouders schijnt het aan moreel besef te ontbreken. Toen een groepje tienerjongens ervan beschuldigd werd te wedijveren wie het hoogste scoorde door met zo veel mogelijk meisjes seks te hebben, merkte een vader op: „Mijn zoon heeft niets gedaan wat niet elke stoere Amerikaanse knaap op zijn leeftijd zou doen.”

„Met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God.” — 2 Timotheüs 3:4.

Volgens één schatting zitten tieners op elk uur dat zij met een religieuze groepering doorbrengen, vijftien uur voor elektronische apparatuur. „Tegenwoordig”, aldus de Altoona Mirror, „domineert de door de media beheerste cultuur die hoogtij viert in winkelcentra en schoolportalen het tienerleven. Daarna komt het gezin. Onder aan de lijst [staat] de kerk.” De Mirror merkt ook op dat „als ouders afwezig zijn en kerken er het zwijgen toe doen, dan de media de grootste invloed hebben op het leven van jonge mensen”.

’Zij hebben een vorm van godvruchtige toewijding maar blijken de kracht ervan niet te bezitten.’ — 2 Timotheüs 3:5.

De bijbelse waarheid is bij machte levens te veranderen (Efeziërs 4:22-24). Maar sommige van de meest goddeloze daden vinden plaats onder de dekmantel van religie. Een tragisch voorbeeld is het seksueel misbruiken van kinderen door de geestelijkheid. Volgens The New York Times zegt een advocaat in de Verenigde Staten „dat hij in 27 staten 200 zaken heeft lopen ten behoeve van cliënten die zeggen door priesters misbruikt te zijn”. Elke vorm of schijn van godvruchtige toewijding bij deze geestelijken wordt door hun goddeloze werken in feite ontmaskerd als louter huichelarij.

VERDERE BEWIJZEN VOOR DE LAATSTE DAGEN

VOLGENS 2 TIMOTHEÜS 3:2-4 ZOUDEN MENSEN OOK AANGEDUID KUNNEN WORDEN ALS . . .

◻ Aanmatigend

◻ Lasteraars

◻ Ondankbaar

◻ Deloyaal

◻ Niet ontvankelijk voor enige overeenkomst

◻ Kwaadsprekers

◻ Zonder zelfbeheersing

◻ Verraders

◻ Onbezonnen

◻ Opgeblazen van trots

’HET TEKEN VAN UW TEGENWOORDIGHEID’

Kort voor zijn dood werd aan Jezus de vraag gesteld: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Mattheüs 24:3) Jezus somde toestanden en gebeurtenissen op die kenmerkend zouden zijn voor de laatste dagen. Laten wij enkele ervan eens nader beschouwen.

„Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk.” — Mattheüs 24:7.

„De twintigste eeuw — hoewel over het algemeen een eeuw van maatschappelijke vooruitgang en meer zorgzaamheid van overheidswege voor het leven van de armen — is overheerst door het machinegeweer, de tank, de B-52, de atoombom en, tot slot, de geleide raket. Ze heeft zich onderscheiden door oorlogen bloediger en vernietigender dan die in enige andere eeuw.” — Milestones of History.

„In de ene plaats na de andere . . . aardbevingen.” — Mattheüs 24:7.

In deze eeuw hebben zich aardbevingen met een magnitude van 7,5 tot 8,3 op de schaal van Richter voorgedaan in Chili, China, India, Iran, Italië, Japan, Peru en Turkije.

„Er zullen vreselijke schouwspelen . . . zijn.” — Lukas 21:11.

Door de angstaanjagende ontwikkelingen in recente jaren is angst misschien wel de voornaamste afzonderlijke emotie in het leven van mensen. Mensen vrezen oorlog, misdaad, vervuiling, ziekte, inflatie en nog veel meer dat een bedreiging vormt voor hun zekerheid en zelfs hun leven.

„Voedseltekorten.” — Mattheüs 24:7.

„De hongerdood dreigt terwijl hulporganisaties kibbelen”, luidde een kop in het blad New Scientist. Volgens een ex-president van de Verenigde Staten dreigt de planeet binnen twee decennia geteisterd te worden door hongersnood. „Ondanks zulke angstaanjagende voorspellingen”, wordt in het artikel opgemerkt, „neemt de hoeveelheid hulp die rijke landen voor de ontwikkeling van de landbouw in ontwikkelingslanden geven, dramatisch af.”

„In de ene plaats na de andere pestilenties.” — Lukas 21:11.

Volgens een panel van deskundigen is de strijd van de Amerikaanse regering tegen aids — die jaarlijks meer dan $500 miljoen kost — als een jammerlijk fiasco betiteld. „Wij verliezen door aids een complete generatie qua produktiviteit”, waarschuwt dr. Donna Sweet, die met zo’n 200 tot 300 patiënten werkt. In de Verenigde Staten is aids nu de voornaamste doodsoorzaak onder mannen tussen de 25 en 44 jaar.

„Het toenemen der wetteloosheid.” — Mattheüs 24:12.

Uit een Amerikaans onderzoek onder 2500 jongeren bleek dat vijftien procent in de afgelopen dertig dagen wel eens een vuurwapen bij zich had gehad, er in het afgelopen jaar op elf procent geschoten was en negen procent wel eens op een ander had geschoten.

WAT LIGT ER VOOR ONS?

Zoals wij hebben gezien, is de mensheid ver uit de koers geraakt, ver van een vredige wereld. Puur qua omvang zijn de bovengenoemde toestanden ongekend. Ja, de mensheid bevindt zich op onbekend terrein. Ze maakt een tijd door die de laatste dagen heet.

Wat zal er op deze periode volgen?

[Illustratieverantwoording op blz. 4]

Michael Lewis/Sipa Press