Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w92 1/3 blz. 31
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Vergelijkbare artikelen
  • Middelaar
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Middelaar
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Gods nieuwe verbond nadert zijn voltooiing
    Wereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
  • Nieuwe verbond, Het
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
w92 1/3 blz. 31

Vragen van lezers

Hebreeën 9:16 zegt dat een verbondssluiter moet sterven, wil een verbond geldigheid verkrijgen. Maar God sloot het nieuwe verbond, en hij stierf niet. Hoe moeten wij dit vers dan begrijpen?

Wij lezen in Hebreeën 9:15-17: „Daarom is hij [Christus] dus middelaar van een nieuw verbond, opdat zij die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis zouden ontvangen, aangezien er een sterven heeft plaatsgevonden om hen door losprijs te verlossen van de overtredingen onder het vroegere verbond. Want waar een verbond is, moet de dood van de [menselijke] verbondssluiter worden aangetoond. Want een verbond is geldig over dode slachtoffers, daar het nooit van kracht is zolang de [menselijke] verbondssluiter nog leeft.”a

Jehovah is in werkelijkheid Degene die het nieuwe verbond sluit. In Jeremia 31:31-34 voorzei God specifiek dat hijzelf het nieuwe verbond met zijn volk zou sluiten. De apostel Paulus haalt deze schriftplaats in Hebreeën 8:8-13 aan, hetgeen laat zien dat Paulus besefte dat strikt genomen God dit goddelijke verbond in het leven riep.

In Hebreeën hoofdstuk 9 vervolgde Paulus zijn bespreking echter met de verschillende rollen die Jezus met betrekking tot het nieuwe verbond speelde. Christus kwam als Hogepriester van dit verbond. Uit een ander standpunt bezien was Jezus het slachtoffer voor het nieuwe verbond; slechts „het bloed van de Christus” kan „ons geweten reinigen van dode werken”. Christus was ook de Middelaar van dit verbond, zoals Mozes de middelaar was geweest van het Wetsverbond. — Hebreeën 9:11-15.

Paulus vermeldde dat er een sterven nodig was om verbonden tussen God en mensen te bekrachtigen. Het Wetsverbond is een voorbeeld. Mozes was er de middelaar van, degene die deze overeenkomst tussen God en het vleselijke Israël tot stand zou brengen. Mozes speelde dus een essentiële rol en was de mens die bemoeienissen had met de Israëlieten toen zij in het verbond kwamen. Mozes kon dus bezien worden als de menselijke verbondssluiter van het Wetsverbond dat zijn oorsprong vond bij Jehovah. Maar moest Mozes zijn levensbloed vergieten om het Wetsverbond van kracht te laten worden? Nee. In plaats daarvan werden er dieren geofferd, waarbij hun bloed dus dat van Mozes verving. — Hebreeën 9:18-22.

Wat kan er gezegd worden over het nieuwe verbond tussen Jehovah en de natie van het geestelijke Israël? Jezus Christus had de glorierijke rol van tussenpersoon, de Middelaar tussen Jehovah en het geestelijke Israël. Hoewel Jehovah dit verbond deed ontstaan, berustte het op Jezus Christus. Behalve dat hij de Middelaar ervan was, had Jezus rechtstreekse bemoeienissen in het vlees met degenen die als eersten in dit verbond opgenomen zouden worden (Lukas 22:20, 28, 29). Bovendien kwam hij ervoor in aanmerking het slachtoffer te verschaffen dat nodig was om het verbond te bekrachtigen. Dit slachtoffer bestond niet uit louter dieren maar uit een volmaakt menselijk leven. Daarom kon Paulus naar Christus verwijzen als de menselijke verbondssluiter van het nieuwe verbond. Nadat Christus „in de hemel zelf [was binnengegaan], om nu ten behoeve van ons voor de persoon van God te verschijnen”, werd het nieuwe verbond van kracht. — Hebreeën 9:12-14, 24.

Toen Paulus het over Mozes en Jezus als menselijke verbondssluiters had, suggereerde hij voor geen van beiden dat bij hen de oorsprong lag van de respectieve verbonden, die in werkelijkheid door God waren gesloten. In plaats daarvan waren die twee mensen er als middelaars nauw bij betrokken de respectieve verbonden tot stand te brengen. En in beide gevallen was er een sterven nodig — dieren die voor Mozes in de plaats kwamen, en Jezus die zijn eigen levensbloed offerde voor degenen die in het nieuwe verbond opgenomen werden.

[Voetnoot]

a De twee Griekse woorden die hier voor „van de verbondssluiter” worden gebruikt, worden letterlijk weergegeven als „van de(gene) hebbende gemaakt voor zichzelf verbond” of „van de[gene] makende verbond”. — The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc., en The Interlinear Greek-English New Testament, door dr. Alfred Marshall.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen