Gebruik je wat je hebt?

¹ Jezus Christus gaf zijn discipelen leiding in kwesties met betrekking tot de ware aanbidding. Betreffende Jezus’ gesprek met twee van zijn discipelen bericht Lukas dat Jezus ’hun uitlegde wat in al de Schriften op hem betrekking had’ (Luk. 24:27, 32, 45). De discipelen werden door zijn onderwijs beslist zeer verkwikt en versterkt. Mettertijd moest Jezus hen echter verlaten. Hoe zouden zij zonder hem in staat zijn Gods geschreven Woord te begrijpen? Zouden zij weten hoe zij het in hun leven moesten toepassen?

² Jezus liet zijn discipelen niet hulpeloos achter, overgelaten aan hun eigen onvolmaakte oordeel. Zij kwamen spoedig tot het besef dat Jezus gedurende zijn verblijf bij hen op aarde een overvloed aan informatie had verschaft, die op doeltreffende wijze gebruikt kon worden om hun leiding te geven in een grote verscheidenheid van aangelegenheden. Zij waren in staat te onderscheiden wat zij moesten doen, daar zij ’zich zijn woorden herinnerden’ (Luk. 24:8; Joh. 14:26). Na verloop van tijd werden veel van Jezus’ uitspraken tot ons nut in Gods Woord opgetekend.

³ Toen de christelijke gemeente begon te functioneren, hielpen degenen die de leiding namen de broeders zich te herinneren wat Jezus voordien had onderwezen. In zijn tweede brief schreef Petrus: ’Ik wek door herinnering uw vermogen om helder te denken op, opdat gij zoudt terugdenken aan de woorden die vroeger door de heilige profeten gesproken zijn en aan het door bemiddeling van uw apostelen meegedeelde gebod van de Heer en Redder’ (2 Petr. 3:1, 2). In de meeste gevallen, zelfs wanneer er zeer belangrijke zaken werden beschouwd, was het dus eenvoudig een kwestie van gebruik maken van wat reeds was verschaft. — Hand. 15:12-21.

⁴ Zulk onderricht werd nooit ongeldig, noch raakte het uit de tijd. In de loop der jaren gaf Jehovah zijn volk op progressieve wijze een duidelijker begrip van zijn wil (Spr. 4:18). Aanpassingen in begrip werden door de organisatie goed omschreven en duidelijk gedocumenteerd. Bij dit alles bleven de fundamentele beginselen hetzelfde. Daarom is bijvoorbeeld Jezus’ Bergrede in deze tijd net zo praktisch als toen deze, bijna 2000 jaar geleden, werd uitgesproken. Er is geen behoefte aan nieuwe openbaringen van waarheid wanneer datgene wat wij nodig hebben, reeds is verschaft.

IN DE HUIDIGE GEESTELIJKE BEHOEFTEN VOORZIEN

⁵ Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is de hedendaagse christelijke gemeente progressief voorwaarts gegaan in de richting van een helderder begrip van Jehovah’s Woord. In de loop der jaren is er een grote verscheidenheid van vragen gerezen die duidelijke antwoorden vereisten. „De getrouwe en beleidvolle slaaf” heeft in zulk ’voedsel te rechter tijd’ voorzien (Matth. 24:45). Stuk voor stuk zijn de vragen grondig in het licht van de bijbelse waarheid onderzocht en is er specifieke leiding voor Jehovah’s volk verschaft. Al deze inlichtingen zijn aan ons doorgegeven door middel van de publikaties van de theocratische organisatie, vooral via het tijdschrift De Wachttoren.

⁶ Bij het doorkijken van wat er in de loop der jaren is gepubliceerd, wordt duidelijk dat de publikaties van het Genootschap onderwijs hebben gegeven over vrijwel elk bijbels onderwerp dat bij ons opkomt. Leerstellige kwesties zijn grondig geanalyseerd. Beginselen die het christelijk gedrag besturen zijn duidelijk omschreven. En de vereisten om het grootse predikingswerk ten uitvoer te brengen zijn zorgvuldig uiteengezet. Als resultaat is er tot ieders nut een rijkdom aan bijbelse inlichtingen bijeengebracht. De ingebonden jaargangen van De Wachttoren en Ontwaakt! bijvoorbeeld bevatten een schat aan onderwijs. Als wij de Wachttoren- en Ontwaakt!-jaargangen van 1960 tot en met 1988 zouden bezitten, zouden wij in feite een 58-delige encyclopedie hebben vol belangrijke schriftuurlijke kennis alsook informatie over ontelbare andere onderwerpen. In de rubriek „Vragen van lezers” zijn vele honderden vragen onderzocht. Wij kunnen nauwelijks een onderwerp noemen dat niet op de een of andere manier in een van de publikaties is behandeld. In overeenstemming daarmee is het, wanneer wij in een of ander speciaal opzicht leiding nodig hebben, gewoonlijk eenvoudig een kwestie van ons herinneren wat in het verleden onder onze aandacht werd gebracht.

⁷ Niettemin zou het opzoeken van de specifieke inlichtingen die wij op een bepaald moment nodig hebben, een enorme taak zijn indien wij op ons eigen geheugen zouden moeten vertrouwen. Gelukkig heeft de organisatie voorzien in de Schriftplaatsenindex van Wachttoren-publikaties 1946-1985, die wij kunnen gebruiken om in slechts enkele minuten specifieke details te vinden. De Index verwijst naar zo’n 100 publikaties die verspreid over een periode van 40 jaar zijn uitgegeven. Heb je geleerd de Index te gebruiken om de inlichtingen die je nodig hebt, op te zoeken? Gebruik je wat je hebt? Daarnaast bevatten sommige publikaties een eigen index, hebben wij de Index 1986 en zien wij uit naar nog meer periodieke indexen in het Nederlands.

WEES EEN DADER — GEEN VERGEETACHTIG HOORDER

⁸ De organisatie helpt ons door middel van haar publikaties Jehovah’s wil te onderscheiden. Wij dienen daders te zijn en toe te passen wat wij leren in plaats van vergeetachtige hoorders te zijn (Jak. 1:25). Wat onder onze aandacht wordt gebracht dient niet bezien te worden als onderwijs om, na het vluchtig te hebben beschouwd, naast ons neer te leggen en te vergeten. In plaats daarvan dienen wij te luisteren met het doel het ons in de toekomst, wanneer het nodig is, te herinneren. Om dat te doen, „is het noodzakelijk dat wij meer dan gewone aandacht schenken aan de dingen die wij gehoord hebben”. — Hebr. 2:1.

⁹ Hoe ’schenken wij meer dan gewone aandacht’? De Wachttoren van 15 maart 1989 legt dit uit op bladzijde 14: (1) Wij moeten waardering hebben voor Jehovah’s organisatie en dit tonen door onze samenwerking en het geregeld bezoeken van vergaderingen. (2) Wij moeten ijverig zijn in persoonlijke studie van Gods Woord en de door de slaaf-klasse verschafte publikaties. (3) Het is belangrijk te mediteren over de dingen die wij hebben geleerd, zodat ze in ons leven toegepast kunnen worden en gebruikt kunnen worden om anderen te helpen.

¹⁰ De publikaties verschaffen doorlopend onderwijs over hoe wij het hoofd kunnen bieden aan de uitdagingen waarvoor wij ons geplaatst zien bij het grootbrengen van ons gezin, bij het moreel rein blijven en in onze omgang met anderen. Hoe reageer je op dat onderwijs? Bezie je het met waardering, terwijl je zorgvuldig notitie neemt van dingen die op jou persoonlijk betrekking hebben? Of bezie je het eenvoudig als iets van kortstondig, voorbijgaand belang? Waardering dient ons ertoe te bewegen de inlichtingen in ons op te nemen en erover te mediteren teneinde het ons later te herinneren en er ten volle gebruik van te maken. — Jes. 48:17.

¹¹ Wij dienen meer te doen dan eenvoudig te lezen wat wordt verschaft. Dat kan vaak vrij vluchtig en oppervlakkig zijn. In plaats daarvan moeten wij het bestuderen. Studeren betekent de geest systematisch op een onderwerp richten om het voor toekomstig gebruik te leren kennen, iets tot een voorwerp van beschouwing maken om er iets mee te gaan doen. Dit betekent dat onze mentale benadering van het materiaal in feite bepaalt hoe diep het in onze geest gegrift en in ons dagelijks leven toegepast zal worden. Terwijl wij studeren, dienen wij ons voortdurend af te vragen: Hoe is dit op mij van toepassing? Hoe kan ik dit gebruiken om mijn geestelijke vooruitgang te bevorderen? Welke veranderingen moet ik aanbrengen? Hoe kan ik het gebruiken om anderen te helpen? Hoe zou ik het aan anderen uitleggen?

ONZE VELDDIENST VERBETEREN

¹² Onze Koninkrijksdienst analyseert regelmatig de behoeften en ontwikkelingen in de velddienst, en wijst dan op methoden die ons zullen helpen de meest doeltreffende resultaten te bereiken. Heb je, daar het een maandelijkse publikatie is, de neiging het onderwijs eruit te bezien als slechts geldig of van belang tot aan de volgende uitgave? Een van de fundamentele doeleinden in de bediening is altijd geweest het hart van mensen te bereiken met de Koninkrijksboodschap. In de loop der jaren zijn de interesses, emoties en houdingen van mensen in wezen hetzelfde gebleven. Een grote verscheidenheid van methoden kan doeltreffend worden gebruikt om belangstelling op te wekken. Onze Koninkrijksdienst maakt ons er eenvoudig van bewust wat anderen met succes gebruiken. Hoewel er in een bepaalde periode een aantal variaties zijn gesuggereerd, blijven de basismethoden hetzelfde. Huidige suggesties zijn misschien in het verleden al gegeven en kunnen in de toekomst opnieuw worden gebruikt.

¹³ Nog een uitstekende voorziening is het Redeneren-boek. Bladzijde 8 verklaart dat ’het gebruik van dit handboek je zal helpen de bekwaamheid te ontwikkelen om aan de hand van de Schrift te redeneren en deze doeltreffend te gebruiken om anderen te helpen’. Veel verkondigers hebben vreugdevolle ervaringen verteld die aantonen hoe dit boek werd gebruikt om zeer bevredigende resultaten te bereiken. De informatie is praktisch voor gebruik in vrijwel iedere situatie die wij in onze bediening tegenkomen. Het zou heel nuttig zijn elke week, alvorens aan de velddienst deel te nemen, uitgekozen gedeelten door te nemen. Wij dienen altijd een exemplaar van het boek in onze tas te hebben. Er is ook aanbevolen dat wij het samen met andere publikaties geregeld meenemen naar de vergaderingen. Door het altijd bij de hand te hebben en vertrouwd te zijn met de inhoud ervan, spannen wij ons werkelijk in „volledig toegerust [te zijn] voor ieder goed werk”. — 2 Tim. 3:17.

¹⁴ Wij tonen waardering voor wat Jehovah heeft verschaft door er een goed gebruik van te maken in onze bediening. Het noodzakelijke geestelijke voedsel, alsook de richtlijnen voor onze bediening, zijn in overvloedige mate beschikbaar gesteld. Wij dienen ’diep over deze dingen na te denken, er geheel in op te gaan’ (1 Tim. 4:15). Dit zal ons in staat stellen ons op de juiste tijd te herinneren wat wij nodig hebben. Als wij hulp nodig hebben om ons iets te herinneren, hebben wij de publikaties die zijn ontworpen om ons geheugen op te frissen. In plaats van altijd iets nieuws te verwachten, dienen wij dankbaar te zijn voor wat wij hebben en het ten volle te gebruiken. Wanneer wij dit doen, tonen wij dat wij rijpe mensen zijn, „die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden”. — Hebr. 5:14.