-
Nederig onderworpen aan liefdevolle herdersDe Wachttoren 2007 | 1 april
-
-
Weest gehoorzaam aan hen die onder u de leiding nemen en weest onderdanig, want zij waken over uw ziel als mensen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen, want dit zou voor u schadelijk zijn.” — Hebreeën 13:7, 17.
-
-
Nederig onderworpen aan liefdevolle herdersDe Wachttoren 2007 | 1 april
-
-
Bovendien geeft hij ons de raad om gehoorzaam te zijn en ons te onderwerpen aan de leiding van deze aangestelde mannen. Volgens de Bijbelgeleerde R.T. France is het woord dat hier met „weest gehoorzaam” is vertaald, in het oorspronkelijke Grieks niet „de gebruikelijke term voor gehoorzaamheid, maar [betekent het] letterlijk ’laat u overtuigen’, wat op een bereidwillig aanvaarden van hun leiding duidt”. We gehoorzamen de ouderlingen niet alleen omdat Gods Woord ons dat gebiedt maar ook omdat we ervan overtuigd zijn dat ze de Koninkrijksbelangen en onze belangen op het oog hebben. We zullen beslist gelukkig zijn als we hun leiding bereidwillig aanvaarden.
9. Waarom is het nodig dat we behalve gehoorzaam ook onderdanig zijn?
9 Maar als we er nu eens niet van overtuigd zijn dat de leiding van de ouderlingen in een bepaald geval de beste aanpak is? Dan gaat het erom of we onderdanig zijn. Het is makkelijk gehoorzaam te zijn als alles duidelijk is en we het ermee eens zijn, maar we tonen dat we echt onderdanig zijn als we de gegeven instructies bereidwillig opvolgen, zelfs wanneer we ze persoonlijk niet begrijpen. Petrus, die later een apostel werd, toonde dat soort onderdanigheid. — Lukas 5:4, 5.
-
-
Nederig onderworpen aan liefdevolle herdersDe Wachttoren 2007 | 1 april
-
-
12. Hoe waken opzieners over onze ziel?
12 Een tweede reden om met de opzieners samen te werken is dat ze „waken over [onze] ziel”. Als ze iets in onze houding of ons gedrag bespeuren dat onze geestelijke gezindheid in gevaar zou kunnen brengen, geven ze ons dadelijk de nodige raad om ons „terecht te brengen” (Galaten 6:1). Het Griekse woord dat vertaald is met „waken” betekent letterlijk „zich onthouden van slaap”. Volgens een Bijbelgeleerde duidt het op „de niet-aflatende waakzaamheid van een herder”. Behalve dat ouderlingen hun geestelijke waakzaamheid bewaren, zullen ze misschien ook nog eens ’s nachts wakker liggen uit bezorgdheid voor ons geestelijke welzijn. Dienen we niet bereidwillig samen te werken met zulke liefdevolle onderherders, die hun best doen om de tedere zorg van Jezus Christus, „de grote herder van de schapen”, na te volgen? — Hebreeën 13:20.
13. Aan wie en in welke opzichten moeten de ouderlingen en alle andere christenen rekenschap afleggen?
13 Een derde reden om bereidwillig met de opzieners samen te werken is dat ze over ons waken „als mensen die rekenschap zullen afleggen”. Opzieners houden in gedachte dat ze onderherders zijn die dienst verrichten onder de hemelse Herders, Jehovah God en Jezus Christus (Ezechiël 34:22-24). Jehovah is de Eigenaar van de schapen, die „hij met het bloed van zijn eigen Zoon heeft gekocht”, en hij stelt de aangestelde ouderlingen verantwoordelijk voor de manier waarop ze zijn kudde behandelen; ze moeten dat „teder” doen (Handelingen 20:28, 29). We zijn daarom allemaal verantwoording verschuldigd tegenover Jehovah voor de manier waarop we op zijn leiding reageren (Romeinen 14:10-12). Uit onze gehoorzaamheid aan de aangestelde ouderlingen blijkt ook onze onderdanigheid aan Christus, het Hoofd van de gemeente. — Kolossenzen 2:19.
14. Wat zou ertoe kunnen leiden dat de opzieners hun werk „met zuchten” doen, en welke gevolgen zou dat hebben?
14 Paulus noemde nog een vierde reden waarom we ons nederig aan opzieners moeten onderwerpen. Hij schreef: „Opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen, want dit zou voor u schadelijk zijn” (Hebreeën 13:17). Ouderlingen hebben een zware last aan verantwoordelijkheden te dragen: onderwijzen, herderlijke bezoeken brengen, de leiding nemen in de prediking, hun gezin grootbrengen en problemen in de gemeente behandelen (2 Korinthiërs 11:28, 29). Als we niet met hen samenwerken, maken we hun last alleen maar zwaarder. Dat zal ertoe leiden dat ze gaan „zuchten”. Jehovah is er niet mee ingenomen als we een onbereidwillige houding aan de dag leggen, en het kan voor ons schadelijk blijken te zijn. Maar als we gepast respect tonen en meewerken, kunnen de ouderlingen zich met vreugde van hun taken kwijten, en dat draagt tot eenheid bij en bevordert de vreugde in de Koninkrijksprediking. — Romeinen 15:5, 6.
-