Hoe ziet Jehovah mij?
1. Waarom is de Bijbel als een spiegel?
1 Hoe vaak kijk je in de spiegel? De meesten doen dat elke dag om te controleren of ze er netjes uitzien. De Bijbel wordt wel met een spiegel vergeleken. Door de Bijbel te lezen, kunnen we zien wat voor persoon we vanbinnen zijn, de persoon die Jehovah ziet (1 Sam. 16:7; Jak. 1:22-24). Gods Woord kan „gedachten en bedoelingen van het hart onderscheiden” (Hebr. 4:12). Hoe kan dagelijks in de Bijbel lezen en erover mediteren ons helpen te zien wat we moeten veranderen om een betere prediker te zijn? — Ps. 1:1-3.
2. Hoe kan de Bijbel ons helpen onszelf te onderzoeken?
2 Gebruik de Bijbel als een spiegel: Bijbelverslagen over trouwe aanbidders van Jehovah leren ons welke eigenschappen hij mooi vindt. David kwam bijvoorbeeld op voor Gods naam (1 Sam. 17:45, 46). Jesaja bood zich moedig aan om in een moeilijk gebied te prediken (Jes. 6:8, 9). Jezus hield zo veel van zijn hemelse Vader dat de dienst voor hem geen vervelende last was, maar een bron van voldoening en nieuwe kracht (Joh. 4:34). De eerste christenen predikten ijverig, vertrouwden op Jehovah en waren vastbesloten het niet op te geven (Hand. 5:41, 42; 2 Kor. 4:1; 2 Tim. 4:17). Nadenken over zulke voorbeelden helpt ons naar onszelf te kijken en te zien wat we kunnen verbeteren aan de kwaliteit van onze dienst.
3. Waarom moeten we het niet uitstellen aan onszelf te werken?
3 Breng veranderingen aan: Als je in de spiegel ziet dat er iets niet in orde is en je doet er niets aan, dan heeft het natuurlijk geen nut gehad om in de spiegel te kijken. We kunnen Jehovah vragen of hij ons wil helpen objectief naar onszelf te kijken en vervolgens de nodige veranderingen aan te brengen (Ps. 139:23, 24; Luk. 11:13). Omdat er niet veel tijd meer is en er levens op het spel staan, moeten we het niet uitstellen aan onszelf te werken (1 Kor. 7:29; 1 Tim. 4:16).
4. Wat gebeurt er met iemand die in de Bijbel tuurt en iets doet met wat hij ziet?
4 Jehovah ziet hoe we vanbinnen zijn, en dat is veel belangrijker dan ons uiterlijk (1 Petr. 3:3, 4). Wat gebeurt er met iemand die in de Bijbel tuurt en iets doet met wat hij ziet? Hij is „geen vergeetachtig hoorder maar een dader van het werk” en zal „gelukkig zijn doordat hij het doet” (Jak. 1:25). We worden gelukkige en doeltreffende predikers omdat we „de heerlijkheid van Jehovah gelijk spiegels weerkaatsen” (2 Kor. 3:18).