Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 15/9 blz. 15-20
  • Neem de profeten van God als model

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Neem de profeten van God als model
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zij leden kwaad
  • Zij oefenden geduld
  • „Juist zo deden zij”
  • Zij hadden een positieve instelling
  • Een bron van aanmoediging
  • IJver en een wachtende houding
  • Geduld oefenen in deze tijd
  • Spreek Gods woord onbevreesd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • „Kondigt dit af onder de natiën”
    Leef met Jehovah’s dag in gedachten
  • Volg Jehovah’s geduld na
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Waardeert u Gods geduld jegens u?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 15/9 blz. 15-20

Neem de profeten van God als model

„Broeders, neemt als een model van het lijden van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken.” — JAKOBUS 5:10.

1. Wat helpt Jehovah’s dienstknechten om zelfs wanneer zij worden vervolgd vreugdevol te zijn?

ONDANKS de over de gehele wereld heersende geest van somberheid in deze laatste dagen stralen Jehovah’s dienstknechten vreugde uit. Dit komt doordat zij weten dat zij God behagen. Getuigen van Jehovah bieden ook het hoofd aan vervolging en tegenstand tegen hun openbare bediening omdat zij beseffen dat zij ter wille van de rechtvaardigheid lijden. Jezus Christus zei tot zijn volgelingen: „Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt ter wille van mij. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen; zo immers hebben zij de profeten vóór u vervolgd” (Mattheüs 5:10-12). Ja, telkens wanneer Gods dienstknechten met geloofsbeproevingen worden geconfronteerd, beschouwen zij deze als vreugde. — Jakobus 1:2, 3.

2. Wat kan ons volgens Jakobus 5:10 helpen geduld te oefenen?

2 De discipel Jakobus schreef: „Broeders, neemt als een model van het lijden van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken” (Jakobus 5:10). W. F. Arndt en F. W. Gingrich definiëren het hier met „model” weergegeven Griekse woord (hu·po·deigʹma) als „voorbeeld, model, patroon, in een gunstige betekenis als iets wat iemand tot navolging aanzet of dient aan te zetten”. Zoals uit Johannes 13:15 blijkt, „is dit meer dan een voorbeeld. Het is een uitgesproken prototype” (Theological Dictionary of the New Testament). Jehovah’s hedendaagse dienstknechten kunnen zijn getrouwe profeten dus als model nemen wat ’kwaad lijden’ en ’geduld oefenen’ betreft. Wat kunnen wij nog meer waarnemen wanneer wij hun leven bestuderen? En hoe kan dit ons helpen in onze predikingsactiviteit?

Zij leden kwaad

3, 4. Hoe reageerde de profeet Amos op tegenstand van Amazia?

3 Jehovah’s profeten leden dikwijls kwaad of ondergingen vaak een slechte behandeling. In de negende eeuw v.G.T. bijvoorbeeld bood de kalveraanbidding beoefenende priester Amazia de profeet Amos op boosaardige wijze tegenstand. Leugenachtig beweerde Amazia dat Amos een samenzwering tegen Jerobeam II smeedde door te profeteren dat de koning door het zwaard zou sterven en dat Israël in ballingschap zou gaan. Minachtend zei Amazia tegen Amos: „O visionair, ga, maak dat gij wegkomt naar het land Juda, en eet daar brood, en daar moogt gij profeteren. Maar te Bethel moogt gij voortaan niet meer profeteren, want het is het heiligdom van een koning en het is het huis van een koninkrijk.” Door deze scherpe uitval niet uit het veld geslagen, antwoordde Amos: „Ik was geen profeet, noch was ik de zoon van een profeet; maar ik was een veehoeder en een kerver van vijgen van sycomoorbomen. Jehovah haalde mij toen van achter het kleinvee vandaan, en Jehovah zei vervolgens tot mij: ’Ga, profeteer tot mijn volk Israël.’” — Amos 7:10-15.

4 Jehovah’s geest gaf Amos de kracht om moedig te profeteren. Stelt u zich Amazia’s reactie eens voor toen Amos zei: „Hoor . . . het woord van Jehovah: ’Zegt gij: „Gij moogt niet profeteren tegen Israël, en gij moogt geen woord laten vallen tegen het huis van Isaäk?” Daarom, dit heeft Jehovah gezegd: „Wat uw vrouw betreft, in de stad zal zij een prostituée worden. En wat uw zonen en uw dochters aangaat, door het zwaard zullen zij vallen. En wat uw grond betreft, met het meetsnoer zal die worden verdeeld. En wat uzelf aangaat, op onreine grond zult gij sterven; en wat Israël betreft, het zal zonder mankeren in ballingschap gaan, weg van zijn eigen grond.”’” Die profetie werd vervuld (Amos 7:16, 17). Hoe geschokt moet de afvallige Amazia geweest zijn!

5. Welke parallel kan er getrokken worden tussen de situatie van Jehovah’s hedendaagse dienstknechten en die van de profeet Amos?

5 Dit komt overeen met de situatie van Jehovah’s volk in deze tijd. Wij lijden kwaad omdat wij Gods boodschappen bekendmaken, en velen spreken minachtend over onze predikingsactiviteit. Zeker, onze machtiging om te prediken is niet van een theologisch seminarie afkomstig. Het is veeleer Jehovah’s heilige geest die ons ertoe aanzet het goede nieuws van het Koninkrijk te verkondigen. Wij veranderen noch verwateren Gods boodschap. Daarentegen maken wij die net als Amos gehoorzaam bekend, ongeacht de reactie van degenen die naar ons luisteren. — 2 Korinthiërs 2:15-17.

Zij oefenden geduld

6, 7. (a) Waardoor werd Jesaja’s profeteren gekenmerkt? (b) Hoe handelen Jehovah’s hedendaagse dienstknechten net als Jesaja?

6 Gods profeten oefenden geduld. Jesaja bijvoorbeeld, die in de achtste eeuw v.G.T. als Jehovah’s profeet diende, legde geduld aan de dag. God zei tot hem: „Ga, en gij moet tot dit volk zeggen: ’Hoort steeds weer, maar begrijpt niet; en ziet steeds weer, maar krijgt geen kennis.’ Maak het hart van dit volk onontvankelijk, en maak zelfs hun oren ongevoelig, en strijk zelfs hun ogen dicht, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen, en opdat hun eigen hart niet begrijpt en opdat zij niet werkelijk terugkeren en genezing voor zichzelf verkrijgen” (Jesaja 6:9, 10). En zo reageerde het volk inderdaad. Maar hield Jesaja er daarom mee op? Nee. In plaats daarvan maakte hij geduldig en ijverig Jehovah’s waarschuwingsboodschappen bekend. De Hebreeuwse structuur van Gods zojuist aangehaalde woorden ondersteunt de gedachte van „lange duur” met betrekking tot de door de profeet gedane afkondigingen, die de mensen „steeds weer” te horen kregen. — Gesenius’ Hebrew Grammar.

7 In deze tijd reageren velen net zo op het goede nieuws als de mensen destijds op de door Jesaja overgebrachte woorden van Jehovah reageerden. Evenals die getrouwe profeet herhalen wij de Koninkrijksboodschap echter „steeds weer”. Wij doen dat ijverig en met geduldige volharding, omdat dit Jehovah’s wil is.

„Juist zo deden zij”

8, 9. In welke opzichten is Jehovah’s profeet Mozes een voortreffelijk voorbeeld?

8 De profeet Mozes was een toonbeeld van geduld en gehoorzaamheid. Hij verkoos zich aan de zijde te stellen van de in slavernij gebrachte Israëlieten, maar hij moest geduldig wachten totdat de tijd voor hun bevrijding aangebroken was. Hij woonde veertig jaar in Midian totdat God hem gebruikte om het volk Israël uit slavernij te voeren. Toen Mozes en zijn broer Aäron voor de heerser van Egypte stonden, zeiden en deden zij gehoorzaam wat God gebood. Ja, „juist zo deden zij”. — Exodus 7:1-6; Hebreeën 11:24-29.

9 Geduldig verduurde Mozes de veertig moeilijke jaren die Israël in de wildernis doorbracht. Ook volgde hij gehoorzaam de goddelijke aanwijzingen op in verband met de bouw van de tabernakel van Israël en de vervaardiging van andere voorwerpen die bij Jehovah’s aanbidding werden gebruikt. Zo nauwkeurig volgde de profeet Gods instructies op, dat wij lezen: „Mozes deed nu overeenkomstig alles wat Jehovah hem geboden had. Juist zo deed hij” (Exodus 40:16). Laten wij, wanneer wij in samenwerking met Jehovah’s organisatie onze bediening verrichten, Mozes’ gehoorzaamheid in gedachte houden en de raad van de apostel Paulus toepassen om ’gehoorzaam te zijn aan hen die onder ons de leiding nemen’. — Hebreeën 13:17.

Zij hadden een positieve instelling

10, 11. (a) Waaruit blijkt dat de profeet Hosea een positieve kijk had? (b) Hoe kunnen wij een positieve instelling bewaren wanneer wij naar de mensen in ons gebied gaan?

10 De profeten moesten een positieve instelling hebben bij het bekendmaken van zowel oordeelsboodschappen als profetieën waaruit Gods liefdevolle zorg voor de hier en daar in Israël nog aanwezige getrouwen sprak. Dit kon gezegd worden van Hosea, die minstens 59 jaar als profeet heeft gediend. Op positieve wijze bleef hij Jehovah’s boodschappen verkondigen, en hij besloot zijn profetische boek met de woorden: „Wie is wijs, dat hij deze dingen begrijpt? Beleidvol, dat hij ze weet? Want de wegen van Jehovah zijn recht, en het zijn de rechtvaardigen die ze zullen bewandelen; maar de overtreders zijn het die erop zullen struikelen” (Hosea 14:9). Laten wij, zolang Jehovah het ons vergunt getuigenis te geven, een positieve instelling hebben en blijven zoeken naar degenen die zo wijs zullen zijn Gods onverdiende goedheid te aanvaarden.

11 Om ’te onderzoeken wie het waard is’, moeten wij volharden en de dingen positief bezien (Mattheüs 10:11). Als wij bijvoorbeeld onze sleutels kwijt zouden zijn, zouden wij op onze schreden kunnen terugkeren om te zoeken op de verschillende plekken waar wij geweest zijn. Wij vinden ze misschien pas terug nadat wij dit herhaaldelijk hebben gedaan. Laten wij op soortgelijke wijze volharden in het zoeken naar met schapen te vergelijken mensen. Wat een vreugde hebben wij niet wanneer zij in vaak bewerkt gebied gunstig op het goede nieuws reageren! En wat zijn wij blij dat God ons werk zegent in landen waar onze openbare bediening voorheen door beperkende bepalingen aan banden was gelegd! — Galaten 6:10.

Een bron van aanmoediging

12. Welke profetie van Joël heeft een twintigste-eeuwse vervulling, en op welke wijze?

12 De woorden van Jehovah’s profeten kunnen voor ons een grote aanmoediging in onze bediening zijn. Beschouw bijvoorbeeld de profetie van Joël eens. Ze bevat oordeelsboodschappen die in de negende eeuw v.G.T. tot afvallige Israëlieten en anderen waren gericht. Toch profeteerde Joël onder inspiratie ook: „Het [moet] geschieden dat ik [Jehovah] mijn geest zal uitstorten op alle soorten van vlees, en uw zonen en uw dochters zullen stellig profeteren. Wat uw oude mannen betreft, dromen zullen zij dromen. Wat uw jonge mannen betreft, visioenen zullen zij zien. En zelfs op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal ik in die dagen mijn geest uitstorten” (Joël 2:28, 29). Dit bleek met betrekking tot Jezus’ volgelingen vanaf Pinksteren 33 G.T. zo te zijn. En wat een grootse vervulling van deze profetie zien wij in deze twintigste eeuw! Thans zijn er miljoenen die „profeteren”, ofte wel Jehovah’s boodschap verkondigen — van wie er ruim 600.000 als pioniers in de volle-tijddienst zijn.

13, 14. Wat kan jonge christenen helpen vreugde uit de velddienst te putten?

13 Veel Koninkrijksverkondigers zijn jonge mensen. Het is voor hen niet altijd gemakkelijk om met oudere personen over de bijbel te spreken. Soms krijgen jeugdige dienstknechten van Jehovah te horen: ’Je verspilt je tijd met prediken’, en ’je zou met iets anders bezig moeten zijn’. Jonge getuigen van Jehovah kunnen dan tactvol antwoorden dat het hun spijt dat de persoon er zo over denkt. Eén jeugdige prediker van het goede nieuws vindt het nuttig daaraan toe te voegen: „Ik vind dat ik er echt profijt van heb met oudere mensen zoals u te praten, en ik vind het fijn.” Natuurlijk is het prediken van het goede nieuws beslist geen tijdverspilling. Er staan levens op het spel. Bij monde van Joël verklaarde God verder: „Het moet geschieden dat een ieder die de naam van Jehovah aanroept, veilig zal ontkomen.” — Joël 2:32.

14 Kinderen die hun ouders vergezellen in de activiteiten van de Koninkrijksprediking, zijn blij als hun ouders hen helpen zich persoonlijke doeleinden te stellen. Stap voor stap vorderen zulke jongeren van het voorlezen van een schriftplaats tot het uitleggen van hun op de bijbel gebaseerde hoop en het aanbieden van geschikte lectuur aan geïnteresseerden. Wanneer jonge Koninkrijksverkondigers hun eigen vooruitgang en Jehovah’s zegen zien, schenkt de prediking van het goede nieuws hun grote vreugde. — Psalm 110:3; 148:12, 13.

IJver en een wachtende houding

15. Hoe kan Ezechiëls voorbeeld een hulp voor ons zijn om onze ijver voor de Koninkrijksprediking opnieuw aan te wakkeren?

15 Gods profeten waren ook voorbeeldig in het aan de dag leggen van zowel ijver als een wachtende houding — hoedanigheden die wij thans in onze bediening nodig hebben. Toen wij voor het eerst de waarheid uit Gods Woord leerden kennen, wakkerde dit vermoedelijk ijver in ons aan zodat wij ertoe bewogen werden vrijmoedig te spreken. Maar sindsdien zijn er misschien jaren verstreken en hebben wij ons getuigenisgebied wellicht dikwijls bewerkt. Misschien staan nu minder mensen open voor de Koninkrijksboodschap. Heeft dit onze ijver bekoeld? Zo ja, beschouw dan eens de profeet Ezechiël, wiens naam „God sterkt” betekent. Hoewel Ezechiël in het oude Israël met mensen werd geconfronteerd die hard van hart waren, sterkte God hem en maakte Hij in figuurlijke zin zijn voorhoofd harder dan vuursteen. Aldus was Ezechiël in staat zijn bediening gedurende vele, vele jaren te volbrengen, of het volk nu luisterde of niet. Zijn voorbeeld laat zien dat wij dat ook kunnen, en het kan een hulp voor ons zijn om onze ijver voor het predikingswerk opnieuw aan te wakkeren. — Ezechiël 3:8, 9; 2 Timotheüs 4:5.

16. Welke houding van Micha dienen wij aan te kweken?

16 Iemand met een opmerkelijk geduld was Micha, die in de achtste eeuw v.G.T. profeteerde. „Wat mij aangaat,” zo schreef hij, „naar Jehovah zal ik blijven uitzien. Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven. Mijn God zal mij horen” (Micha 7:7). Micha’s vertrouwen wortelde in zijn sterke geloof. Evenals de profeet Jesaja wist Micha dat Jehovah beslist zou doen wat Hij zich had voorgenomen. Wij weten dit ook (Jesaja 55:11). Laten wij daarom een wachtende houding ten aanzien van de vervulling van Gods beloften aankweken. En laten wij ijverig het goede nieuws prediken, zelfs in gebieden waar de mensen weinig belangstelling voor de Koninkrijksboodschap tonen. — Titus 2:14; Jakobus 5:7-10.

Geduld oefenen in deze tijd

17, 18. Welke voorbeelden uit de oudheid en in deze tijd kunnen ons helpen geduld te oefenen?

17 Sommige van Jehovah’s profeten volhardden geduldig jarenlang in hun toewijzing zonder evenwel de vervulling van hun profetieën te zien. Toch helpt hun geduldige volharding, dikwijls terwijl zij slecht behandeld werden, ons te beseffen dat wij onze bediening kunnen volbrengen. Wij kunnen ook profijt trekken van het voorbeeld van getrouwe gezalfden in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Hoewel hun hemelse hoop niet zo snel werd verwezenlijkt als zij hadden verwacht, lieten zij niet toe dat teleurstelling over een schijnbaar uitstel hun ijver bekoelde om Gods wil te doen zoals hij die aan hen openbaarde.

18 Jarenlang hebben veel van deze christenen geregeld De Wachttoren en het zustertijdschrift Ontwaakt! (voorheen Het Gouden Tijdperk en later Vertroosting geheten) verspreid. IJverig stelden zij deze gewaardeerde tijdschriften ter beschikking van mensen op straat, alsook in de huizen op tijdschriftenroutes, zoals wij die thans noemen. Een bejaarde zuster die haar aardse loopbaan had beëindigd, werd al snel gemist door voorbijgangers die gewend waren haar op straat te zien prediken. Wat een getuigenis heeft zij gedurende haar vele jaren van getrouwe dienst gegeven, zoals blijkt uit de waarderende opmerkingen van degenen die haar openbare bediening hadden gadegeslagen! Verspreidt u als Koninkrijksverkondiger geregeld De Wachttoren en Ontwaakt! aan degenen die u in uw bediening ontmoet?

19. Welke aanmoediging biedt Hebreeën 6:10-12 ons?

19 Beschouw ook het geduld en de getrouwe dienst van de broeders die als leden van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen dienen. Verscheidenen van hen zijn nu in het negende of tiende decennium van hun leven, maar nog steeds zijn zij Koninkrijksverkondigers die ijverig hun toegewezen taken behartigen (Hebreeën 13:7). En wat te zeggen van andere bejaarden die de hemelse hoop hebben en ook sommigen onder de „andere schapen” die op leeftijd raken? (Johannes 10:16) Zij kunnen er zeker van zijn dat God niet onrechtvaardig is, zodat hij hun werk en de liefde die zij voor zijn naam tonen, zou vergeten. Mogen bejaarde getuigen van Jehovah, samen met jongere medegelovigen, er krachtig mee voortgaan te doen wat zij kunnen, terwijl zij geloof oefenen en geduld aan de dag leggen in Gods dienst (Hebreeën 6:10-12). Dan zullen zij, hetzij door middel van de opstanding, zoals dit het geval zal zijn met de profeten uit de oudheid, of doordat zij de komende „grote verdrukking” overleven, de rijke beloning van eeuwig leven oogsten. — Mattheüs 24:21.

20. (a) Wat hebt u geleerd van het „model” van de profeten? (b) Hoe kan een geduld als dat van de profeten een hulp voor ons zijn?

20 Wat een voortreffelijk model hebben Gods profeten ons nagelaten! Omdat zij lijden verduurden, geduld oefenden en andere godvruchtige hoedanigheden aan de dag legden, kregen zij het voorrecht om in Jehovah’s naam te spreken. Laten wij, als zijn hedendaagse Getuigen, zijn zoals zij en even resoluut zijn als de profeet Habakuk, die verklaarde: „Op mijn wachtpost wil ik blijven staan, en ik wil geposteerd blijven op het bolwerk; en ik zal wacht houden, om te zien wat [God] door mij zal spreken” (Habakuk 2:1). Laten wij net zo vastberaden zijn terwijl wij geduld oefenen en vreugdevol in het openbaar de luisterrijke naam van onze Grootse Schepper, Jehovah, blijven bekendmaken! — Nehemia 8:10; Romeinen 10:10.

Hebt u de volgende punten begrepen?

◻ Welk voorbeeld van moed gaf de profeet Amos?

◻ In welke opzichten was de profeet Mozes voorbeeldig?

◻ Hoe kunnen Jehovah’s hedendaagse Getuigen net als Amos en Jesaja handelen?

◻ Wat kunnen christelijke bedienaren leren van het gedrag van Hosea en Joël?

◻ Hoe kunnen wij profijt trekken van de voorbeelden van Ezechiël en Micha?

[Illustratie op blz. 16]

Ondanks Amazia’s verwoede tegenstand gaf Jehovah’s geest Amos de kracht om moedig te profeteren

[Illustratie op blz. 18]

Getrouwe gezalfden hebben een voortreffelijk voorbeeld gegeven door geduld te oefenen in Jehovah’s dienst

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen