’Moet ik mij laten dopen?’
VAN alle beslissingen die wij in ons leven moeten nemen, is er misschien niet één die belangrijker is dan deze: ’Moet ik mij laten dopen?’ Waarom is dat zo belangrijk? Omdat de beslissing die wij in verband met deze vraag nemen niet alleen rechtstreeks van invloed is op onze huidige levensloop maar ook op ons eeuwige welzijn.
Staat u voor deze beslissing? Misschien hebt u enige tijd met Jehovah’s Getuigen de bijbel bestudeerd. Of als je een jongere bent, hebben je ouders je wellicht van kindsbeen af in de Schrift onderwezen. Nu hebt u het punt bereikt dat u moet beslissen wat u dient te doen. Om de juiste beslissing te nemen, zult u moeten begrijpen wat de doop inhoudt en wie gedoopt dienen te worden.
Wat de doop inhoudt
De doop is, enigszins zoals een huwelijksvoltrekking, een ceremonie die een bepaalde verhouding of band plechtig bekrachtigt. In het geval van een huwelijksvoltrekking hebben de man en vrouw om wie het gaat al een hechte band opgebouwd. De huwelijksceremonie maakt slechts openbaar wat zij onder vier ogen zijn overeengekomen, namelijk dat zij nu samen de feitelijke huwelijksverbintenis aangaan. Ook kan het paar hierdoor van bepaalde voorrechten genieten en krijgen zij verantwoordelijkheden die zij in het leven dat zij samen gaan leiden, moeten nakomen.
De situatie is bij de doop ongeveer hetzelfde. Terwijl wij de bijbel bestuderen, vernemen wij over de liefdevolle dingen die Jehovah voor ons heeft gedaan. Hij heeft ons niet alleen ons leven gegeven en alles wat wij nodig hebben om het in stand te houden, maar ook zijn eniggeboren Zoon om het voor de zondige mensheid mogelijk te maken in een verhouding tot Hem te geraken en eeuwig leven op een paradijsaarde te verkrijgen. Wanneer wij over dit alles nadenken, worden wij dan niet tot daden bewogen?
Wat kunnen wij doen? Gods Zoon, Jezus Christus, zegt ons: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen” (Mattheüs 16:24). Ja, wij kunnen discipelen van Jezus Christus worden en zijn voorbeeld volgen in het dienen van de belangen van zijn Vader, Jehovah. Maar om dit te kunnen doen is het nodig dat wij onszelf „verloochenen”, dat wil zeggen, vrijwillig besluiten om Gods wil boven onze eigen wil te stellen; dit betekent dat wij ons leven aanbieden, of opdragen, aan het doen van zijn wil. Om deze vrijwillige en persoonlijke beslissing bekend te maken, wordt er een openbare ceremonie gehouden. De waterdoop is die ceremonie om in het openbaar te symboliseren dat wij ons aan God hebben opgedragen.
Wie dienen gedoopt te worden?
Jezus Christus gaf zijn volgelingen de opdracht te ’gaan en discipelen te maken van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en hun te leren onderhouden alles wat hij hun geboden had’ (Mattheüs 28:19, 20). Er wordt dus duidelijk een mate van rijpheid van hart en geest verlangd van degenen die gedoopt zullen worden. Door hun persoonlijke studie van het Woord van God zijn zij gaan beseffen dat het nodig is ’berouw te hebben en zich om te keren’ van hun vroegere levenswijze (Handelingen 3:19). Daarna hebben zij ingezien dat zij het evangelisatiewerk dat door Jezus Christus verricht werd, op zich moeten nemen en zijn discipelen moeten worden. Dit alles heeft vóór de stap van de doop plaatsgevonden.
Hebt u in uw geestelijke ontwikkeling dit stadium bereikt? Hebt u het verlangen God te dienen? Zo ja, beschouw dan onder gebed het bijbelse verslag van de Ethiopische eunuch, zoals dat in Handelingen hoofdstuk 8 staat opgetekend. Toen de profetieën omtrent Jezus de Messias aan deze man uitgelegd werden, onderzocht hij zijn hart en geest en vroeg vervolgens: „Wat belet mij gedoopt te worden?” Blijkbaar was er niets wat hem belette; dus werd hij gedoopt. — Handelingen 8:26-38.
In deze tijd stellen velen dezelfde vraag: „Wat belet mij gedoopt te worden?” Als gevolg hiervan werden er in 1991 300.945 pas opgedragen personen gedoopt. Dit was een bron van grote vreugde voor heel Jehovah’s volk, en de ouderlingen in de gemeenten zijn blij nog meer rechtgeaarde personen te kunnen helpen vorderingen te maken en aan de vereisten voor de doop te voldoen.
Het zou echter kunnen gebeuren dat de ouderlingen in uw gemeente u aanraden te wachten. Of als je een jongere bent, zeggen je ouders misschien dat je moet wachten. Wat dan te doen? Wees niet ontmoedigd. Houd in gedachte dat het een zeer ernstige aangelegenheid is een persoonlijke verhouding met de Allerhoogste aan te gaan. Er moet aan hoge maatstaven worden voldaan en die maatstaven moeten worden gehandhaafd. Luister dus naar de geboden suggesties en pas die van ganser harte toe. Indien u de redenen die gegeven worden niet helemaal begrijpt, wees dan niet beschroomd maar stel vragen totdat u echt begrijpt welke voorbereidingen u moet treffen.
Anderzijds aarzelen sommigen misschien om, zoals zij het zeggen, de grote stap te doen. Bent u een van hen? Natuurlijk kunnen er duidelijke redenen zijn waarom u uw opdracht en doop moet uitstellen. Maar als u aan de vereisten voldoet en toch nog aarzelt, is het goed uzelf af te vragen: „Wat belet mij gedoopt te worden?” Analyseer in gebed uw situatie en kijk of u werkelijk een geldige reden hebt waarom u het uitstelt gunstig te reageren op Jehovah’s uitnodiging om een persoonlijke verhouding met hem aan te gaan.
’Ik ben nog jong’
Als je een jongere bent, zou je kunnen denken: ’Ik ben nog jong.’ Het is waar dat zolang jonge mensen gehoorzaam blijven aan hun ouders, op hun leiding blijven reageren en de Schrift zo goed mogelijk toepassen, zij het vertrouwen kunnen hebben dat Jehovah hen als „heilig” beziet. In feite zegt de bijbel ons dat Gods goedkeuring van rechtvaardige ouders zich tot afhankelijke kinderen uitstrekt (1 Korinthiërs 7:14). Maar in de bijbel wordt geen leeftijdsgrens gegeven waar deze periode van afhankelijkheid eindigt. Het is daarom belangrijk dat christelijke jongeren ernstig nadenken over de vraag: ’Moet ik mij laten dopen?’
De bijbel moedigt jongeren aan ’hun Grootse Schepper in hun jongelingsdagen te gedenken’ (Prediker 12:1). In dit opzicht hebben wij het voorbeeld van de jonge Samuël, die „diende voor het aangezicht van Jehovah, als een jongen”. Ook is er het voorbeeld van Timotheüs, die van kindsbeen af de waarheid die zijn moeder en zijn grootmoeder hem leerden, ter harte nam. — 1 Samuël 2:18; 2 Timotheüs 1:5; 3:14, 15.
Evenzo hebben veel jongeren in deze tijd hun leven aan het dienen van Jehovah opgedragen. Akifoesa, een vijftienjarige jongen, zei dat een aandeel op de dienstvergadering hem had geholpen de beslissing te nemen zich te laten dopen. Ajoemi liet zich dopen toen zij tien jaar was. Zij wilde Jehovah dienen omdat zij hem werkelijk was gaan liefhebben. Nu is zij dertien en heeft onlangs kunnen meemaken dat een bijbelstudente van haar, die eveneens Jehovah was gaan liefhebben, zich op de leeftijd van twaalf jaar liet dopen. Ook Ajoemi’s jongere broer Hikaroe werd op tienjarige leeftijd gedoopt. „Sommigen zeiden dat ik te jong was,” vertelt hij, „maar Jehovah wist hoe ik erover dacht. Ik was vastbesloten mij te laten dopen toen ik eenmaal de beslissing had genomen mijn leven op te dragen om hem met alles wat ik had te dienen.”
Ook het voorbeeld van ouders speelt een rol, zoals blijkt uit de ervaring van een jonge zuster. Haar vader verbood haar moeder de bijbel met haar en haar broer en zus te bestuderen. Hij sloeg hen en verbrandde hun boeken. Maar door de volharding en het geloof van de moeder zagen de kinderen in hoe belangrijk het is Jehovah God te dienen. Dit jonge meisje werd gedoopt toen zij dertien was en haar jongere broer en zus hebben haar voorbeeld gevolgd.
’Ik ben te oud’
De psalmist zei: ’Gij oude mannen te zamen met knapen, looft de naam van Jehovah’ (Psalm 148:12, 13). Ja, ouderen moeten eveneens inzien dat zij hun standpunt aan Jehovah’s zijde moeten innemen. Sommige ouderen zijn echter geneigd om veranderingen te vermijden. Zij vinden dat „oude beren dansen leren, zwepen verknoeien is”. Maar bedenk dat de getrouwe Abraham 75 jaar was toen Jehovah tegen hem zei: „Verlaat uw land en uw bloedverwanten en kom naar het land dat ik u zal tonen” (Handelingen 7:3; Genesis 12:1, 4). Mozes was 80 toen Jehovah hem de opdracht gaf: ’Leid mijn volk uit Egypte’ (Exodus 3:10). Deze mannen en anderen waren allemaal reeds gewend aan een bepaalde levenswijze toen zij door Jehovah gevraagd werden hun liefde en toewijding jegens hem te tonen. Zij aarzelden niet om gehoor te geven aan Jehovah’s oproep.
Wat valt er over deze tijd te zeggen? Sjizoemoe was al 78 jaar boeddhist toen hij met een studie van de bijbel begon. Zijn familie werkte hem tegen en liet hem zelfs niet in zijn eigen huis studeren. Al na een jaar zag hij in dat hij zich aan Jehovah moest opdragen, en hij liet zich dopen. Waarom bracht hij deze verandering aan? Hij zei: „Vele jaren lang was ik door valse religie voor de gek gehouden, en ik wilde de waarheid voor altijd van Jehovah blijven ontvangen.”
’Nu wordt gij daardoor gered’
De tijd wordt steeds korter. Er staan levens, waaronder dat van u, op het spel. Het is dringend noodzakelijk dat u ernstig nadenkt over de opdracht aan Jehovah en het symboliseren hiervan door de waterdoop. De apostel Petrus legde hier de nadruk op door te zeggen: „Ook nu wordt gij gered door . . . de doop.” Verder legde hij uit dat de doop „niet het wegdoen van de vuiligheid van het vlees” is (iemand zou dat al gedaan hebben voordat hij voor de doop in aanmerking kwam) „maar het verzoek aan God om een goed geweten”. — 1 Petrus 3:21.
Doordat de gedoopte discipel aan Jehovah’s vereisten heeft voldaan, komt hij in het bezit van een goed geweten. Door zijn best te blijven doen in het dienen van Jehovah geniet hij vrede des geestes en voldoening (Jakobus 1:25). Bovendien kan hij vol vertrouwen eindeloze zegeningen van Jehovah in het komende nieuwe samenstel tegemoetzien. Moge dat uw deel zijn als u positief reageert op de vraag: ’Moet ik mij laten dopen?’
[Illustratie op blz. 21]
Als jongen diende Samuël voor het aangezicht van Jehovah
[Illustratie op blz. 22]
Mozes was 80 toen hij een opdracht van Jehovah kreeg
[Illustraties op blz. 23]
Nu kunnen zowel jongeren als ouderen die zich laten dopen, eindeloze zegeningen in Gods nieuwe samenstel tegemoetzien