-
Voor Gods wil leven — nu en voor eeuwigDe Wachttoren 1986 | 1 juli
-
-
3. Welke raad met betrekking tot onze gezindheid gaf Petrus?
3 Petrus, die veel samen met Jezus had beleefd, geloofde dat er een zeer goede reden bestond waarom iemand voor Gods wil zou leven in plaats van voor zijn eigen wil. Hij zei: „Daar Christus dan in het vlees heeft geleden, zo wapent ook gij u met dezelfde gezindheid, want de persoon die in het vlees heeft geleden, heeft opgehouden te zondigen, om de rest van zijn tijd in het vlees niet meer voor de begeerten van mensen te leven, maar voor Gods wil.” — 1 Petrus 4:1, 2.
4. Hoe toonde Jezus zijn onderworpenheid aan zijn Vader?
4 Waarom heeft Jezus in het vlees geleden? Omdat hij aan de zijde van zijn Vader stond in de strijdvraag met betrekking tot de universele soevereiniteit of heerschappij. Hij bewees dat God waarachtig is en Satan een leugenaar. En hij deed dat door zijn aardse leven door God te laten beheersen, ook al had dit tot gevolg dat hij als martelaar stierf. — 2 Korinthiërs 5:14, 15.
5. Voor welke uitdaging plaatst Christus’ voorbeeld ons?
5 Toch was zijn dood een uitdrukking van Gods door bemiddeling van Christus betoonde liefde (1 Johannes 4:10). Hoe dat zo? Omdat er voor de gehele mensheid voordelen uit zouden voortvloeien (Romeinen 5:8; 6:23). Maar hoevelen zijn bereid om deze voordelen te aanvaarden? Hoevelen zijn bereid Christus na te volgen en in onderworpenheid aan Gods wil hun eigen begeerten prijs te geven? — Hebreeën 13:15, 17.
-
-
Voor Gods wil leven — nu en voor eeuwigDe Wachttoren 1986 | 1 juli
-
-
Christus’ gezindheid
9, 10. (a) Waarmee moeten wij ons wapenen? (Filippenzen 2:5-8) (b) Wat is er zo bijzonder aan het Griekse woord dat in 1 Petrus 4:1 met „gezindheid” wordt weergegeven?
9 Wat kan het ons gemakkelijker maken ons aan Gods wil te onderwerpen? Volgens de in paragraaf 3 aangehaalde raad van Petrus moeten wij ons met „dezelfde gezindheid” wapenen die Jezus had. — 1 Petrus 4:1.
10 Petrus gebruikt hier een Grieks woord dat slechts tweemaal in de Griekse Geschriften wordt aangetroffen — en·noiʹa. Hoewel de meeste vertalers het met „gedachte” weergeven, is het niet het gebruikelijke Griekse woord voor „gedachte”, namelijk nous. Petrus had dan ook, onder inspiratie, een specifiek punt in gedachten toen hij voor dit minder gebruikelijke zelfstandige naamwoord koos. W. E. Vine, een geleerde op het gebied van het Grieks, zegt dat en·noiʹa „duidt op doel, bedoeling, oogmerk”. J. H. Thayers Greek-English Lexicon definieert het als „wijze van denken en gevoelen”.
11. Wat kunnen wij uit Jezus’ voorbeeld leren over de wijze waarop wij ons leven moeten gebruiken?
11 Uit Jezus’ zelfopofferende handelwijze bleek duidelijk zijn doel of oogmerk. Hij leidde geen oppervlakkig leven, zuiver gericht op genoegens en pleziertjes. Hij wist dat hij zijn vroegere leven in de hemel niet had opgegeven om enkele jaren op aarde te verknoeien met het najagen van zelfzuchtige bezigheden. (Zie het contrast in Genesis 6:1, 2, 4 en Judas 6.) Daarom zei hij: „Ik ben niet uit de hemel neergedaald om mijn wil te doen, maar de wil van hem die mij heeft gezonden” (Johannes 6:38). Jezus liet zich door niets van zijn toewijding aan de zaak van zijn Vader afbrengen en stelde die altijd boven zijn eigen wil, zelfs toen dit inhield dat hij een smadelijke dood moest sterven. — Lukas 22:42.
12, 13. (a) Hoe gaf Jezus bij de Jakobsbron blijk van zijn gezindheid? (b) Wat bedoelde Jezus toen hij zei: „Ik heb voedsel te eten dat gij niet kent”?
12 Zelfs als Jezus moe en hongerig was, gaf hij duidelijk blijk van zijn gezindheid jegens zijn Vaders wil. Bij een bepaalde gelegenheid, toen zijn discipelen voedsel waren gaan kopen, rustte hij wat uit bij de Jakobsbron. In plaats van een welverdiend dutje te doen in afwachting van de terugkomst van de discipelen, getroostte hij zich inspanningen om Gods wil te doen. Hij deed een voor een jood ongewone stap. Hij begon een gesprek met een Samaritaanse vrouw. Hij opende haar ogen zodat zij iets omtrent de ware God ging begrijpen. Ten gevolge daarvan ’stelden velen der Samaritanen uit die stad geloof in hem om het woord van de vrouw’. — Johannes 4:6-26, 39-42.
13 Toen zijn discipelen waren teruggekeerd, drongen zij er bij hem op aan iets te eten. Welk antwoord gaf hij hun? „Ik heb voedsel te eten dat gij niet kent.” Zij stonden verbijsterd over zijn antwoord totdat hij eraan toevoegde: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.” Het schonk Jezus duidelijk vreugde zich aan de wil van zijn Vader te onderwerpen. Voor hem was dit gelijk voedsel, en net zoals dit met het eten van goed voedsel het geval is, gaf het hem echt een gevoel van bevrediging. Indien wij werkelijke voldoening uit ons leven willen putten, kunnen wij het beste het voorbeeld van Jezus Christus volgen. — Johannes 4:31-38.
Resultaten van Christus’ gezindheid
14. Wat hebben wij nodig om Christus’ gezindheid te bezitten? Licht dit toe.
14 Welke invloed dient het bezitten van Christus’ gezindheid op ons te hebben? Indien wij leren net zo te denken als Christus, dan zullen wij een innerlijke kracht bezitten die ons ertoe zal leiden datgene te doen wat Jezus onder welke omstandigheid maar ook zou doen (Lukas 22:42; Efeziërs 4:23, 24). Deze kracht zal niet voortspruiten uit louter vrees voor straf, zoals streng onderricht van de ouderlingen in de gemeente, maar veeleer uit een overweldigende waardering voor Jehovah’s wetten en beginselen. Wij kunnen de situatie vergelijken met die van iemand die zich alleen maar aan de verkeersregels houdt wanneer er een politieagent in de buurt is — hij onderwerpt zich alleen aan een invloed van buitenaf. Maar iemand die waarde hecht aan het leven, zijn naaste liefheeft en inziet dat het verstandig is dat er verkeersregels zijn, zal zich eraan houden omdat hij de wet eerbiedigt. Hij heeft een sterke innerlijke motivatie. — Psalm 51:10.
15. (a) Waardoor wordt bewezen dat Jezus een innerlijke kracht had die zijn denken aandreef? (Efeziërs 4:23) (b) Welke voorbeelden van rechtschapenheid vormen een bewijs dat hedendaagse christenen de gezindheid van Christus bezitten?
15 Jezus bezat die innerlijke kracht die ’zijn denken aandreef’.
-