Wat is de sleutel tot waar christendom?
IN DEZE tijd beweren meer mensen tot het christendom te behoren dan tot enige andere religieuze groepering. Maar de geloofsovertuigingen van deze zogenaamde christenen zijn tegenstrijdig, er is onder hen geen eenheid en soms doden zij elkaar zelfs. Het is duidelijk dat velen geen ware christenen zijn. Jezus zei dat velen in onze tijd tot hem zouden zeggen: „Heer, Heer”, met andere woorden, zouden beweren christenen te zijn, maar hij zou tot hen zeggen: „Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid” (Mattheüs 7:21, 23). Natuurlijk zou niemand van ons tot hen willen behoren! Hoe kunnen wij dan weten of wij ware christenen zijn?
Het is een feit dat er heel wat nodig is om een ware christen te zijn. Een ware christen moet een sterk geloof hebben, want ’zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn’ (Hebreeën 11:6). Zo’n sterk geloof moet vergezeld gaan van juiste daden. De discipel Jakobus waarschuwde dat ’geloof zonder werken dood is’ (Jakobus 2:26). Bovendien moet een christen de autoriteit van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” erkennen (Mattheüs 24:45-47). Maar de sleutel tot waar christendom staat los van deze dingen.
Wat is de sleutel? De apostel Paulus verklaarde in zijn eerste brief aan de Korinthiërs: „Al spreek ik de talen van mensen en van engelen, maar heb geen liefde, dan ben ik een klinkend stuk koper of een schallende cimbaal geworden. En al heb ik de gave van profeteren en ben vertrouwd met alle heilige geheimen en alle kennis, en al bezit ik al het geloof, zodat ik bergen kan verzetten, maar heb geen liefde, dan ben ik niets. En al geef ik al mijn bezittingen om anderen te spijzigen, en al geef ik mijn lichaam over om te kunnen roemen, maar heb geen liefde, dan baat het mij in het geheel niet.” — 1 Korinthiërs 13:1-3.
Liefde is dus de sleutel tot waar christendom. Geloof, werken en juiste omgang zijn van groot belang, onontbeerlijk. Maar zonder liefde hebben ze geen werkelijke waarde. Waarom niet?
Voornamelijk wegens de soort van God die wij aanbidden. De apostel Johannes beschreef Jehovah, de God van het ware christendom, met de woorden: „God is liefde” (1 Johannes 4:8). Jehovah God heeft nog veel meer eigenschappen, zoals macht, gerechtigheid en wijsheid, maar aangezien hij in de eerste plaats een God van liefde is, wat voor soort van mensen zou hij dan willen dat zijn aanbidders zijn? Ongetwijfeld personen die hem navolgen en liefde aankweken. — Mattheüs 5:44, 45; 22:37-39.
Een juiste beweegreden
Ja, liefde maakt dat christenen als de God zijn die zij aanbidden. Het betekent dat hun beweegredenen gelijk zijn aan die van God. Welke beweegreden in het bijzonder bewoog Jehovah God ertoe Jezus naar de aarde te zenden om ons in de gelegenheid te stellen eeuwig leven te verwerven? Liefde. „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Wat dient dus onze beweegreden te zijn bij het doen van Gods wil? Nogmaals: liefde. „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden.” — 1 Johannes 5:3.
Is het mogelijk God met een verkeerde beweegreden te dienen? Ja. Paulus noemde enkelen in zijn tijd die uit afgunst en wedijver dienden (Filippenzen 1:15-17). Dat zou ook ons kunnen overkomen. Deze wereld is erg prestatiegericht, en die geest zou ons kunnen beïnvloeden. Wij zijn misschien trots omdat wij menen dat wij een betere spreker zijn of omdat wij meer lectuur kunnen verspreiden dan anderen. Misschien vergelijken wij onze dienstvoorrechten met die van een ander en worden dan verwaand — of afgunstig. Een ouderling zou zo gebrand kunnen zijn op zijn positie van autoriteit dat hij een jongere man met capaciteiten belet vorderingen te maken. Een verlangen naar persoonlijk gewin kan ons ertoe bewegen te proberen de vriendschap te winnen van welgestelde christenen, terwijl wij minder goed gesitueerde christenen negeren.
Deze dingen kunnen gebeuren omdat wij onvolmaakt zijn. Als wij echter — net als Jehovah — liefde tot onze voornaamste beweegreden maken, zullen wij tegen zulke neigingen vechten. Zelfzucht, een verlangen onszelf te verheerlijken of overmoedige trots kunnen liefde verdringen, zodat wij ’in het geheel niet gebaat zijn’. — Spreuken 11:2; 1 Korinthiërs 13:3.
Liefde in een zelfzuchtige wereld
Jezus zei dat zijn volgelingen „geen deel van de wereld” zouden zijn (Johannes 17:14). Hoe kunnen wij voorkomen dat wij door de invloed van de wereld om ons heen worden overspoeld? Liefde zal ons helpen. Mensen in deze tijd hebben bijvoorbeeld „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” (2 Timotheüs 3:4). Johannes gaf ons de waarschuwing niet zo te zijn. Hij zei: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld.” — 1 Johannes 2:15, 16.
Toch is het niet gemakkelijk om „de begeerte van het vlees” en „de begeerte der ogen” volledig de rug toe te keren. Deze dingen zijn juist geliefd omdat ze zo aantrekkelijk zijn voor ons vlees. Bovendien is er tegenwoordig een veel grotere hoeveelheid en verscheidenheid van genoegens beschikbaar dan in Johannes’ tijd; dus als de begeerte der ogen toen al een probleem was, is dat nu zeker het geval.
Het is interessant dat veel van de hedendaagse genoegens die de wereld te bieden heeft op zich niet verkeerd zijn. Er is niets verkeerd aan het bezitten van een groot huis, een mooie auto, een tv-toestel of een stereo-installatie. Ook overtreedt men geen bijbelse wet wanneer men lange, interessante reizen maakt en opwindende vakanties houdt. Wat is dan de strekking van Johannes’ waarschuwing? Om te beginnen ontwikkelen zulke dingen, wanneer ze te belangrijk voor ons worden, in ons een geest van zelfzucht, materialisme en trots. En de inspanning die nodig is om het geld te verdienen teneinde ze te bekostigen, zou ons in onze dienst voor Jehovah kunnen belemmeren. Zelfs het genieten van zulke dingen kost tijd, en hoewel een redelijke hoeveelheid ontspanning verkwikking schenkt, is onze tijd beperkt, gezien onze verplichting de bijbel te bestuderen, met medechristenen voor aanbidding samen te komen, en het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken. — Psalm 1:1-3; Mattheüs 24:14; 28:19, 20; Hebreeën 10:24, 25.
In dit materialistische tijdperk is er vastberadenheid nodig om ’Gods koninkrijk op de eerste plaats te stellen’ en te weigeren ’ten volle gebruik te maken van deze wereld’ (Mattheüs 6:33; 1 Korinthiërs 7:31). Een sterk geloof zal een hulp zijn. Maar bovenal zal oprechte liefde voor Jehovah en voor onze naasten ons de kracht geven om weerstand te bieden aan de verlokkingen die, hoewel ze op zich niet verkeerd zijn, ons ervan kunnen weerhouden ’onze bediening ten volle te volbrengen’ (2 Timotheüs 4:5). Zonder die liefde zou onze bediening gemakkelijk kunnen vervallen tot slechts een symbolische inspanning.
Liefde in de gemeente
Jezus beklemtoonde de belangrijkheid van liefde toen hij zei: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:35). Waarom zouden ouderlingen zo veel tijd besteden aan herderlijk werk en het helpen van medechristenen als zij hen niet liefhadden? Waarom zouden de gemeenteleden zich de zwakheden van hun broeders — met inbegrip van de ouderlingen — laten welgevallen als zij geen liefde hadden? Liefde beweegt christenen ertoe elkaar in materieel opzicht te helpen wanneer zij horen dat anderen in nood verkeren (Handelingen 2:44, 45). In tijden van vervolging beschermen christenen elkaar en sterven zelfs voor elkaar. Waarom? Uit liefde. — Johannes 15:13.
Soms wordt liefde het meest op de proef gesteld in kleine dingen. Een ouderling die al onder zware werkdruk staat, wordt misschien benaderd door een medechristen die opnieuw met een klacht komt over een kwestie die de ouderling vrij onbelangrijk toeschijnt. Dient de ouderling nu boos te worden? In plaats van toe te laten dat dit een oorzaak van verdeeldheid wordt, bejegent hij zijn broeder geduldig en vriendelijk. Zij bespreken de kwestie samen, en het versterkt tevens hun vriendschap (Mattheüs 5:23, 24; 18:15-17). Een ieder dient, in plaats van op zijn rechten te staan, te trachten de groothartigheid te ontwikkelen waartoe Jezus aanspoorde, door de bereidheid te hebben zijn broeders „zevenenzeventig maal” te vergeven (Mattheüs 18:21, 22). Christenen werken er dus hard aan zich te bekleden met liefde, „want ze is een volmaakte band van eenheid”. — Kolossenzen 3:14.
Onze liefde voor elkaar verdiepen
Ja, liefde is de juiste beweegreden om Jehovah te dienen. Liefde zal ons de kracht geven om ons afgescheiden te houden van de wereld, en liefde zal waarborgen dat de gemeente werkelijk christelijk blijft. Hoewel degenen die met autoriteit bekleed zijn graag efficiënt te werk gaan, zal liefde hen helpen niet zo op efficiëntie gericht te zijn dat zij vergeten anderen met vriendelijkheid en zachtaardigheid te bejegenen. Liefde helpt ons allen ’gehoorzaam te zijn aan hen die de leiding nemen en onderdanig te zijn’. — Hebreeën 13:17.
De apostel Petrus spoorde ons aan „intense liefde” voor elkaar te hebben, want „liefde bedekt een menigte van zonden” (1 Petrus 4:8). Hoe kunnen wij dit doen? De mens werd naar Gods beeld geschapen en heeft daarom van nature het vermogen om lief te hebben. Maar voor de soort van liefde waarover wij hier spreken, is meer nodig. Liefde is in feite de belangrijkste vrucht van Gods geest (Galaten 5:22). Om liefde aan te kweken, moeten wij ons dus openstellen voor de werking van Gods geest. Hoe? Door de bijbel, die door Jehovah’s geest werd geïnspireerd, te bestuderen (2 Timotheüs 3:16). Door om Jehovah’s geest te bidden, opdat daardoor onze liefde voor Jehovah en voor onze broeders zal toenemen. En door omgang te hebben met de christelijke gemeente, waar de geest vrijelijk toestroomt.
Wij dienen onszelf ook te onderzoeken om eventuele liefdeloze daden of gedachten aan het licht te brengen. Vergeet niet dat liefde een hoedanigheid van het hart is, en „het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend” (Jeremia 17:9). Ondanks alle hulp die Jehovah biedt, zullen wij van tijd tot tijd liefdeloos handelen. Misschien spreken wij onnodig scherp tegen een medechristen of zetten wij onze stekels op en zijn wij beledigd over iets wat is gezegd. Daarom doen wij er goed aan net als David in gebed te zeggen: „Doorvors mij, o God, en ken mijn hart. Onderzoek mij, en ken mijn verontrustende gedachten, en zie of er in mij soms een smartelijke weg is, en leid mij op de weg der onbepaalde tijd.” — Psalm 139:23, 24.
Zoals de bijbel zegt, ’faalt de liefde nimmer’ (1 Korinthiërs 13:8). Als wij elkaar liefde betonen, zal het ons in tijden van beproeving nooit aan iets ontbreken. De liefde die onder Gods volk heerst, draagt in grote mate bij tot het geestelijke paradijs dat in deze tijd bestaat. Alleen degenen die elkaar intens liefhebben vanuit het hart zullen het een vreugde vinden in de nieuwe wereld te leven. Volg dus Jehovah na in het tot uitdrukking brengen van die liefde, en versterk zo de band van eenheid. Kweek liefde aan en bezit de sleutel tot waar christendom.