-
Jehovah’s plagen over de christenheidDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
28. Wat gebeurt er wanneer de derde engel op zijn trompet blaast?
28 „En de derde engel blies op zijn trompet. En een grote ster, brandend als een lamp, viel uit de hemel, en ze viel op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen.
-
-
Jehovah’s plagen over de christenheidDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
30. (a) Waarom werd de koning van Babylon toegesproken als iemand die uit de hemel gevallen was? (b) Waarop kan een val uit de hemel duiden?
30 Johannes ziet deze bepaalde ster uit de hemel vallen. Hoe moeten wij dit begrijpen? De ervaringen van een koning uit de oudheid helpen ons hierbij. Sprekend tot de koning van Babylon zei Jesaja: „O hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij schijnende, zoon des dageraads! Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, gij die de natiën machteloos placht te maken!” (Jesaja 14:12) Deze profetie werd vervuld toen Babylon door de legers van Cyrus omvergeworpen werd en de koning van Babylon een plotselinge val maakte doordat hij een smadelijke nederlaag leed en zijn wereldheerschappij verloor. Een val uit de hemel kan er dus op duiden dat iemand een hoge positie verliest en tot schande geraakt.
31. (a) Wanneer vielen de geestelijken der christenheid uit een „hemelse” positie? (b) Hoe zijn de wateren die door de geestelijken worden opgedist in „alsem” veranderd, en met welk gevolg voor velen?
31 Toen de geestelijken der christenheid van het ware christendom afvielen, maakten zij een val uit de verheven „hemelse” positie die door Paulus in Efeziërs 2:6, 7 beschreven wordt. In plaats van verfrissende waarheidswateren aan te bieden, disten zij „alsem” op, bittere leugens zoals hellevuur, vagevuur, de Drieëenheid en predestinatie; ook gingen zij de natiën voor in oorlogvoering, daar zij in gebreke bleven de onderdanen van deze natiën tot beginselvaste dienstknechten van God te maken. Het resultaat? Geestelijke vergiftiging van degenen die de leugens geloofden. Hun geval kwam overeen met dat van de ontrouwe Israëlieten uit Jeremia’s tijd, tot wie Jehovah zei: „Zie, ik doe hen alsem eten en ik wil hun gifwater te drinken geven. Want van de profeten van Jeruzalem is afvalligheid uitgegaan over het gehele land.” — Jeremia 9:15; 23:15.
32. Wanneer trad duidelijk aan het licht dat de christenheid uit de geestelijke hemelen gevallen was, en hoe werd dit duidelijk onderstreept?
32 Deze val uit de geestelijke hemelen trad duidelijk aan het licht in het jaar 1919, toen niet aan de geestelijken der christenheid, maar aan het kleine overblijfsel van gezalfde christenen het beheer van de Koninkrijksbelangen werd toevertrouwd (Matthéüs 24:45-47). En vanaf 1922 werd duidelijk onderstreept dat deze val een feit was, aangezien deze groep christenen toen hun veldtocht om het falen van de geestelijken der christenheid onbeschroomd te ontmaskeren, opnieuw ter hand nam.
33. Hoe werden de geestelijken der christenheid op het in 1924 te Columbus gehouden congres ontmaskerd?
33 Opzienbarend in dit verband was de proclamatie die werd gedaan op een bijeenkomst die in Het Gouden Tijdperk werd beschreven als „het grootste congres van Bijbelonderzoekers dat ooit is gehouden”. Dit congres kwam van 20-27 juli 1924 in Columbus (Ohio) bijeen. Ongetwijfeld onder leiding van de engel die op de derde trompet blies, werd daar een krachtige resolutie aangenomen en later werden 50 miljoen exemplaren ervan in traktaatvorm verspreid. De resolutie werd uitgegeven onder de titel Openlijke aanklacht tegen de geestelijkheid. Een onderkopje legde de strijdvraag voor: „Het zaad der belofte contra het zaad van de Slang”. De aanklacht zelf ontmaskerde de geestelijken der christenheid volledig met betrekking tot kwesties als de door hen aangenomen klinkende religieuze titels, de wijze waarop zij handelsmagnaten en beroepspolitici tot de heerlijken van hun kudde maakten, hun verlangen om voor het oog van de mensen te schijnen en hun weigering om de boodschap van het koninkrijk van de Messías tot de mensen te prediken. De resolutie beklemtoonde dat iedere toegewijde christen van God de opdracht heeft ontvangen zijn „dag der wraak” bekend te maken en „alle treurenden te troosten”. — Jesaja 61:2.
34, 35. (a) Wat is er sinds de derde engel op zijn trompet begon te blazen, met de macht en de invloed van de geestelijken gebeurd? (b) Wat houdt de toekomst voor de geestelijken der christenheid in?
34 Vanaf de tijd dat de derde engel op zijn trompet begon te blazen, is de positie van overwicht die de geestelijken onder de mensen innamen, geleidelijk verzwakt, zodat tegenwoordig zeer weinigen van hen nog over de welhaast goddelijke macht beschikken die zij in voorgaande eeuwen bezaten. Vanwege de prediking van Jehovah’s Getuigen zijn grote aantallen mensen gaan beseffen dat veel leerstellingen die door de geestelijken worden onderwezen, geestelijk vergif zijn — „alsem”. Voorts is het in Noord-Europa bijna gedaan met de invloed van de geestelijken, terwijl in enkele andere landen de regering hun invloed rigoureus beknot. In katholieke delen van Europa en in Noord- en Zuid-Amerika heeft het schandalige gedrag van de geestelijken in financiële, politieke en morele kwesties hun reputatie bezoedeld. Van nu af kan hun positie alleen maar slechter worden, aangezien zij spoedig hetzelfde lot zullen ondergaan als alle andere beoefenaars van valse religie. — Openbaring 18:21; 19:2.
-