-
De terechtstelling van Babylon de GroteDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
Dezen zullen strijden tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen.” — Openbaring 17:12-14.
-
-
De terechtstelling van Babylon de GroteDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
Een dergelijke houding zal er beslist toe leiden dat de horens het Lam, de „Heer der heren en Koning der koningen”, zullen tegenstaan omdat het Jehovah’s voornemen is dat zijn koninkrijk onder Jezus Christus binnenkort al deze koninkrijken zal vervangen. — Daniël 7:13, 14; Matthéüs 24:30; 25:31-33, 46.
14. Hoe kunnen de heersers der wereld strijden tegen het Lam, en wat zal de afloop zijn?
14 Natuurlijk kunnen de heersers van deze wereld niets tegen Jezus zelf uitrichten. Hij bevindt zich in de hemel, ver buiten hun bereik. Maar Jezus’ broeders, de overgeblevenen van het zaad van de vrouw, bevinden zich nog op aarde en zijn ogenschijnlijk kwetsbaar (Openbaring 12:17). Veel van de horens hebben reeds blijk gegeven van bittere vijandschap jegens hen, en op deze wijze hebben ze gestreden tegen het Lam (Matthéüs 25:40, 45). Weldra zal echter de tijd aanbreken dat Gods koninkrijk „al deze koninkrijken [zal] verbrijzelen en er een eind aan [zal] maken” (Daniël 2:44). Dan zullen de koningen der aarde in een strijd tegen het Lam gewikkeld zijn die tot het bittere einde zal voortduren, zoals wij straks zullen zien (Openbaring 19:11-21). Maar hier vernemen wij al voldoende om te beseffen dat de natiën geen succes zullen hebben. Hoewel de natiën en het scharlakengekleurde wilde beest, de VN, hun ’ene gedachte’ hebben, kunnen ze de grote „Heer der heren en Koning der koningen” niet verslaan, evenmin als ze de overwinning kunnen behalen op „de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem”, onder wie zijn gezalfde volgelingen die nog op aarde zijn. Ook dezen zullen hebben overwonnen doordat zij in antwoord op Satans laaghartige beschuldigingen hun rechtschapenheid hebben bewaard. — Romeinen 8:37-39; Openbaring 12:10, 11.
-