-
De „diepe dingen van Satan” verafschuwenDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
Zie! Ik sta op het punt haar op een ziekbed te werpen, en hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking te brengen, tenzij zij berouw hebben van haar daden” (Openbaring 2:21, 22).
-
-
De „diepe dingen van Satan” verafschuwenDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
Jezus heeft Izébel en haar kinderen de tijd gegeven om berouw te hebben, maar zij volharden in hun immorele praktijken en er moet derhalve een oordeel aan hen voltrokken worden. Dit houdt een krachtige waarschuwing in voor christenen in deze tijd. Mannen of vrouwen die Izébel navolgen en aldus haar kinderen worden door bijbelse gezags- en moraliteitsbeginselen te schenden of door eigenzinnig te zijn zodat zij theocratische orde negeren, bevinden zich geestelijk in een gevaarlijk zieke toestand. Zeker, indien zo iemand de ouderlingen in de gemeente vraagt om samen met hem te bidden, zal „het gebed des geloofs . . . degene die zich niet wel voelt beter maken, en Jehovah zal hem oprichten” — mits hij nederig in overeenstemming met die gebeden handelt. Doch laat niemand denken dat hij (of zij) God of Christus om de tuin kan leiden door te proberen immorele daden te verbergen of voor de uiterlijke schijn ijverige dienst te verrichten. — Jakobus 5:14, 15.
-
-
De „diepe dingen van Satan” verafschuwenDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
13. Wat zal er gebeuren met degenen die voor een verkeerde vrouwelijke invloed zwichten?
13 Als Jehovah’s Boodschapper en Rechter handelt de Zoon van God volkomen juist door de hedendaagse Izébel te identificeren en haar op een ziekbed te werpen, want haar geestelijke ziekte is werkelijk chronisch (Maleachi 3:1, 5). Degenen die voor deze verkeerde vrouwelijke invloed zijn gezwicht, zullen ook in grote verdrukking geraken — de pijnlijke ondervinding uitgesloten te worden, afgesneden van de christelijke gemeente alsof men een dode is. Tenzij deze personen berouw hebben, zich omkeren en weer in de gemeente opgenomen worden, staat hun ook een fysieke dood door „dodelijke plagen” te wachten — op zijn laatst in de grote verdrukking. Intussen is een herstel mogelijk indien zij volledig berouw hebben van hun verkeerde daden. — Matthéüs 24:21, 22; 2 Korinthiërs 7:10.
-