Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • yb92 blz. 3-32
  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1992

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1992
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1992
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De geopende deur thans
  • ’Edelmoedig in uw bijdrage’
  • Een muur van vooroordeel overwinnen
  • ’De tentkleden uitspannen’
  • Bedienarenopleidingsschool — Een internationale deur gaat open
  • Rechtszaken openen deuren voor de prediking
  • Teruggave van eigendommen in Afrika
  • Koninkrijkswerk in Europa
  • Vertaalservice — Een instrument om het goede nieuws te verbreiden
  • Congressen die deuren openen naar goddelijke vrijheid
  • Bijkantoorinwijdingen: nog een open deur van gelegenheid
  • Fiji
  • Griekenland
  • Hong Kong
  • Nieuw-Caledonië
  • De Filippijnen
  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1991
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1991
  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1995
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1995
  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1994
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1994
  • Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1997
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1997
Meer weergeven
Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1992
yb92 blz. 3-32

Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1992

TEN zuiden van de rivier de Kogamus lag de Lydische stad Filadelfia. Hoog gelegen op een heuvelplateau in het vruchtbare hart van het gebied, beheerste ze een brede vallei die westwaarts via Sardes naar Smyrna aan de Middellandse-Zeekust liep. Filadelfia, dat thans Alaşehir heet en in West-Turkije ligt, was eens een welvarend wijnbouwcentrum. Geen wonder dat de voornaamste godheid Dionysius was, de god van de wijn! Maar in scherpe tegenstelling tot de vrolijkheid die voortspruit uit het genot van wijn, herbergde de stad tevens wat Jezus „de synagoge van Satan” noemde (Openb. 3:9). In deze onwelvoeglijke omgeving, waar heilige gedragingen welhaast misplaatst moesten lijken, bevond zich een bloeiende gemeente van ware christelijke werkers. Het was een van de zeven gemeenten die Jezus Christus in het boek Openbaring persoonlijk toesprak. Er had zich voor die loyale aanbidders van Jehovah een deur tot theocratische activiteit geopend.

„Ik ken uw daden — zie!”, verklaarde Jezus, die de sleutel van David heeft en de Heerser over de koningen der aarde is. „Ik heb een geopende deur voor u gesteld, die niemand kan sluiten — en ik weet dat gij een weinig kracht hebt, en gij hebt mijn woord bewaard en hebt u niet ontrouw getoond aan mijn naam.” — Openb. 1:5; 3:7, 8.

Christus’ onbevreesde volgelingen — een klein, hecht verenigd groepje dat moest opboksen tegen vervolging — waren degenen die werden gezegend met een wijd geopende deur van heilige dienst! De religieuze leiders of de bestuurders van de stad kregen zo’n voorrecht niet. Zij hadden bij Jezus geen gunst verworven door hun machtsuitoefening in Filadelfia — een uitgelezen oord, toonaangevend voor het culturele leven en een toegangspoort naar centraal Klein-Azië. In plaats daarvan werd de gemeente te Filadelfia door Jezus aangemoedigd ten volle hun voordeel te doen met de gelegenheid die zij hadden om Gods koninkrijk te prediken. Zij hadden volhard, en hadden getoond dat zij, met de hulp van Gods geest, voldoende kracht hadden om in Jehovah’s dienst nog meer tot stand te brengen. Geen tegenstand van joden of anderen had het werk van de Koninkrijksverkondiging een halt kunnen toeroepen, en geen tegenstand zal daar ooit in slagen.

De geopende deur thans

Thans zijn als gevolg van de prediking onder aanvoering van de gezalfde broeders van Christus grote aantallen mensen de geopende deur naar de Koninkrijksdienst binnengegaan. Wanneer wij het wereldbericht beschouwen, zullen wij ongetwijfeld beamen dat Jehovah’s Getuigen gedurende dit afgelopen dienstjaar werkelijk door een poort van activiteit zijn opgetrokken.

Hoogtepunt in verkondigers: 4.278.820, een toename van 6,5 procent over het dienstjaar 1990. Een nieuw hoogtepunt in het gemiddelde aantal pionierverkondigers: 558.514. Het totale aantal uren besteed aan de prediking van het goede nieuws: 951.870.021.

Welke goede resultaten heeft al deze theocratische activiteit gedurende het dienstjaar 1991 opgeleverd? Om te beginnen zijn er 300.945 nieuw opgedragen dienstknechten van Jehovah gedoopt. Ten tweede waren er 3191 gemeenten meer dan in 1990 — een gemiddelde toename van 8,7 per dag — resulterend in een totaal van 66.207 gemeenten in 211 landen. Ook het totale aantal bijkantoren is toegenomen, van 93 tot 97, waaronder 2 bijkantoren in landen die vroeger achter het oude IJzeren Gordijn lagen. En landen die Jehovah’s Getuigen nu wettelijk hebben erkend, zijn Mozambique in Afrika, Kaapverdië in de Atlantische Oceaan ten westen van Afrika, Nicaragua in Midden-Amerika, Paraguay in Zuid-Amerika, Bulgarije in Europa en Rusland en de Oekraïne in de Sovjet-Unie.

Wat is het bezielend de vooruitzichten voor toekomstige groei te zien die blijken uit het aantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering van Christus’ dood. Op zaterdag 30 maart, de avond van de heilige viering, waren er 10.650.158 aanwezigen!

In Mexico bedroeg het aantal aanwezigen 1.230.099, een toename van 8 procent over het vorige jaar. Dit betekent dat 1 op de 67 inwoners van Mexico die viering heeft bijgewoond. En Brazilië met zijn 302.367 verkondigers had 897.739 aanwezigen, 106.813 meer dan het jaar daarvoor. Geen wonder dat er in Brazilië gedurende het dienstjaar gemiddeld elke dag één nieuwe gemeente moest worden opgericht, en op 1 september 1991 zijn er 21 nieuwe kringen en twee nieuwe districten gaan functioneren. De Gedachtenisviering op de Filippijnen bracht vreugde voor de broeders toen zij 332.830 personen in hun vergaderplaatsen mochten verwelkomen. Dat is driemaal hun hoogste aantal verkondigers. Ook Oost-Europa heeft een flinke toename in aanwezigenaantallen bij de Gedachtenisviering beleefd. De Sovjet-Unie meldt 108.633 aanwezigen, 43 procent meer dan vorig jaar! In Polen vulden 200.422 personen op die heilige avond de Koninkrijkszalen en andere faciliteiten.

In tal van zwarte woonoorden in Zuid-Afrika werd de avond van de Gedachtenisviering door geweld gekenmerkt, waardoor veel geïnteresseerden thuis bleven uit angst dat zij onderweg naar of van de plaats van de Gedachtenisviering gemolesteerd zouden worden. Laten wij, om een voorbeeld te geven van de moeilijkheden waarmee sommigen geconfronteerd werden, eens kijken naar de situatie van de gemeente Montebello op het platteland van Natal. Dit is een kleine gemeente van tien verkondigers, die pas hun eigen Koninkrijkszaal hebben gebouwd en ingewijd. Op zaterdagochtend raakten in dat gebied vijandelijke partijen met elkaar slaags. Een ouderling uit een naburige gemeente had de toewijzing voor de lezing. Toen hij en zijn vrouw in de buurt van het dorp Montebello kwamen, vroeg een plaatselijke inwoner die deze broeder kende: „Waar gaan jullie heen?” Hij legde uit dat zij naar de Koninkrijkszaal gingen, waar hij de Gedachtenislezing zou houden. Daarop waarschuwde de man: „Nee, daar moeten jullie niet heen gaan, want daar zijn de mensen elkaar aan het afslachten.”

En inderdaad telde de broeder toen hij in de buurt van de zaal kwam tien lijken, slachtoffers van de partijenstrijd. Ondanks die gevaren woonden zestien personen de Gedachtenisviering bij. De zaal was de enige plek in het gebied waar licht brandde. Alle huizen waren in duisternis gehuld uit angst onruststokers aan te lokken. Na de Gedachtenisviering bleven alle broeders en geïnteresseerden slapen bij een broeder in de buurt van de zaal. Nadat zij de volgende ochtend naar huis waren teruggekeerd, braken er opnieuw gevechten uit.

’Edelmoedig in uw bijdrage’

De verbazingwekkende groei van Jehovah’s volk in de gehele wereld heeft een toename betekend in het aantal volle-tijddienaren in zendelingenhuizen, alsook in het aantal speciale pioniers en reizende opzieners. Hoewel zij allen vrijwilligers zijn die slechts een kleine financiële tegemoetkoming ontvangen voor noodzakelijke persoonlijke uitgaven, heeft de huisvesting, kleding en algemene zorg voor deze toegewijde werkers in hun velddiensttoewijzingen vorig jaar $40.219.589,01 gekost. Jullie zijn te prijzen voor jullie edelmoedigheid, juist zoals de apostel Paulus de gemeente in Korinthe prees voor hun bereidwilligheid om met anderen te delen. Hij schreef over het feit dat God verheerlijkt wordt „omdat gij onderdanig zijt aan het goede nieuws omtrent de Christus . . . en omdat gij edelmoedig zijt in uw bijdrage.” — 2 Kor. 9:13.

Wanneer rechtgeaarde mensen de ernstige krachtsinspanningen zien die Jehovah’s Getuigen zich getroosten voor de vooruitgang van het goede nieuws, zelfs in de wijze waarop zij samenwerken om een nieuw bijkantoorgebouw te bouwen, rijst bij velen het verlangen te doen wat zij kunnen om het Koninkrijkswerk te helpen bevorderen. Ruth, een schoolmeisje in Nigeria, is daar een voorbeeld van. Nadat zij het in april 1990 officieel voltooide Bethel- en drukkerijcomplex in Igieduma had bezocht, schreef zij:

„Ik was zo blij toen ik de prachtige gebouwen en de fijne voorzieningen zag die in Igieduma-Bethel worden geboden. Dat is allemaal mogelijk gemaakt door de vrijwillige bijdragen van broeders en zusters. Terwijl ik Jehovah dankte voor dit grootse werk in Igieduma, kwam er een vraag in mij op. Wat was mijn bijdrage aan de bouw van deze panden geweest? Als schoolmeisje van zestien jaar kon ik financieel niets bijdragen. Maar ten tijde van mijn bezoek had ik een kip die aan de leg was. Later heeft ze haar eieren uitgebroed. Op de dag dat de kip met haar kuikens te voorschijn kwam, heb ik er eentje uitgezocht en die Igieduma Hoentje genoemd. Helaas werden de kuikens een paar weken later door een ziekte getroffen. De een na de ander ging dood, en de moeder ook. Maar Igieduma Hoentje vertikte het om dood te gaan! Ik heb de hen zojuist verkocht en stuur nu het geld als mijn ’penningske van de weduwe’ voor de verbreiding van het goede nieuws.”

Een ander voorbeeld komt uit Ecuador, waar een pionier de bijbel bestudeert met een blind echtpaar dat begonnen is de vergaderingen te bezoeken. Al gauw wilden zij weten hoe zij zich op de vergaderingen konden voorbereiden. Dus begon de pionier de les voor de Wachttoren-studie en de stof voor de boekstudie op een bandje op te nemen. Waarderen zij deze hulp? Toen de man op een dag in zijn marktkraampje stond, zei een klant tegen hem dat zij hem een biljet ter waarde van ongeveer een tientje gaf voor de goederen die zij kocht. Maar in werkelijkheid stopte zij hem een briefje ter waarde van nog geen gulden in handen. Het verlies kwam neer op een maand huur voor het blinde echtpaar. Toch weerhield deze teleurstelling hen er niet van die avond op de vergadering aanwezig te zijn. En voordat zij weer vertrokken, vroeg hij om de bijdragenbus om er iets voor het Koninkrijkswerk in te doen. Toen de pionier dit opmerkte, zei hij: „Ik sta werkelijk versteld van hun waardering.”

Een muur van vooroordeel overwinnen

Jehovah’s Getuigen hechten grote waarde aan het leven, en zoeken goede medische hulp. Maar zij nemen geen bloedtransfusies; dat is een religieus standpunt waar niet over te onderhandelen valt (Hand. 15:29). Hoe is de muur van vooroordeel en afwijzing te overwinnen waar de Getuigen in de bloedkwestie dikwijls op stuiten? De HIS (Hospital Information Services, Ziekenhuisinformatiedienst) in Brooklyn leidt ouderlingen op en geeft hun leiding om mede-Getuigen in tijd van medische nood bij te staan. Een docent van deze afdeling zei: „Jehovah’s Getuigen lopen niet met het hoofd tegen deze ’muur’ maar proberen veeleer eroverheen te klimmen. Wij moeten denken aan Psalm 18:29: ’Door mijn God kan ik een muur beklimmen.’”

Sinds 1988 heeft de HIS door middel van 32 seminars 811 ziekenhuiscontactcomités onder opzicht van 62 grote bijkantoren in Noord- en Zuid-Amerika, het Caribisch gebied, Europa en het gebied van de Grote Oceaan opgeleid en opgericht. Deze comités, waarin 3846 ouderlingen zitting hebben, zijn nu toegerust om bepaalde speciale behoeften van 3,4 miljoen Getuigen te behartigen wanneer zij met een ziekenhuisopname in die landen te maken krijgen. Heeft hun opleiding door middel van de seminars de ouderlingen in staat gesteld dat doeltreffend te doen?

Een ouderling zei: „Wij werden toegerust om ons standpunt krachtig en met gepast respect maar zonder ons door angst te laten belemmeren, duidelijk te maken.” Een andere afgevaardigde zei: „Wij hebben geleerd hoe wij op werkelijke alternatieve behandelingen zonder bloed kunnen attenderen, naar medische literatuur kunnen verwijzen of kunnen aanbieden contacten te regelen teneinde het beginsel zich van bloed te onthouden, gestand te kunnen doen.” Een voorzitter van de chirurgische afdeling in een groot ziekenhuis zei: „Jullie bevinden je, zoals ik dat kan waarnemen, aan het front van medische en juridische informatie over het gebruik van bloed.”

Natuurlijk was deskundige medische kennis niet de hoofdzaak. Een afgevaardigde merkte op: „Menselijke kennis was niet het voornaamste aandachtspunt, want er werd voortdurend op gewezen dat Jehovah met zijn heilige geest achter de regeling staat.” Een broeder uit het voormalige Oost-Duitsland zei: „Het seminar heeft ook als een prikkel gewerkt om nog meer belangstelling voor zieke broeders aan de dag te leggen.” Ja, ware christenen staan onder de verplichting door ziekte getroffen medegelovigen op te zoeken en bij te staan. (Vergelijk Mattheüs 25:36.) Broeders in noodsituaties hulp en aanmoediging bieden, ook wanneer zij geconfronteerd worden met de bloedkwestie, is een uiting van christelijke liefde. — Pred. 4:12.

’De tentkleden uitspannen’

„Maak de plaats van uw tent wijder. En laat men de tentkleden van uw grootse tabernakel uitspannen” (Jes 54:2). Wat Jesaja schreef over de geboorte van een nieuwe natie kan in beginsel van toepassing worden gebracht op de groei van Jehovah’s Getuigen. Op dit moment zijn meer dan twintig bijkantoren in de hele wereld bezig met grote bouwprojecten, om nog maar te zwijgen over het aantal congreshallen en Koninkrijkszalen in aanbouw.

In de Verenigde Staten is er het afgelopen jaar grote vooruitgang geboekt met de bouw van het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson, N.Y. Het 270 hectare grote terrein is strategisch gelegen in een fraaie landelijke omgeving ongeveer 110 kilometer ten noorden van Brooklyn en 70 kilometer ten oosten van de Wachttoren-boerderij in Wallkill, N.Y. Er wordt momenteel aan een aantal gebouwen gewerkt. Twee daarvan zijn woongebouwen van vijf verdiepingen, en een van de andere is een gebouw van drie verdiepingen voor een keuken en een eetzaal met plaats voor meer dan 1600 mensen. Er werken iedere dag meer dan 650 broeders en zusters aan dit project. Meer dan 80.000 mensen hebben het bouwterrein bezocht sedert in september 1990 het bezoekerscentrum werd geopend.

Toen in Japan een begin werd gemaakt met de bouw aan de congreshal in Tokai, was een buurman sterk tegen het project gekant en probeerde een campagne op touw te zetten om de bouw een halt toe te roepen. Iedere dag kwam hij controleren wat er op het terrein werd gedaan, en altijd liep hij te mopperen. Maar toen hij op een dag met een zaag in de hand het bouwterrein opkwam, hield de broeder die met het opzicht over de bouw was belast, hem aan. Tot verbazing van de broeder zei de man: „Ik heb zo eens gekeken wat jullie tot nu toe aan het doen zijn geweest. En het lijkt mij dat dat bamboebosje in de weg staat. Laat mij vandaag ook eens meedoen aan de vrijwilligersdienst.”

Niet alleen moeten er zalen en bijkantoorgebouwen worden gebouwd of vergroot, maar ook het aantal talen waarin wij lectuur drukken moet worden ’uitgespannen’. De Computerafdeling op de Wachttoren-boerderij bijvoorbeeld draagt zorg voor het wereldwijde computersysteem van het Genootschap, bekend onder de naam MEPS. Dit systeem helpt nu met het zetten, vertalen en publiceren van geschreven materiaal in 205 talen.

Bedienarenopleidingsschool — Een internationale deur gaat open

Gedurende het dienstjaar 1991 werd de bedienarenopleidingsschool voor het eerst in nog andere talen dan het Engels gehouden, te weten in het Duits, Frans, Italiaans en Spaans. In de Verenigde Staten kwam de zevende klas bijeen in Belleville, Michigan, en de achtste klas in Coraopolis, Pennsylvania. De tweede en derde klas in Engeland werden gehouden in Surrey en Manchester. Klassen in vreemde talen werden gehouden in Creil (Frankrijk); Möllbergen (Duitsland); Roseto degli Abruzzi (Italië) en Barcelona (Spanje).

Elke ochtend verzamelen de studenten zich in een eetzaal in het gebouw waar de school wordt gehouden, in de regel een congreshal of Koninkrijkszaal met extra vertrekken, om de dagtekst te beschouwen zoals dat op alle bijkantoren van het Genootschap gebeurt. Als onderdeel van hun opleiding krijgen de studenten een toewijzing om commentaar te geven op de dagtekst of het gebed bij de maaltijden uit te spreken. Na het ontbijt begint de school om 8.30 uur. Er is een pauze van een uur voor het middagmaal, en dan hebben de studenten van één tot twee hun corveedienst, die kan bestaan uit schoonmaken, de afwas van het middagmaal doen, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden verrichten aan de faciliteiten zelf, of werk op het terrein buiten. Om 14.00 uur worden de klasseactiviteiten hervat. Na de lessen gebruiken zij het avondmaal op hun logeeradres en zij beëindigen de avond met drie uur huiswerk.

In overeenstemming met het doel van de school worden deze afgestudeerden aangemoedigd getrouw te worden bevonden als mannen die met geheel hun ziel de wil van God doen terwijl zij zich plichtsgetrouw van hun diverse verantwoordelijkheden in de gemeente en van andere toewijzingen kwijten. — 1 Kor. 4:2; Ef. 6:6.

Rechtszaken openen deuren voor de prediking

„Ik weet heel goed dat Jehovah zal volvoeren de wettelijke aanspraak van de ellendige, de rechtszaak van de armen”, verklaarde David toen hij blootstond aan vervolging (Ps. 140:12). Jehovah zal op zijn eigen tijd en op zijn eigen wijze de verdediging van zijn getrouwe aanbidders ter hand nemen. Hij staat aan de zijde van de verdrukten, de ellendigen en de slachtoffers van onrecht. In bepaalde landen kan hij zelfs het rechtsstelsel gebruiken om de deur voor het predikingswerk te openen, of open te houden.

Om te helpen de deur open te houden, is de Juridische Afdeling in Brooklyn met een staf van zo’n veertig broeders en zusters onder leiding van het Besturende Lichaam werkzaam om noodzakelijke wettelijke aangelegenheden te behartigen. Hoewel rechtsstelsels van land tot land variëren, zijn ze voor verreweg het merendeel afgeleid van vrijwel uniforme beginselen van „natuurlijke gerechtigheid” en „gewoonterecht” of grondrechten. Recente wereldgebeurtenissen zoals de aanstaande economische eenwording van een groot deel van West-Europa en de dramatische politieke veranderingen in Oost-Europa brengen ook duidelijk aan het licht hoezeer ook de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende rechtsstelsels is toegenomen. Het gevolg is dat de Juridische Afdeling er steeds meer werk aan heeft de bijkantoren van het Genootschap bij te staan wanneer ze met wettelijke aangelegenheden te maken krijgen zoals onze rechten betreffende de openbare bediening en het afwijzen van het medisch gebruik van bloed.

Teruggave van eigendommen in Afrika

Toen vorig jaar na veertien jaar het verbod in Benin opgeheven werd, heeft de regering een aantal vroeger in beslag genomen Koninkrijkszalen, alsook het voormalige zendelingenhuis in Porto-Novo en het voormalige bijkantoorgebouw in het zakencentrum Cotonou teruggegeven. Deze gebouwen worden gerenoveerd en de regering heeft toestemming verleend voor acht zendelingen.

Toen in 1976 plotseling het verbod werd uitgevaardigd, hadden onze zendelingen minder dan een dag de tijd om hun koffers te pakken en uit Benin te vertrekken. Wat gebeurde er met de door de regering in beslag genomen lectuur van het bijkantoor en de bijkantooruitrusting? Het antwoord werd eindelijk bekend toen in november 1990 een man opbelde dat er wat spullen van de Getuigen in een huis in de hoofdstad opgeslagen lagen. Konden de broeders ze komen ophalen? Tot hun grote verbazing troffen de broeders meer dan 5000 boeken en brochures aan, waaronder de persoonlijke bibliotheken van de zendelingen. Tot de andere voorwerpen die eigendom van het Genootschap waren, behoorden twee wasmachines, een gaskomfoor, gasflessen (sommige nog vol), een boiler, een badkuip en een grasmaaier. Hoewel enkele boeken vergeeld waren, verkeerde het teruggevonden materiaal voor het merendeel in goede conditie, ondanks veertien jaar opslag. De boeken werden verkrijgbaar gesteld voor de broeders, die daar gretig gebruik van maakten ter aanvulling van hun persoonlijke bibliotheek.

Koninkrijkswerk in Europa

Een bericht uit Frankrijk meldt dat het bijkantoor na meer dan een jaar en na herhaalde pogingen op 16 mei 1991 eindelijk regeringstoestemming kreeg om hun nieuwe vierkleurenpers te gaan gebruiken. De eerste vierkleurenuitgaven van onze tijdschriften die naar de gemeenten werden gestuurd, waren De Wachttoren van 15 juli en de Ontwaakt! van 22 juli.

Hoewel Joegoslavië door onlusten wordt verscheurd, gaat het Koninkrijkswerk voort, en in tegenstelling tot voorgaande jaren werden door de autoriteiten geen boetes opgelegd wegens het van-huis-tot-huispredikingswerk. De lectuur en tijdschriften in vierkleurendruk, die in Duitsland gedrukt worden, zijn een grote stimulans voor de predikingsactiviteit in het Kroatisch, Macedonisch, Servisch en Sloveens, alsook in het Albanees. Zo vindt, ondanks wettelijke barrières, de Koninkrijksprediking voortgang. Jehovah’s werk blijft de overhand nemen! — Jer. 15:20.

Vertaalservice — Een instrument om het goede nieuws te verbreiden

Toen de taal van de mens tijdens de bouw van de toren van Babel werd verward, werd de menselijke familie daardoor op slag veeltalig. Dit schiep de behoefte aan een nieuw beroep — dat van tolk of vertaler. In tegenstelling hiermee stelde met Pinksteren 33 G.T. heilige geest door een wonder mannen en vrouwen in staat te spreken in de talen van mensen uit zestien verschillende districten van het Romeinse Rijk, zonder dat zij hun eigen taal kwijtraakten. Hoewel bovennatuurlijk vertalen tegenwoordig niet meer voorkomt, wordt er toch geregeld geestelijk voedsel verschaft in meer dan 175 talen, voor een groot deel simultaan.

Alle Wachttoren-publikaties worden eerst gereedgemaakt in het Engels, een taal die door bijna negen procent van de wereldbevolking wordt gesproken. Om dit materiaal in de talen van de wereld te verbreiden, beschikt het Genootschap wereldwijd over meer dan 900 bekwame vertalers in 65 bijkantoren. Het Schrijverscomité van het Besturende Lichaam coördineert de internationale vertaalwerkzaamheden vanuit het hoofdbureau in Brooklyn. Hiertoe behoort het vestigen van nieuwe vertaalafdelingen, het treffen van regelingen voor de opleiding van vertalers, het beantwoorden van vragen van de bijkantoren en het verschaffen van geschikt gereedschap voor het verrichten van nazoekwerk. Om hulp te verlenen bij deze vertaalwerkzaamheden werd in april 1989 een nieuwe afdeling opgericht, Vertaalservice genaamd.

Aangezien een woord dikwijls meerdere betekenissen heeft, is vertalen niet een mechanisch proces waarbij aan de hand van een woordenboek systematisch elk woord door een ander woord wordt vervangen. Idiomen plaatsen de vertalers voor unieke problemen omdat ze niet letterlijk vertaald kunnen worden. De uitdrukking ’op uw tong bijten’ in de Ontwaakt! van 8 juni 1991 betekent bijvoorbeeld niet ’uzelf letsel toebrengen’; het betekent ’niet zeggen wat u wilde zeggen’. Ook moet de volle betekenis van het origineel nauwkeurig in de andere taal worden overgedragen. Bovendien is het gesproken en geschreven woord levend omdat het groeit, uitdijt en verandert naarmate het taalgebruik in de loop van de tijd verandert. Wie had een jaar of wat geleden gehoord van „glasnost”, „perestrojka”, „right to life”, „pro-choice” en „computer hacker”? Zulke uitdrukkingen vormen voor de vertalers een nooit ophoudende uitdaging.

In nauwe samenwerking met de schrijversstaf van het Genootschap proberen de vertalers de kracht en sfeer van de Engelse tekst nauwkeurig te vangen. Om voor consequentheid te zorgen, worden de vertalers voorzien van aantekeningen binnen teksthaken die een toelichting geven op idiomen en andere, grammaticale aspecten van het Engels. Hoe hebben de bijkantoren op deze service gereageerd?

Duitsland schrijft: „Onze vertalers waren heel blij met deze langverbeide voorziening.” Ghana zegt: „Het systeem om de betekenis van bepaalde uitdrukkingen te verschaffen, heeft ons voor een groot deel verlost van veel tijdverslindend zoeken en piekeren over het Engelse materiaal dat vertaald moet worden.” En Italië verklaart: „Wij vinden het ook nuttig dat de Latijnse namen voor planten en dieren worden verschaft. Dit bespaart een hoop tijd die de vertaler nu aan de eigenlijke vertaling kan besteden.”

Het vertalen van de bijbel is een andere grote onderneming van het Genootschap. De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift is momenteel geheel of gedeeltelijk verkrijgbaar in dertien talen, en er is toestemming gegeven voor vertaling in nog twintig talen. Tot nu toe hebben vertalers er gemiddeld vijftien jaar hard aan gewerkt voordat zo’n vertaling voltooid was. Teneinde de voor het vertalen van de bijbel benodigde tijd te verkorten, heeft het Schrijverscomité leiding gegeven aan een onderzoek naar de doelmatigheid van computers. De menselijke geest is oneindig superieur aan computers omdat hij de betekenis van uitdrukkingen kan vatten en de „juiste woorden van waarheid” kan kiezen (Pred. 12:10). Men ontdekte echter dat computers wel heel nuttige werktuigen kunnen zijn. Bijbelvertalers doen dus hun voordeel met een flexibel computersysteem voor het opslaan en terugroepen van essentiële informatie over bijbelse woorden en uitdrukkingen. Ook bestaat de mogelijkheid alle door het Genootschap gegeven verklaringen van schriftplaatsen terug te vinden. Wij hopen dat hierdoor het vertalen van de bijbel zal worden versneld terwijl de hoogst mogelijke kwaliteit gehandhaafd blijft.

Het Genootschap zet zich ervoor in de grootst mogelijke publiciteit aan het goede nieuws te geven. Met ingang van 1 januari 1992 wordt De Wachttoren in 111 talen vertaald, waarvan er 66 simultaan met het Engels verschijnen. Met andere woorden, 95 procent van Jehovah’s Getuigen ontvangt hetzelfde geestelijke voedsel op hetzelfde tijdstip. Er verschijnen nieuwe publikaties in nog meer talen, te weten het Albanees, Cambodjaans, Estlands, Georgisch, Macedonisch, Ndonga en Nepali. Het Besturende Lichaam zal leiding blijven geven aan de inspanningen om de vertaalafdelingen te sterken voor de enorme taak die in het verschiet ligt. Met Jehovah’s goedkeurende glimlach dient dit tot resultaat te hebben dat nog meer bijbels en bijbelstudiehulpmiddelen beschikbaar komen voor alle volken, natiën en talen.

Congressen die deuren openen naar goddelijke vrijheid

„Ik wil u prijzen in de grote gemeente; onder een talrijk volk zal ik u loven” (Ps. 35:18). Jehovah’s Getuigen grijpen gelegenheden aan om de Universele Soeverein te loven, en eenstemmig benutten zij hiervoor hun jaarlijkse districtscongressen. Terwijl in het afgelopen dienstjaar in één deel van de wereld de laatste „Zuivere taal”-congressen uit 1990 werden gehouden, begonnen in een ander deel van de aarde de congressen van 1991 onder het thema „Vrijheidlievende mensen”.

Het hoogtepunt voor Jehovah’s Getuigen in Brazilië vond plaats in de maanden augustus, september en oktober 1990. Het was de reeks vierdaagse „Zuivere taal”-congressen. Enkele van de 110 congressen die in 68 steden verspreid over het uitgestrekte Brazilië werden gehouden, waren internationaal en werden ook bijgewoond door afgevaardigden uit veel andere landen. Er waren in totaal 548.517 aanwezigen en allen waren verrukt over het aantal van 13.448 dopelingen.

Deze internationale congressen kregen goede publiciteit van de plaatselijke pers en televisie. Jornal da Tarde zei in een verslag dat een hele pagina besloeg: „In tegenstelling tot andere religieuze gebeurtenissen valt er op het congres niets van fanatisme te zien — niemand schreeuwt, de religieuze liederen zijn zacht, er zijn geen opzichtige genezingen noch mensen die zakken met geld willen ophalen onder de gelovigen. Wat er wel is, is een sfeer van geconcentreerde aandacht.”

Het afgelopen jaar waren de „Vrijheidlievende mensen”-districtscongressen die in juli en augustus 1991 in Brazilië werden gehouden, eveneens een groot succes, en de voordrachten hielpen onze broeders hun door God geschonken vrijheid nog intenser te waarderen. Er heerste een feestelijke stemming op deze driedaagse geestelijke feestmaaltijden. Het totale aantal aanwezigen voor alle 98 congressen samen was 482.034, met 8991 dopelingen.

In Italië was een katholieke priester een van de 245.161 personen die de „Vrijheidlievende mensen”-districtscongressen bezochten. Hij mengde zich onder de schare op het congres dat van 19 tot 21 juli in Brescia werd gehouden. Hij was zo ontroerd dat hij een briefje in een bijdragenbus deed. Hij schreef: „Ik ben een katholieke priester, in burgerkleding uiteraard, die persoonlijk eens wilde zien wat deze mensen, die de kerk altijd heeft beschouwd als slechts een handjevol, nu werkelijk doen en zeggen. Welnu, de 15 minuten die ik in dit stadion heb doorgebracht, waren voor mij genoeg om te beseffen hoeveel tijd ik tot nu toe had verspild. Jullie zijn werkelijk een voorbeeld ter navolging. Jullie hebben mij aan het denken gezet, en jullie hebben gebruikt wat ik vaker zou moeten gebruiken — de bijbel. Wie weet behoor ik op een dag misschien ook bij jullie, gekleed in colbert en das.”

Oost-Europa vormde het afgelopen dienstjaar het toneel voor drie internationale congressen. Boedapest in Hongarije had 40.601 afgevaardigden te gast, Praag in Tsjechoslowakije beleefde een aantal aanwezigen van 74.587 en Zagreb in Joegoslavië verwelkomde 14.684 congresgangers. Afgevaardigden van de vier windstreken der aarde gaven de drukke straten rond de congresfaciliteiten een heel bijzonder aanzien met hun blije aanwezigheid. Vreugde vervulde de afgevaardigden terwijl zij gedegen bijbels onderricht tot zich namen en oude bekenden terugzagen en nieuwe vrienden maakten.

Het internationale congres dat van 26 tot 28 juli in het Nepstadion in Boedapest werd gehouden, had afgevaardigden uit 35 landen op bezoek. Pas twee jaar, sinds juni 1989, waren Jehovah’s Getuigen wettelijk erkend. In tegenstelling hiermee zat enige jaren geleden tijdens de bouw van het stadion een aantal broeders wegens hun geloofsovertuigingen in de gevangenis. De gevangenbewaarders snoefden tegen hen: „Dat stadion krijgen jullie nooit te zien.” Een van onze broeders antwoordde: „Wie weet? Misschien zitten er op een dag wel Jehovah’s Getuigen.” Die uitspraak kwam hem op een pak slaag te staan. Maar wat was die broeder gelukkig op dit congres aanwezig te zijn en het stadion gevuld te zien met meer dan 40.000 aanwezigen!

In de Sovjet-Unie werden voor het eerst openlijk congressen gehouden. Tallin, een kuststad in de inmiddels onafhankelijke staat Estland, bood voor sommige congresbezoekers een toch wel wat apart decor. Vanaf de plek waar 447 personen werden gedoopt, hadden de broeders en zusters zicht op een oud fort dat in 1950 en 1951 was gebruikt als huis van bewaring waar sommigen van hen hadden vastgezeten in afwachting van hun deportatie naar gevangenkampen in het verre Siberië. Zo herleefden voor een kort moment ernstig stemmende herinneringen in deze tijd van grote verheuging.

Bijkantoorinwijdingen: nog een open deur van gelegenheid

„Gelukkig zijn zij die in uw huis wonen! Zij blijven u nog steeds loven”, zongen de getrouwe zonen van Korach (Ps. 84:4). In deze tijd openen bijkantoorfaciliteiten deuren van gelegenheid om de aanbidding van Jehovah te bevorderen. En wanneer er nieuwe faciliteiten worden ingewijd, is dat een bijzondere gelegenheid om Jehovah lof te bezingen.

Fiji

Dinsdag 25 december 1990 was een stralende, warme, tropische dag in Suva, de hoofdstad van Fiji. Duizenden verzamelden zich daar voor het inwijdingsprogramma van de pas voltooide uitbreiding van het bijkantoor en woongebouw. Fiji bestaat uit meer dan 800 eilanden, waarvan er zo’n 100 bewoond worden. Fiji herbergt een bevolking van meer dan 736.000 mensen, die bekend staan om hun aanstekelijke glimlach en vriendelijke gastvrijheid. Pas in 1913 arriveerde de eerste getuige van Jehovah op Fiji. In de jaren dertig was er slechts een klein groepje van drie families, die vergaderingen hielden in Suva. In 1940 werd het werk officieel verboden. Na de Tweede Wereldoorlog werd het verbod opgeheven. Zo konden op 5 april 1947 de eerste Gileadzendelingen naar Fiji komen om samen te werken met de twaalf verkondigers die toen actief waren in de dienst.

In 1957 werd Len Helberg, die thans in Australië woont, samen met Len Heatley, een plaatselijke pionier, naar de Gileadschool gestuurd. Toen zij een jaar later naar Fiji terugkeerden, werd in Suva een bijkantoor geopend. „Wij beschouwden het in die dagen eigenlijk niet eens als een bijkantoor”, weet broeder Heatley nog te vertellen. „Wij noemden het een ’filiaaltje’.” Broeder Helberg voegde eraan toe: „Maar Jehovah wist wel wat hij deed.” Tegen het einde van de jaren veertig was er één gemeente in Suva, maar inmiddels heeft het goede nieuws zich over de hele Stille Zuidzee verbreid, zodat er thans ook bijkantoren zijn op Nieuw-Caledonië, Tahiti en West-Samoa.

Lyman Swingle van het Besturende Lichaam sprak de inwijdingstoespraak uit voor 434 aanwezigen op de lokatie van het bijkantoor zelf en nog eens 3489 toehoorders in een via een telefoonverbinding aangesloten stadion in de buurt. In aanmerking genomen dat er nog geen 1600 verkondigers op Fiji zijn, was dat een schitterend aantal. Die avond onthaalden de Fijiaanse broeders veel afgevaardigden op een twee uur durend feestprogramma van zang en dans.

Griekenland

Dertien april 1991 was een historische dag voor de 334 gemeenten van Jehovah’s Getuigen in Griekenland, want die datum was bestemd voor de inwijding van de nieuwe bijkantoorfaciliteiten in Eleona, een plattelandsgebied zo’n zeventig kilometer ten noorden van de hoofdstad Athene.

Toen de dag voor de inwijding aanbrak, was de lucht betrokken. Dat voorspelde regen. Maar het laaghangende wolkendek kon geen afbreuk doen aan de vredige schoonheid van de gerstvelden die rondom het 22 hectare grote terrein lagen gevlijd als een groen tapijt, bespikkeld met bloedrode klaprozen en gele madeliefjes. Tegelijk met de afgevaardigden uit alle gemeenten diende ook de regen zich aan, maar dat deed niets af aan de vreugdevolle stemming van de 3815 aanwezigen. Het inwijdingsprogramma was via een telefoonverbinding ook te volgen op congresterreinen bij Athene en Thessalonika en op het eiland Kreta. Met deze verbinding werden in totaal 13.484 personen bereikt.

Het eerste congres in Griekenland werd 66 jaar geleden gehouden, in 1925. Maar nog steeds biedt de Grieks-Orthodoxe Kerk de Getuigen actief tegenstand alsof het om een nieuwe religie gaat. De geestelijken organiseerden tijdens de bouw van het bijkantoor zelfs een demonstratie buiten het terrein te Eleona. Er was oproerpolitie aanwezig om de orde te handhaven en het perceel te beschermen. De tegenstand had een averechtse uitwerking — het project kwam zes maanden eerder gereed dan gepland was.

Twee broeders van het Besturende Lichaam, Milton Henschel en Albert Schroeder, waren aanwezig voor het inwijdingsprogramma. De inwijdingsdag eindigde met een maaltijd waaraan de Bethelfamilie en de bouwfamilie, alsmede de afgevaardigden die voor de gelegenheid naar Griekenland gekomen waren, gezamenlijk aanzaten. De bezoekers genoten van door broeders en zusters uitgevoerde oude Griekse volksdansen.

Hong Kong

Op 1 januari 1980 verhuisde het bijkantoor van een zeer klein onderkomen naar een ruimer en rustiger pand aan Kent Road 4 in de voorstad Kowloon Tong. Deze accommodatie zou acht jaar lang uitstekend in de behoeften van het bijkantoor voorzien. Toen brak de tijd aan voor verdere uitbreiding. Precies op tijd kwam er aan Kent Road 12 een prachtig gebouw beschikbaar, dat zich leende voor huisvesting van een klein bijkantoor en Bethelhuis, en dit werd gekocht. Maar reeds na drie jaar werd het duidelijk dat er al spoedig nog een pand nodig zou zijn. Weer werd daarin door Jehovah voorzien.

Op een middag zei een katholieke priester die op Kent Road 16 woonde tegen de coördinator van het bijkantoorcomité: „Onze vrienden zijn vertrokken.” Hij bedoelde een Chinese familie, de eigenaars van Kent Road 14. Deze familie was dat weekeinde verhuisd, en nu stond het huis te koop. Het was ideaal. Het pand aan Kent Road 14 is een uitstekende aanvulling op onze andere panden, nummer 4 en nummer 12. Het is een twee verdiepingen tellend wit gebouw van gewapend beton. De Bethelfamilie heeft nu negentien leden en er is accommodatie voor dertig personen.

De avond van 15 januari 1991 was gereserveerd voor de inwijding van dit nieuwe pand. Lloyd Barry, een lid van het Besturende Lichaam, hield de inwijdingstoespraak: „Jehovah blijft het wasdom geven.” Hij kent Hong Kong, waar hij in 1956 samen met Nathan H. Knorr, de toenmalige president van het Wachttorengenootschap, zijn eerste bezoek bracht, heel goed. Sindsdien is broeder Barry er nog vaak als zoneopziener op bezoek geweest. In zijn toespraak schetste hij de geschiedenis van het werk vanaf het vroegste begin tot op heden, nu er in Hong Kong 2320 verkondigers zijn in 23 gemeenten.

Nieuw-Caledonië

Weggestopt in het zuidwestelijke deel van de Grote Oceaan ligt Nieuw-Caledonië — het „Eiland van licht”. Het is een eiland met een uitzonderlijk natuurschoon, waar kunstenaars altijd een geliefkoosd toevluchtsoord en een bron van inspiratie hebben gevonden. De laatste jaren zoekt een groeiend aantal personen naar een licht dat eeuwig leven brengt. — 1 Joh. 1:5.

Sedert 1977 is het bijkantoor in een zendelingenhuis gevestigd geweest. Twee bestaande slaapkamers werden overdag in kantoren veranderd. Het vertalen, zetten en drukken, evenals het verpakken en verzenden van publikaties gebeurde allemaal op een oppervlak van slechts ongeveer 100 m2! Dit verklaart waarom het Besturende Lichaam de bouw van een nieuw Bethel met een totale oppervlakte van 1200 m2 goedkeurde. Het gebouw heeft zes slaapkamers en staat in Nouméa, de hoofdstad van Nieuw-Caledonië. Met het grote graafwerk werd in januari 1989 begonnen.

Het groepje van negen verkondigers uit 1956 is aangegroeid tot 1265. De Getuigen op Nieuw-Caledonië, Vanuatu en de Wallis en Futuna Eilanden meegerekend, voorziet het bijkantoor thans in de behoeften van meer dan 1400 verkondigers. Op 15 december 1990 luisterden ongeveer 2700 gelukkige toehoorders naar de inwijdingstoespraak die gehouden werd door David Mercante van het internationale hoofdbureau van het Genootschap in Brooklyn, die op zonebezoek was. Na het programma boden broeders van verschillende eilanden een muzikaal programma met Koninkrijksliederen en plaatselijke dansen aan.

De Filippijnen

De laatste keer dat het bijkantoor werd uitgebreid, in 1972, waren er 54.212 verkondigers op de Filippijnen. Toen de bouw van het nieuwe bijkantoor in mei 1988 begon, was het aantal verkondigers gestegen tot meer dan 97.000.

De geestelijke oogst begon toen op 14 januari 1912 de boodschap van het goede nieuws in het Grand Opera House van Manila voor het eerst werd gehoord. Charles T. Russell, de eerste president van het Genootschap, hield de toespraak „Waar zijn de doden?” voor een ongeveer duizendkoppig gehoor. Geleidelijk aan brachten deze vroege waarheidszaden vruchten voort en in 1930 werd er op geregelde basis een wekelijkse bijbelklas gehouden met ongeveer tien aanwezigen. Het eerste Filippijnse Bethel was een huurappartement, dat in juni 1934 in gebruik werd genomen. Het eerste perceel land op de huidige lokatie van het bijkantoor in Quezon City werd in december 1947 gekocht en het gebouw daarop werd met ingang van februari 1948 als bijkantoor gebruikt. Op het oorspronkelijke één hectare grote terrein werden in 1953, 1962 en 1972 nieuwe panden bijgebouwd.

Met de groei in verkondigers in de jaren zeventig ontstond er een werkelijke behoefte om ’de tentkleden uit te spannen’ voor het bijkantoor (Jes. 54:2). Aanvankelijk werd contact opgenomen met de buren om te zien of iemand bereid was te verkopen. Op dat moment had niemand belangstelling. Een van de buren zei zelfs: „Chinezen verkopen geen onroerend goed. Zij kopen het alleen maar.” Verbazend genoeg begonnen de buren die oorspronkelijk geen belangstelling hadden toen het Genootschap had geïnformeerd naar de mogelijkheden om hun panden te kopen, een voor een hun grond en huizen te koop aan te bieden. In de loop van zes jaar werden tien percelen grond aangekocht waardoor het grondbezit van het Genootschap hier werd verdrievoudigd.

In mei 1988 begon de bouw van de twee verdiepingen tellende drukkerij en een Bethelhuis van elf verdiepingen. Internationale dienaren en plaatselijke vrijwilligers sloegen opgewekt de handen ineen om het nieuwe bijkantoor te bouwen. Het Japanse bijkantoor hielp met tekeningen van hun bouwbureau en met geldelijke bijdragen om de bijdragen van de Filippijnse broeders aan te vullen.

Herhaaldelijk was Jehovah’s leiding te zien. Toen de broeders bijvoorbeeld de dak- en vloerplaten moesten aanschaffen, ontdekten zij dat slechts één bedrijf op de Filippijnen het ontwerp voerde dat zij nodig hadden. Het bijkantoorproject was echter nummer 301 op de wachtlijst van die firma. Er werd een afspraak gemaakt voor een rechtstreeks onderhoud met de vice-president van het bedrijf en er werd een uiteenzetting gegeven over de vrijwillige aard van ons werk. De directieraad van dat bedrijf keurde ons verzoek goed en de bestelling voor het bijkantoor kwam bovenaan op de produktielijst te staan. Dit was een regeling van de voorzienigheid, want vlak nadat het materiaal geleverd was, gingen de arbeiders van dat bedrijf in staking.

De 13de april 1991 werd ingeluid met een stralend heldere dageraad. Opgetogen verwelkomden de 1718 aanwezigen John E. Barr van het Besturende Lichaam voor de inwijdingstoespraak. Waar hij over sprak? „Het lied van de toename van de theocratie.” Wat een passend thema voor de inwijding van niet alleen dit bijkantoor maar ook al die anderen.

[Tabel op blz. 22]

Congressen gehouden in de Sovjet-Unie en in Estland

Datum Stad Aanwezigen Gedoopt

13, 14 juli Tallin, Estland 4.808 447

20, 21 juli Oesolje-Sibirskoje, Siberië 4.205 543

2, 3 aug. Kiëv, Oekraïne 14.654 1.843

3, 4 aug. Lvov, Oekraïne 17.531 1.316

24, 25 aug. Odessa, Oekraïne 12.115 1.943

31 aug.–1 sept. Tsjernovtsy, Oekraïne 14.137 1.126

7, 8 sept. Alma-Ata, Kazachstan 6.802 602

Totaal: 74.252 7.820

(Het aantal dopelingen vormt een verbazingwekkende 10,5 procent van het hoogste aanwezigenaantal.)

[Grafiek op blz. 18]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Voortgang in simultaan publiceren

De Wachttoren

Jaar Talen waarin Talen waarin simultaan

gepubliceerd gepubliceerd

1980 106 0

1985 103 24

1991 110 65

Aantal talen

0 20 40 60 80 100 120 140

Ontwaakt!

Jaar Talen waarin Talen waarin simultaan

gepubliceerd gepubliceerd

1980 34 0

1985 54 14

1991 64 30

Aantal talen

0 10 20 30 40 50 60 70

Simultaanpublikatie strekt 95 procent van Jehovah’s Getuigen tot voordeel

[Illustratie op blz. 5]

Vorig jaar hebben 10.650.158 personen over de hele aarde de jaarlijkse viering van het Avondmaal des Heren bijgewoond

[Illustraties op blz. 12]

De meeste afgestudeerden van de acht dit jaar gehouden klassen dienen nu in de zes landen waar de school gehouden is, maar anderen hebben toewijzingen aanvaard in de volgende landen: Benin, Canada, Honduras, Hongarije, Ierland, Ivoorkust, Nederland, Nieuw-Caledonië, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Tsjaad en Tsjechoslowakije. De foto’s hierboven zijn van de eerste klassen in Frankrijk en Duitsland

[Illustraties op blz. 13]

Alle dienaren in de bediening en ouderlingen die dit jaar van de school zijn afgestudeerd, hebben verschillende dienstvoorrechten toegewezen gekregen. Daartoe behoren, afhankelijk van hun voorafgaande ervaring en huidige bekwaamheden, toewijzingen in de speciale pioniersdienst, zendingsdienst, het kringwerk en werk op een bijkantoor. Hierboven de eerste klassen in Italië en in Spanje

[Illustraties op blz. 20]

Deze kleine Poolse afgevaardigde was een van de 74.587 die het congres in Praag (Tsjechoslowakije) bijwoonden

[Illustraties op blz. 21]

Congresgangers in Praag waren tot tranen toe geroerd toen door A. D. Schroeder de Nieuwe-Wereldvertaling van de bijbel in het Tsjechisch en het Slowaaks werd vrijgegeven

Boedapest, Praag en Zagreb hadden internationale congressen. Afgevaardigden in Zagreb (Joegoslavië) stonden tijdens de middagpauze Koninkrijksliederen te zingen

[Illustraties op blz. 22]

In Tallin in het inmiddels onafhankelijke Estland vond het eerste ooit in de Sovjet-Unie gehouden congres plaats

Het boek „De grootste mens die ooit heeft geleefd” werd vrijgegeven in het Russisch en in andere Oosteuropese talen

[Illustraties op blz. 27]

Fiji

Het Fijiaanse bijkantoor in de hoofdstad Suva werd op 25 december 1990 ingewijd. De lobby is smaakvol afgewerkt

[Illustratie op blz. 27]

Griekenland

Op 13 april 1991 werd het nieuwe Griekse bijkantoor in Eleona ingewijd

[Illustratie op blz. 28]

Ingang van het nieuwe Griekse bijkantoor

[Illustratie op blz. 28]

De ontvangstbalie in het Griekse bijkantoor is gereed voor het verwelkomen van bezoekers

[Illustratie op blz. 28]

Hong Kong

De nieuwe toevoeging aan het bijkantoor in Hong Kong werd op 15 januari 1991 ingewijd

[Illustratie op blz. 29]

Nieuw-Caledonië

Het bijkantoor van Nieuw-Caledonië in de hoofdstad Nouméa werd op 15 december 1990 ingewijd

[Illustratie op blz. 29]

De Filippijnen

Op 13 april 1991 vond de inwijding plaats van het nieuwe Filippijnse bijkantoorcomplex in Manila, met kantoorgebouw en elf verdiepingen tellend woongebouw. De drukkerij is rechts achter

[Illustratie op blz. 30]

De 500 zitplaatsen tellende Koninkrijkszaal van het Filippijnse bijkantoor

[Illustratie op blz. 30]

Eetzaal voor 400 personen in het Filippijnse Bethelhuis

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen