-
Het is Gods voornemen dat de mens leven geniet in een paradijsDe Wachttoren 1989 | 1 augustus
-
-
9 „En Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel. Voorts plantte Jehovah God een tuin in Eden, tegen het oosten, en daar plaatste hij de mens die hij gevormd had. Zo liet Jehovah God uit de aardbodem allerlei geboomte ontspruiten, begeerlijk voor het gezicht en goed tot voedsel, en ook de boom des levens in het midden van de tuin en de boom der kennis van goed en kwaad. Nu was er een rivier die van Eden uitging om de tuin van water te voorzien, en vandaar splitste ze zich voorts en werd als het ware tot vier hoofdtakken.” — Genesis 2:7-10.b
-
-
Het is Gods voornemen dat de mens leven geniet in een paradijsDe Wachttoren 1989 | 1 augustus
-
-
b De profeet Mozes, die de informatie in de zestiende eeuw vóór de gewone tijdrekening in het boek Genesis optekende, voegde daar de volgende informatie over deze rivier in Eden aan toe, naar de kennis van zijn dagen:
„De naam van de eerste is Pison; deze omstroomt het gehele land Havila, waar goud is. En het goud van dat land is goed. Daar is ook het bdelliumhars en de onyxsteen. En de naam van de tweede rivier is Gihon; deze omstroomt het gehele land Kusch. En de naam van de derde rivier is Hiddekel; deze loopt ten oosten van Assyrië. En de vierde rivier is de Eufraat.” — Genesis 2:11-14.
-