Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • it-2 ‘Vroedvrouw’
  • Vroedvrouw

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vroedvrouw
  • Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vroedvrouw
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Pua
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Pua
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Sifra
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
Inzicht in de Schrift, Deel 2
it-2 ‘Vroedvrouw’

VROEDVROUW

De Hebreeuwse term voor „vroedvrouw” is een vrouwelijk deelwoord van het werkwoord ja·ladhʹ (baren) en duidt dan ook letterlijk op een vrouw die hulp verleent bij de geboorte van een kind. (Zie GEBOORTE.) Een vroedvrouw helpt de moeder de pijnlijke ervaring van de bevalling te doorstaan, en als het kind eenmaal geboren is, snijdt zij de navelstreng door en wast de zuigeling. In vroeger tijden wreef zij hem bovendien met zout af en wikkelde hem in windsels van doeken. — Ez 16:4.

Goede vriendinnen, naaste verwanten of oudere vrouwen in de gemeenschap hielpen soms bij de geboorte, maar vanwege de specifieke kennis, bekwaamheid en ervaring die werden vereist, vooral wanneer het een zware bevalling was, oefenden enkelen de verloskunde als beroep uit. „Terwijl [Rachel] het moeilijk had bij de bevalling” van Benjamin, kon de vroedvrouw haar verzekeren dat zij een zoon zou krijgen, hoewel Rachel zelf tijdens de bevalling stierf (Ge 35:16-19). Tijdens de gecompliceerde geboorte van Tamars tweeling, Perez en Zera, was de vroedvrouw zo alert om degene die naar zij verwachtte de eerstgeborene zou zijn, te identificeren. Zij bond snel een scharlaken draadje om de uitgestoken hand van Zera. De hand werd echter teruggetrokken en zijn broer kwam het eerst te voorschijn, wat bij de moeder een scheuring van het perineum veroorzaakte. — Ge 38:27-30.

Toen de Israëlieten in Egypte in slavernij waren, bevonden de vroedvrouwen onder hen zich in een heel kritieke en gevaarlijke positie. Farao liet twee van hen, Sifra en Pua, bij zich komen en gaf hun het bevel alle Hebreeuwse jongetjes zodra zij waren geboren ter dood te brengen. Mogelijk hadden zij de leiding over de vroedvrouwen en waren zij ervoor verantwoordelijk de bevelen van de koning aan hun collega’s door te geven. „De vroedvrouwen echter vreesden de ware God, en zij deden niet zoals de koning van Egypte tot hen gesproken had, maar zij hielden de mannelijke kinderen altijd in het leven.” Op grond hiervan werden zij ter verantwoording geroepen bij Farao, die vroeg: „Waarom hebt gij deze zaak gedaan?” Zij deden alsof zij de situatie niet meester waren, want zij beweerden dat de Hebreeuwse vrouwen „levenskrachtig” waren en baarden ’voordat de vroedvrouw bij hen kon komen’ (Ex 1:15-19). Omdat deze vroedvrouwen Jehovah vreesden en weigerden kindermoord te plegen, zegende God hen en beloonde hij hen met een eigen gezin. — Ex 1:20, 21.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen