Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w88 15/7 blz. 21-23
  • In de behoeften van onze ouderen voorzien — een christelijke uitdaging

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • In de behoeften van onze ouderen voorzien — een christelijke uitdaging
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een gemeentelijke verantwoordelijkheid
  • Hoe gemeenten hulp hebben geboden
  • De bejaarden naar de vergaderingen meenemen
  • Tactvol maar volhardend
  • Het christelijke gezin helpt de bejaarden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Het oog houden op de belangen van de bejaarden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
  • De zorg voor ouderen — Een christelijke verantwoordelijkheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • God bekommert zich om de ouderen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
w88 15/7 blz. 21-23

In de behoeften van onze ouderen voorzien — een christelijke uitdaging

ER ZIJN drie maanden verstreken. Toch heeft geen van de kinderen van de bejaarde vrouw zich erom bekommerd haar te bezoeken. Zij is een eenzame bewoonster van een bejaardenhuis in Kaapstad (Zuid-Afrika). Haar kinderen wonen in de buurt.

In een bejaardenhuis in Johannesburg brengt een oude vrouw het grootste gedeelte van haar tijd op het balkon van haar kamer door. Men ziet haar vaak huilen.

Schrijnende taferelen als deze worden steeds gewoner, zelfs in landen waar vanouds goed voor de bejaarden werd gezorgd. In Soweto, het enorme door zwarten bevolkte complex in de buurt van Johannesburg, „[hebben] oude mensen de traditionele achting, invloed en zorg van hun familie verloren”, aldus een persbericht. Een soortgelijke situatie heeft zich ontwikkeld onder de grote Indiase bevolking in Zuid-Afrika. Hoewel Indiërs zich vanouds om hun ouderen bekommeren, legde een functionaris onlangs uit dat jongere Indiase echtparen ’niet met hun ouders opgescheept willen zitten’.

Ware christenen slaan echter acht op het bijbelse gebod: „Eer uw vader en uw moeder” (Exodus 20:12; Efeziërs 6:2). Deze verplichting houdt niet op als hun ouders op leeftijd komen. In 1 Timótheüs 5:8 staat: „Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.” Tot degenen voor wie een christen moet zorgen, behoren stellig bejaarde ouders, ook als hierbij aanzienlijke emotionele en financiële offers betrokken zouden zijn.

Over het algemeen kwijten de leden van de hedendaagse christelijke gemeente zich op bewonderenswaardige wijze van hun taak om in de emotionele en fysieke behoeften van hun ouders te voorzien. Wat gebeurt er echter wanneer bejaarde christenen geen godvrezende kinderen of kleinkinderen hebben die voor hen kunnen zorgen? Hoe wordt er in hun behoeften voorzien?

Een gemeentelijke verantwoordelijkheid

De discipel Jakobus schreef: „De vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit bezien rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking.” Jakobus zei ook: „Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, doch iemand van u tot hen zegt: ’Gaat heen in vrede, houdt u warm en goed gevoed’, maar gij geeft hun niet wat zij voor hun lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut? Zo is ook geloof, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood.” — Jakobus 1:27; 2:15-17.

Indien een bejaarde christen hulp nodig heeft, is dit dus een kwestie die de hele gemeente aangaat. De ouderlingen kunnen in dit opzicht de leiding nemen. Zoals Paulus in 1 Timótheüs 5:4 te kennen gaf, moeten zij eerst vaststellen of de bejaarde persoon kinderen of kleinkinderen heeft die bereid zijn „een passende vergoeding aan hun ouders en grootouders te blijven betalen, want dit is aangenaam in Gods ogen”. Is dit niet het geval, dan kunnen de ouderlingen onderzoeken welke pensioenregelingen of sociale voorzieningen er beschikbaar zijn. Het is zelfs mogelijk dat sommigen in de gemeente in de positie verkeren op een persoonlijke basis financiële hulp te bieden.

In landen waar zulke regelingen echter niet getroffen kunnen worden, kunnen de ouderlingen beschouwen of de persoon ervoor in aanmerking komt hulp van de gemeente zelf te ontvangen. Paulus zei: „Een weduwe worde op de lijst geplaatst wanneer zij niet minder dan zestig jaar oud is, de vrouw van één man, van wie getuigenis wordt afgelegd omtrent voortreffelijke werken.” — 1 Timótheüs 5:9, 10.

Heel vaak heeft de bejaarde echter niet in de eerste plaats behoefte aan geld. De ouderlingen zouden kunnen vaststellen wat er nu precies wel nodig is. Heeft de bejaarde hulp nodig bij het doen van boodschappen? Is hij eenzaam of heeft hij aanmoediging nodig? Heeft hij vervoer nodig om naar de vergaderingen te gaan? Heeft hij iemand nodig die de bijbel en christelijke publikaties aan hem voorleest? Indien de bejaarde fysiek niet in staat is naar de vergaderingen te gaan, zouden er dan cassetteopnamen gemaakt kunnen worden, zodat hij er thuis naar kan luisteren? Er kunnen verscheidene bezoeken en gesprekjes nodig zijn voordat het hele beeld duidelijk is geworden. Maar in hun hoedanigheid van herders ’behoren ouderlingen te weten hoe hun kleinvee eruitziet’. — Spreuken 27:23.

Hoe gemeenten hulp hebben geboden

Zijn de behoeften van een bejaarde eenmaal bekend, dan kunnen er specifieke regelingen getroffen worden. Wanneer er in de gemeente een hartelijke, zorgzame en onzelfzuchtige geest heerst, is het niet moeilijk een aantal broeders en zusters te vinden die bereid zijn hulp te bieden. Hierdoor wordt er geen onredelijke last op slechts enkele personen gelegd. Zo heeft één gemeente bijvoorbeeld een schema uitgewerkt op basis waarvan verkondigers oudere personen bezoeken. De broeders en zusters hebben hier graag een aandeel aan en geen van de ouderen wordt overgeslagen.

In een andere gemeente werd een bejaarde Getuige door haar ongelovige kinderen verwaarloosd. Jonge plaatselijke Getuigen deden echter haar hele was, verzorgden al haar strijkgoed, hielden haar hele huis schoon en zorgden ook voor haar tuin. De broeders en zusters hielpen haar financieel, zodat zij haar huur en haar voedsel kon betalen, en namen haar mee naar congressen en vergaderingen. En toen zij stierf, verzorgden zij haar begrafenis en betaalden alle onkosten.

In een kleine Zuidafrikaanse gemeente raakte een bejaarde broeder van gemengde raciale afkomst volledig verlamd door een beroerte. Aangezien hij geen enkel familielid had die voor hem kon zorgen, namen een zuster in de gemeente — zelf een weduwe — en haar zoon hem in huis op. De mannelijke leden van de gemeente kwamen beurtelings om hem te baden. Bovendien ging een blanke pionier met deze oudere broeder wandelen door hem in een rolstoel rond te rijden. Dit schouwspel, zeer ongewoon in Zuid-Afrika, baarde veel opzien. De gemeente zorgde op liefdevolle wijze voor de bejaarde broeder totdat hij stierf.

Dit wil echter niet zeggen dat het gemakkelijk is in de behoeften van bejaarde broeders en zusters te voorzien. Er kan heel wat initiatief en vastberadenheid nodig zijn om de problemen die kunnen rijzen, te overwinnen.

De bejaarden naar de vergaderingen meenemen

Een bejaarde zuster — een weduwe en een hartpatiënte — werd op zekere dag door een ouderling bezocht. Toen hij daar was, kwam er een buurvrouw op bezoek die de klacht uitte: „Ik kom hier vaak binnen en vind haar dan in tranen omdat er niemand was gekomen om haar naar de Koninkrijkszaal mee te nemen.” Het probleem was niet zo ernstig als de buurvrouw het voorstelde, want een gezin in de gemeente zorgde voor geregeld vervoer. Maar enkele keren had de vader moeten overwerken en was hij niet gekomen om de zuster op te halen. Er hadden natuurlijk best andere vervoersregelingen getroffen kunnen worden.

Het is derhalve goed in gedachte te houden dat vergaderingbezoek van het grootste belang is voor ouderen (Hebreeën 10:24, 25). Eén ouderling let altijd op of een bepaalde bejaarde Getuige aanwezig is. Als zij er niet is, doordat er iets mis is gegaan met de vervoersregeling, haast de ouderling zich naar zijn auto en haalt haar op. De lieve glimlach op haar gezicht beloont hem ruimschoots voor de extra krachtsinspanning.

Tactvol maar volhardend

Soms kunnen oudere personen echter behoorlijk onafhankelijk van aard zijn. Zij kunnen hulp nodig hebben maar zich ertegen verzetten die te aanvaarden. En tenzij ouderlingen, of degenen die de toewijzing hebben ontvangen om hulp te bieden, alert zijn, kunnen zulke ouderen geneigd zijn te trachten alles zelf te doen.

Een bejaarde weduwe leed aan kanker maar had haar ziekte verzwegen. Zij had hulp nodig om haar persoonlijke bezittingen te vervoeren naar een pand dat ongeveer anderhalve kilometer verder was gelegen. In plaats van anderen op de hoogte te stellen van haar probleem, vroeg zij een 84-jarige vriendin om hulp. Samen laadden zij enkele dingen op een karretje en probeerden dat zelf voort te duwen. Al gauw beseften zij echter dat dit te zwaar was voor hen, waarna de vriendin van de weduwe naar een in de buurt wonende ouderling ging ten einde hem om hulp te vragen.

Het kan derhalve nodig zijn op tactvolle maar doortastende wijze te informeren wat wij kunnen doen om zulke personen te helpen. Als wij alleen maar met een vaag aanbod komen, zoals: ’Mocht je iets nodig hebben, laat het me dan weten’, zou er heel vlot geantwoord kunnen worden: ’Dank je, ik heb niets nodig.’ Houd echter in gedachte dat toen Lydia gastvrijheid aanbood aan de apostel Paulus en anderen, zij zich niet liet afschrikken door hun kennelijke aanvankelijke weigering. In plaats daarvan ’dwong zij hen er gewoon toe te komen’ (Handelingen 16:15). Wees dus doortastend. Tracht de behoeften en verlangens van ouderen te weten te komen voordat zij om hulp moeten vragen.

Natuurlijk dienen ouderen waardering te hebben voor de krachtsinspanningen van anderen en niet overgevoelig, al te veeleisend of kritisch te zijn. Als er voor vervoer wordt gezorgd, zou het bijvoorbeeld heel juist zijn aan te bieden om de reiskosten te helpen dragen. Een oudere zuster bakt brood en haakt kleinigheden om ze als geschenken te geven aan degenen die haar naar de vergaderingen brengen. In veel gevallen echter is alleen al een woord van dank alles wat nodig is.

Christenen in deze tijd trachten het gebod te gehoorzamen dat staat opgetekend in Leviticus 19:32: „Voor het grijze haar dient gij op te staan, en gij moet de persoon van een oud man consideratie betonen.” Jehovah’s dienstknechten volgen niet de wereldse tendens om oude mensen te verstoten en verantwoordelijkheid jegens ouders uit de weg te gaan. In plaats daarvan trachten christenen, door hun tijd beschikbaar te stellen en door middel van geduld en Jehovah’s hulp, op succesvolle wijze te voldoen aan de uitdaging om voor onze ouderen te zorgen.

[Illustratie op blz. 23]

Jongeren in de gemeente kunnen vaak veel doen om oudere personen te helpen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen