Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • it-1 ‘Herkauwen’
  • Herkauwen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Herkauwen
  • Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Vergelijkbare artikelen
  • Haas
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Haas
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Het rund — schitterend ontworpen
    Ontwaakt! 1983
  • Wat gebeurt er met wat u eet?
    Ontwaakt! 1984
Meer weergeven
Inzicht in de Schrift, Deel 1
it-1 ‘Herkauwen’

HERKAUWEN

Het proces waarbij het voedsel vanuit het spijsverteringsstelsel van een dier wordt opgebraakt om opnieuw gekauwd te worden. Onder de Mozaïsche wet werden herkauwers die bovendien gespleten of volledig gekloofde hoeven hadden, als reine dieren beschouwd, die gegeten mochten worden. Tot de „reine” herkauwende dieren behoorden het hert, de gazel, de reebok, de antilope, de gems, tamme en wilde runderen, schapen en geiten. Deze classificering sloot de kameel, de klipdas en de haas of het konijn uit, want die herkauwen wel, maar ze hebben geen gespleten hoeven (Le 11:1-8, 26; De 14:4-8). Sommige commentators zeggen dat herkauwers zonder klauwen gewoonlijk reinere eetgewoonten hebben en dat hun tweemaal gekauwde voedsel grondiger wordt verteerd, zodat indien ze giftige planten eten, veel van het gif geneutraliseerd of verwijderd wordt door het ingewikkelde chemische proces dat bij een langer durende spijsvertering betrokken is.

Het herkauwen is een van de interessante wonderen der schepping. Bij de meeste herkauwers bestaat de maag uit drie of vier afdelingen en volgt het voedsel ongeveer dezelfde weg. Het grootste deel van het voedsel dat ze eten, komt slechts gedeeltelijk gekauwd in de eerste voormaag terecht, en van daar uit in de tweede, waar het zachter wordt gemaakt en tot ronde voedselballen wordt gevormd. Wanneer het dier niet meer graast en gaat rusten, worden de voedselballen door spiersamentrekkingen naar de bek teruggestuwd om opnieuw gekauwd en verder met speeksel vermengd te worden. Wanneer het voedsel voor de tweede maal wordt doorgeslikt, gaat het via de eerste en de tweede afdeling naar de derde, en uiteindelijk naar de vierde om volledig verteerd te worden.

Waarom wordt de haas in de bijbel onder de herkauwers geclassificeerd?

Vaak hebben bijbelcritici de uitspraak in de bijbel dat de haas een herkauwer is, in twijfel getrokken (Le 11:4, 6; De 14:7). Toch moet men in gedachte houden dat wat volgens de hedendaagse wetenschappelijke classificatie onder herkauwers wordt verstaan, geen basis vormt om te beoordelen wat de bijbel zegt, want een dergelijke classificatie bestond in Mozes’ tijd niet. Zelfs in de 18de eeuw merkte de Engelse dichter William Cowper, die zijn tamme hazen nauwlettend had geobserveerd, dat ze ’de hele dag, tot de avond toe, herkauwden’. Linnaeus, een beroemd natuuronderzoeker uit dezelfde eeuw, geloofde dat hazen herkauwden. Voor anderen was het echter weggelegd om meer wetenschappelijke gegevens te verschaffen. De Fransman Morot ontdekte in 1882 dat konijnen wel negentig procent van wat ze per dag eten, opnieuw tot zich nemen. Over de haas zegt Ivan T. Sanderson in een recentere publikatie: „Een van de in onze ogen uitzonderlijkste [gewoonten] is de manier waarop ze hun voedsel verteren, een manier die niet uniek is voor Leporidae [hazen, konijnen], maar ook, zoals men thans weet, bij vele knaagdieren voorkomt. Wanneer er in plaats van droog wintervoer fris groen voedsel is, schrokken de dieren het gulzig naar binnen en scheiden het dan in halfverteerde vorm in hun leger weer uit. Na enige tijd nemen ze het weer tot zich, en dit proces kan meermalen worden herhaald. Bij het gewone konijn schijnen alleen de volledig volwassen dieren dit te doen.” — Living Mammals of the World, 1955, blz. 114.

Bepaalde Britse wetenschappers hebben de gewoonten van het konijn onder zorgvuldige controle van heel nabij geobserveerd, en hun bevindingen zijn gepubliceerd in de Proceedings of the Zoological Society of London, 1940, Deel 110, blz. 159-163. In het kort is dit de wijze waarop het konijn zijn voedsel opnieuw verteert: Wanneer hij een ontbijt van vers voedsel eet, gaat het door de maag naar de dunne darm, terwijl er in de cardiaregio van de maag (het deel waarin de slokdarm uitmondt) zo’n veertig of vijftig gram balletjes achterblijven die zich daar reeds bevonden toen het verse voedsel werd gegeten. Van de dunne darm komt het ochtendmaal in de blindedarm of het doodlopende einde van de dikke darm terecht, waar het een poosje blijft. In de loop van de dag zakken de balletjes omlaag en wordt in de dunne darm het bacteriële proteïne dat erin zit, verteerd. Wanneer ze de dikke darm bereiken, passeren ze de inhoud van de blindedarm en gaan verder de karteldarm in, waar het overtollige vocht wordt opgenomen, zodat de bekende droge keuteltjes ontstaan die worden uitgescheiden. Vervolgens komt, wanneer dit stadium van de cyclus is voltooid, de inhoud van de blindedarm in de karteldarm terecht. Maar in plaats dat daar al het vocht uit deze voedselbrij wordt gehaald, bereikt die de anus in een tamelijk zachte toestand, in de vorm van balletjes die elk met een taaie slijmlaag zijn bedekt om te voorkomen dat ze aan elkaar plakken. Wanneer deze balletjes nu de anus bereiken, worden ze niet gewoon uitgescheiden, maar het konijn kromt zijn rug, eet ze op en bewaart ze in de cardiaregio van de maag totdat hij opnieuw iets heeft gegeten. Op deze wijze wordt de bijzondere cyclus voltooid en is het meeste voedsel voor de tweede maal het spijsverteringskanaal gepasseerd.

Dr. Waldo L. Schmitt, hoofdcurator van de afdeling Zoölogie van de Smithsonian Institution in Washington D.C. (VS), schreef als commentaar op deze bevindingen: „Er schijnt geen reden te zijn te twijfelen aan de echtheid van de verslagen der verschillende werkers, dat konijnen gewoonlijk halfverteerd voedsel in de blindedarm bewaren en dat dit later opnieuw wordt opgenomen en een tweede maal door het spijsverteringsstelsel gaat.” Hij merkte ook op dat dit een verklaring vormt voor „de buitengewoon lange blindedarm van konijnen in vergelijking met de meeste andere zoogdieren”. — Ontwaakt!, 22 maart 1952, blz. 10, 11.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen