NEFTOAH
(Nefto̱ah).
De naam wordt in verband gebracht met een bron op de grens tussen Juda en Benjamin (Joz 15:1, 9; 18:11, 15). Deze bron wordt gewoonlijk geïdentificeerd met de bron bij Lifta (ʽEn Neftoah), ten O van Kirjath-Jearim en ongeveer 4 km ten WNW van de Tempelberg in Jeruzalem. Hoewel deze identificatie zou kloppen met Jozua 15:9, schijnt „de bron van de wateren van Neftoah” volgens Jozua 18:15, 16 ten W van Kirjath-Jearim gelegen te hebben. Bijbelvertalers hebben op verschillende manieren geprobeerd deze schijnbare tegenstrijdigheid op te lossen. The Jerusalem Bible, die de lezing van de Griekse Septuaginta volgt, vervangt „naar het westen” door „naar Gasin”. In de Revised Standard Version is de tekst in overeenstemming met Jozua 15:9 veranderd en luidt „naar Efron” in plaats van „naar het westen”. Ronald A. Knox vertaalt het Hebreeuwse woord jamʹmah (naar het westen) overeenkomstig zijn letterlijke betekenis met „naar de zee” en verklaart in een voetnoot: „Dit zou moeten betekenen naar het westen, naar de Middellandse Zee, maar het schijnt heel duidelijk te zijn dat de grens van Benjamin op dit punt oostwaarts boog; en de zee is vermoedelijk de Dode Zee, zijn oostelijke grens.”