OFRA
(O̱fra).
1. [(Herte)jong]. Een nakomeling van Juda via Meonothai. — 1Kr 4:1, 14.
[2, 3: misschien: Stofplaats]
2. Een stad in Benjamin (Joz 18:21, 23). Waar deze plaats gezocht moet worden, kan uit het verslag over Israëls confrontaties met de Filistijnen tijdens de regering van Saul worden afgeleid. Het stroopcommando van de Filistijnen trok er telkens vanuit hun legerplaats te Michmas in drie verschillende richtingen op uit. Eén groep sloeg de weg naar Ofra in. Een andere groep trok westwaarts op de weg naar Beth-Horon, terwijl weer een andere groep oostwaarts trok op „de weg . . . naar de grens die uitziet over het dal van Zeboïm”. Aangezien in elk geval een deel van het Israëlitische leger in Geba ten Z van Michmas gelegerd was, ging de groep Filistijnen die de weg naar Ofra insloeg, blijkbaar noordwaarts. Bijgevolg moet Ofra ten N van Michmas hebben gelegen. — 1Sa 13:16-18.
Geleerden vereenzelvigen Ofra vaak met de stad die Efraïm (2Sa 13:23; Jo 11:54) en Efraïn (2Kr 13:19) werd genoemd en waarvan men aanneemt dat ze het huidige et-Taiyiba is (ca. 6 km ten ONO van Bethel).
3. De plaats waar Gideon woonde en waar Jehovah’s engel hem gebood Israël uit de handpalm van Midian te redden (Re 6:11-32). Na zijn overwinning op de vijandelijke strijdkrachten maakte Gideon van de door het volk bijgedragen buit een efod en stelde die in Ofra tentoon. Daarna ging men deze efod als een afgod vereren (Re 8:24-27). Later, nadat Gideon in Ofra gestorven en begraven was, „doodde [zijn eerzuchtige zoon Abimelech] zijn broers, . . . zeventig man, op één steen, maar Jotham, de jongste zoon . . ., bleef over” (Re 8:32; 9:5). Buiten Abimelech had Gideon zeventig zonen (Re 8:30, 31). Aangezien Jotham aan de afslachting ontkwam, doodde Abimelech dus kennelijk slechts 69 zonen in Ofra. Wat Jotham later over dit voorval zei, schijnt er enkel op te duiden dat Abimelech van plan was alle zeventig zonen te doden (Re 9:18). Een joodse commentator merkt echter terecht op: „Het is niettemin juist om over afgerond ’zeventig’ neergevelden te spreken.” — Soncino Books of the Bible, onder redactie van A. Cohen, Londen, 1950 (Jozua en Rechters, blz. 234).
Dit Ofra lag blijkbaar ten W van de Jordaan en wordt voorlopig geïdentificeerd met el-ʽAffuleh (ʽAfula), ongeveer 45 km ten N van Sichem.