Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w90 15/3 blz. 26-30
  • Hoe depressieve personen te helpen weer vreugdevol te worden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe depressieve personen te helpen weer vreugdevol te worden
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Met woorden sterken
  • „Ondersteunt de zwakken”
  • Ouderlingen met een onderwezen tong
  • ’Spreek bemoedigend tot de terneergeslagen zielen’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1982
  • Troost voor de neerslachtigen
    Troost voor de neerslachtigen
  • Het overwinnen van depressiviteit — Hoe anderen kunnen helpen
    Ontwaakt! 1987
  • Zij willen helpen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
w90 15/3 blz. 26-30

Hoe depressieve personen te helpen weer vreugdevol te worden

EPAFRODÍTUS, een eerste-eeuwse christelijke discipel, was neerslachtig. Hij was erop uitgestuurd om in de behoeften van de gevangengezette apostel Paulus te voorzien maar was ernstig ziek geworden. Hoewel Epafrodítus was hersteld, was hij terneergeslagen omdat zijn thuisgemeente, die hem naar Rome had gestuurd, had „gehoord dat hij ziek was geworden” (Filippenzen 2:25, 26). Dat hij zo ver van hen verwijderd was maar hen in dit verband wilde geruststellen, veroorzaakte neerslachtigheid. Hij was vermoedelijk ook van mening dat zij hem als een mislukkeling beschouwden. Hoe kon hij geholpen worden weer vreugdevol te zijn?

Epafrodítus werd teruggestuurd naar zijn huis in Filippi met een brief van de apostel Paulus. Daarin instrueerde Paulus de gemeente: „Ontvangt hem . . . op de gebruikelijke wijze in de Heer, met alle vreugde, en blijft dat soort van mannen dierbaar achten” (Filippenzen 2:27-30). Paulus drong er bij de christenen in Filippi op aan Epafrodítus een hartelijk welkom te bereiden op een wijze die passend was voor de kenmerkende kwaliteit van de omgang die de christelijke gemeente typeerde. Hun vertroostende woorden zouden hem laten weten dat hij bijzonder werd gewaardeerd, ja, ’dierbaar werd geacht’. Deze met vreugde geschonken aandacht zou er in grote mate toe bijdragen dat hij verlichting kreeg in zijn depressieve geestestoestand.

Dit voorbeeld toont aan dat hoewel christenen als groep ’zich verheugen in de Heer’, sommigen onder hen aan verschillende vormen van depressiviteit kunnen lijden (Filippenzen 4:4). Zware depressiviteit is een ernstige emotionele stoornis die zelfs tot zelfdoding heeft geleid. Soms zijn er chemische processen in de hersenen en andere fysieke factoren bij betrokken. Niettemin kan depressiviteit vaak verminderd worden door begrijpende hulp van anderen. Daarom gaf Paulus de aansporing: „Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen” (1 Thessalonicenzen 5:14). De gemeenten van Jehovah’s Getuigen dienen de terneergeslagen zielen derhalve vreugdevol emotionele steun te geven. Deze verantwoordelijkheid werd reeds in 1903 door de hedendaagse christelijke organisatie ingezien, want in The Watch Tower werd toen over terneergeslagen zielen of wankelmoedigen gezegd: „De wankelmoedigen en zwakken hebben hulp, steun en aanmoediging nodig.” Maar hoe kunt u terneergeslagen zielen helpen?

Allereerst kunt u, door „medegevoel” te tonen, de depressieve persoon misschien helpen de „angstige bezorgdheid” in zijn hart te onthullen. Vervolgens kan „het goede woord” dat u spreekt, hem wellicht helpen zich te verheugen (1 Petrus 3:8; Spreuken 12:25). Hem gewoon vrijuit laten praten en hem laten voelen dat u met hem meeleeft, kan hem veel verlichting schenken. „Ik had enkele vrienden bij wie ik werkelijk mijn hart kon uitstorten”, zei Mary, een ongehuwde christen die met depressiviteit te kampen had. „Ik had iemand nodig die naar mij luisterde.” Iemand hebben met wie men zijn diepste gedachten over de levensproblemen kan delen, kan heel veel betekenen.

Er is echter meer nodig dan alleen enkel te luisteren en oppervlakkige raad te geven als: „Je moet de lichtpuntjes weten te zien” of „Denk positief.” Dergelijke uitingen zouden een gebrek aan empathie kunnen verraden en helemaal misplaatst zijn wanneer iemand depressief is, zoals in Spreuken 25:20 als volgt te kennen wordt gegeven: „Hij die een kleed uittrekt op een koude dag, is als . . . een zanger met liederen bij een somber hart.” Irreëel optimistische opmerkingen kunnen de depressieve persoon bovendien nog ernstiger verontrust achterlaten. Waarom? Omdat zulke pogingen voorbijgaan aan de redenen voor zijn depressiviteit.

Met woorden sterken

Iemand die ernstig depressief is, voelt zich waarschijnlijk niet alleen somber, maar ook waardeloos en hopeloos. Het Griekse woord dat met „terneergeslagen zielen” is vertaald, betekent letterlijk „personen met weinig ziel”. Een taalgeleerde definieert het woord als volgt: „Iemand die onder zulke grote moeilijkheden gebukt gaat dat zijn hart hem in de schoenen zinkt.” Zijn emotionele hulpbronnen zijn opgedroogd en zijn gevoel van eigenwaarde is verzwakt. — Vergelijk Spreuken 17:22.

De patriarch Job zei: „Ik zou u sterken met de woorden van mijn mond” (Job 16:5). Het Hebreeuwse woord voor „sterken” wordt soms weergegeven met ’versterken’ of ’sterk maken’. Het wordt gebruikt om te beschrijven hoe de tempel ’sterk gemaakt’ werd door middel van structurele herstellingswerkzaamheden (Jesaja 41:10; Nahum 2:1; 2 Kronieken 24:13). Uw woorden moeten het gevoel van eigenwaarde van de depressieve persoon als het ware steen voor steen opnieuw opbouwen. Hiervoor moet u een beroep doen op zijn „denkvermogen” (Romeinen 12:1). In de reeds eerder geciteerde uitgave van The Watch Tower van 1903 werd over depressieve personen gezegd: „Omdat . . . hun gevoel van eigenwaarde ontbreekt, moeten zij geholpen worden wat meer op de voorgrond te treden, opdat aan het licht kan komen welke talenten zij in werkelijkheid bezitten, ter aanmoediging van hen zelf en ook tot zegen van het hele huisgezin des geloofs.”

Het bijbelse voorbeeld van Elkana en zijn depressieve vrouw Hanna illustreert hoe u evenals Job anderen met woorden kunt sterken. Elkana had twee vrouwen. Een van hen, Peninna, had verscheidene kinderen, maar Hanna was onvruchtbaar. Waarschijnlijk beschouwde Hanna zich als waardeloos. (Vergelijk Genesis 30:1.) Alsof deze last nog niet zwaar genoeg was, tergde Peninna haar zozeer dat zij in tranen uitbarstte en haar eetlust verloor. Hoewel Elkana zich niet bewust was van de intensiteit van haar verdriet, vroeg hij, toen hij haar situatie zag: „Hanna, waarom weent gij, en waarom eet gij niet, en waarom is uw hart droevig gestemd?” — 1 Samuël 1:1-8.

Elkana’s vriendelijke, niet-beschuldigende vragen stelden Hanna in de gelegenheid haar gevoelens te uiten. Of zij zijn vragen nu wel of niet beantwoordde, zij werd erdoor geholpen te analyseren waarom zij zich waarschijnlijk waardeloos voelde. Zo zou een terneergeslagen ziel kunnen zeggen: ’Ik deug gewoon niet.’ U zou kunnen vragen: ’Waarom voel je je zo?’ Luister dan aandachtig als hij u toevertrouwt wat hem bezwaart. — Vergelijk Spreuken 20:5.

Elkana stelde Hanna toen de volgende bijzonder versterkende vraag: „Ben ik u niet beter dan tien zonen?” Hanna werd herinnerd aan de genegenheid die hij ondanks haar onvruchtbaarheid voor haar koesterde. Hij beschouwde haar als kostbaar, zodat zij de conclusie kon trekken: ’Nu, alles wel beschouwd ben ik nog niet zo waardeloos. Inderdaad geniet ik de diepe liefde van mijn man!’ Zijn woorden versterkten Hanna, want zij begon te eten en ging naar de tempel. — 1 Samuël 1:8, 9.

Zoals Elkana specifiek was en zijn vrouw attendeerde op een geldige reden om beter over zichzelf te denken, moeten ook degenen die depressieve personen willen helpen, dit doen. Een christelijke vrouw, Naomi genaamd, zei over datgene wat haar had geholpen haar vreugde te herwinnen: „Sommige Getuigen lieten zich prijzend uit over de manier waarop ik mijn zoon had grootgebracht, de manier waarop ik mijn huishouden deed en zelfs de manier waarop ik mij, ondanks mijn depressiviteit, verzorgde. Deze aanmoediging betekende heel veel voor mij!” Ja, verdiende lof helpt een terneergeslagen ziel zijn of haar goede eigenschappen te zien en een juist gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen.

Indien uw vrouw depressief is, waarom probeert u haar dan niet op te bouwen in harmonie met de woorden van Spreuken 31:28, 29? Wij lezen daar: „Haar eigenaar staat op, en hij roemt haar. Er zijn vele dochters die zich bekwaam hebben betoond, maar gij — gij zijt boven hen allen uitgestegen.” Toch zou een neerslachtige echtgenote zo’n beoordeling misschien niet willen aanvaarden, omdat zij zich wellicht als een mislukkeling beschouwt die haar huishoudelijke taken niet zo goed kan behartigen als zij dit naar haar mening zou moeten doen. Door haar te herinneren aan de vrouw die zij innerlijk is en hoe zij was voordat zij depressief werd, zou u haar er misschien van kunnen overtuigen dat uw lof geen leeg gevlei is. U zou ook kunnen erkennen dat wat zij nu doet, een enorme prestatie vertegenwoordigt. U zou kunnen zeggen: ’Ik weet wat het je heeft gekost om dit te doen. Wat prijzenswaardig dat je je zo veel moeite hebt getroost!’ De goedkeuring en lof te ontvangen van iemands huwelijkspartner en kinderen, degenen die de depressieve persoon het beste kennen, is van wezenlijk belang om het gevoel van eigenwaarde opnieuw op te bouwen. — Vergelijk 1 Korinthiërs 7:33, 34.

Het gebruik van bijbelse voorbeelden kan een depressieve persoon helpen inzien welke veranderingen in denken noodzakelijk kunnen zijn. Iemand zou bijvoorbeeld overmatig gevoelig kunnen zijn voor het oordeel van anderen. U zou het voorbeeld van Epafrodítus kunnen bespreken en kunnen vragen: ’Waarom denk je dat hij depressief werd toen hij vernam dat zijn thuisgemeente over zijn ziekte had gehoord? Was hij werkelijk een mislukkeling? Waarom zei Paulus dat hij dierbaar geacht moest worden? Hing de werkelijke waarde van Epafrodítus als mens af van het dienstvoorrecht dat hij genoot?’ Zulke vragen kunnen de depressieve christen helpen de kwestie persoonlijk toe te passen en te beseffen dat hij geen mislukkeling is.

„Ondersteunt de zwakken”

De bijbel geeft de aansporing: „Ondersteunt de zwakken” (1 Thessalonicenzen 5:14). Dat er een netwerk van christelijke vrienden bestaat die praktische hulp kunnen geven, is nóg een voordeel van de ware religie. Ware vrienden zijn personen die worden ’geboren voor de tijd dat er benauwdheid is’ en zij blijven iemand die depressief is, werkelijk trouw (Spreuken 17:17). Toen de apostel Paulus ’terneergeslagen’ was en „van binnen vrees” had, werd hij vertroost „door de tegenwoordigheid van Titus” (2 Korinthiërs 7:5, 6). Evenzo zullen hartelijke bezoekjes en telefoontjes, op passende tijden, waarschijnlijk zeer gewaardeerd worden door terneergeslagen zielen. U zou kunnen vragen of u soms praktische hulp kunt bieden, zoals boodschappen doen, huishoudelijk werk verrichten, of iets dergelijks.a Een christelijke vrouw, Maria geheten, zegt: „Toen ik depressief was, schreef een vriendin mij verscheidene malen en vermeldde altijd aanmoedigende schriftplaatsen. Zo’n brief las ik dan steeds weer, onder tranen. Zulke brieven waren voor mij goud waard.”

Na de gemeente aangemoedigd te hebben „de terneergeslagen zielen” te helpen, zegt Paulus: „Weest lankmoedig jegens allen. Ziet toe dat niemand tegenover iemand anders kwaad met kwaad vergeldt” (1 Thessalonicenzen 5:14, 15). Geduld is van het grootste belang, want wegens mentale pijn, negatief denken en uitputting door gebrek aan slaap, kan een depressief persoon, net als Job, reageren door ’in het wilde weg te spreken’ (Job 6:2, 3). Rachelle, een christelijke vrouw wier moeder ernstig depressief werd, onthulde: „Vaak zei mam iets heel onaardigs. Meestal probeerde ik mij te herinneren wat voor persoon mam in werkelijkheid is — liefdevol, vriendelijk en edelmoedig. Ik kwam te weten dat depressieve personen veel dingen zeggen die zij niet menen. Het ergste wat men kan doen, is er met boze woorden of daden op te reageren.”

Vooral sommige rijpe christelijke vrouwen kunnen in een goede positie verkeren om aan andere vrouwen die emotionele pijn lijden, verlichting te schenken. (Vergelijk 1 Timótheüs 5:9, 10.) Deze bekwame christelijke vrouwen kunnen het zich ten doel stellen bij passende gelegenheden vertroostend tot zulke personen te spreken. Soms is het passender dat rijpe christelijke zusters in plaats van broeders een vrouw blijven helpen. Door de kwestie te organiseren en er op juiste wijze toezicht op te houden, kunnen christelijke ouderlingen ervoor zorgen dat de terneergeslagen zielen de noodzakelijke zorg ontvangen.

Ouderlingen met een onderwezen tong

Geestelijke herders moeten vooral „kennis en inzicht” hebben om te ’weten hoe zij moeten spreken om de vermoeiden aan te moedigen’ (Jeremia 3:15; Jesaja 50:4, Beck). Past een ouderling echter niet op, dan zou hij onbedoeld kunnen veroorzaken dat een depressief persoon zich nog ellendiger voelt. Jobs drie metgezellen kwamen met de bedoeling „hem hun deelneming te gaan betuigen en hem te troosten”. Maar hun woorden, gemotiveerd door een verkeerde kijk op Jobs moeilijke situatie hadden veeleer tot gevolg dat zij hem ’verbrijzelden’ in plaats van vertroostten. — Job 2:11; 8:1, 5, 6; 11:1, 13-19; 19:2.

In verscheidene artikelen in Wachttoren-publikaties zijn beginselen uiteengezet die toegepast kunnen worden wanneer men personen raad geeft.b De meeste ouderlingen hebben zulk materiaal toegepast. Maar in sommige gevallen hebben onbezonnen uitingen door ouderlingen — hetzij op een persoonlijk vlak of in lezingen — een zeer schadelijke uitwerking gehad. Laten ouderlingen dus niet ’onbezonnen spreken als met de steken van een zwaard’ maar met de ’genezende tong van de wijzen’ (Spreuken 12:18). Indien een ouderling, alvorens te spreken, nadenkt over de mogelijke draagwijdte van zijn opmerkingen, kunnen zijn woorden geruststellend zijn. Dus, ouderlingen, luister aandachtig en trek niet onmiddellijk conclusies zonder een volledig beeld van de situatie te hebben. — Spreuken 18:13.

Als ouderlingen werkelijk belangstelling hebben voor depressieve personen, zullen deze zich bemind en gewaardeerd voelen. Zo’n onzelfzuchtige zorg kan hen ertoe brengen eventuele ontmoedigende opmerkingen over het hoofd te zien (Jakobus 3:2). Depressieve personen worden vaak overweldigd door schuldgevoelens, en ouderlingen kunnen hen helpen de kwestie evenwichtig te bezien. Zelfs als er een ernstige zonde is begaan, kan de geestelijke zorg van de zijde der ouderlingen ertoe bijdragen dat ’wat kreupel is, gezond gemaakt wordt’. — Hebreeën 12:13.

Wanneer depressieve personen het gevoel hebben dat hun gebeden ineffectief zijn, kunnen ouderlingen met en voor hen bidden. Door op de bijbel gebaseerde artikelen over depressiviteit met hen door te nemen, kunnen ouderlingen hen door middel van vertroostende geestelijke woorden „met olie inwrijven” (Jakobus 5:14, 15). Ouderlingen kunnen iemand die depressief is er ook bij helpen schriftuurlijke stappen te doen om eventuele persoonlijke meningsverschillen die hij of zij met iemand heeft op te lossen, mocht dit een probleem vormen. (Vergelijk Matthéüs 5:23, 24; 18:15-17.) Vaak liggen zulke conflicten, vooral in het gezin, aan depressiviteit ten grondslag.

Besef dat herstel tijd vergt. Zelfs Elkana’s liefdevolle inspanningen verlosten Hanna niet onmiddellijk van haar depressiviteit. Haar eigen gebeden alsook geruststellende woorden door de hogepriester, leidden uiteindelijk tot verlichting (1 Samuël 1:12-18). Heb daarom geduld als er weinig weerklank is. Natuurlijk zijn ouderlingen doorgaans geen arts en kunnen dan ook ervaren dat hun inspanningen in sommige gevallen beperkt zijn. Zij, alsook gezinsleden van de depressieve persoon, zullen hem of haar misschien moeten aanmoedigen professionele hulp te zoeken. Zo nodig kunnen ouderlingen of gezinsleden een deskundige duidelijk maken hoe belangrijk het is de geloofsovertuiging van de depressieve persoon te respecteren.

Tot in Gods nieuwe wereld zal niemand volmaakte fysieke, mentale of emotionele gezondheid genieten. Intussen kan een christen die wegens depressiviteit zijn vreugde verliest, niet alleen kracht putten uit de christelijke gemeente, maar deze ook verwerven van onze hemelse Vader, „die de terneergeslagenen troost”. — 2 Korinthiërs 7:6.

[Voetnoten]

a Zie het artikel „Het overwinnen van depressiviteit — Hoe anderen kunnen helpen” in Ontwaakt! van 8 november 1987, blz. 12-16.

b Zie de artikelen „Een onderwezen tong — ’om de vermoeiden aan te moedigen’”, in De Wachttoren van 1 september 1982, en „’Geestelijke woorden’ voor de zwaarmoedigen”, in de uitgave van 15 november 1988.

[Kader op blz. 29]

HOE BEMOEDIGEND TE SPREKEN

□ LUISTER AANDACHTIG — Stel van onderscheidingsvermogen getuigende vragen om de diepste gevoelens van de persoon ’naar boven te halen’. Luister goed en trek niet onmiddellijk conclusies voordat u een volledig beeld van de situatie hebt. — Spreuken 20:5; 18:13.

□ BETOON EMPATHIE — „Medegevoel” moet gepaard gaan met „teder mededogen” als u zich emotioneel probeert in te leven in de gevoelens van de depressieve persoon. ’Ween met degene die weent.’ — 1 Petrus 3:8; Romeinen 12:15.

□ WEES LANKMOEDIG — Er zullen misschien een aantal gesprekken gevoerd moeten worden, dus wees geduldig. Zie ’in het wilde weg gesproken woorden’, die de depressieve persoon in zijn gefrustreerdheid kan spreken, over het hoofd. — Job 6:3.

□ VERSTERK MET WOORDEN — Help de depressieve persoon zijn of haar goede eigenschappen te zien. Geef specifieke lof. Toon aan dat problemen, vroegere slechte ervaringen of tekortkomingen niet iemands persoonlijke waarde bepalen. Leg uit waarom God hem of haar liefheeft en voor hem of haar zorgt. — Job 16:5.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen