De koningin van Scheba was zo onder de indruk van Salomo’s wijsheid en de voorspoed van zijn koninkrijk dat er „geen geest meer in haar” was (1 Koningen 10:4, 5). Sommigen menen dat deze zinsnede betekent dat de koningin „ademloos luisterde”. Eén geleerde oppert zelfs dat zij flauwviel! Hoe het ook zij, de koningin stond versteld van wat zij had gezien en gehoord. Zij prees de dienaren van Salomo gelukkig omdat zij de wijsheid van deze koning konden horen en zij zegende Jehovah omdat hij Salomo op de troon had geplaatst. Daarna gaf zij de koning kostbare geschenken, waaronder het goud alleen al bij de huidige koers een totale waarde van zo’n 80 miljoen gulden had. Ook Salomo gaf geschenken; hij gaf de koningin „al haar welbehagen waarom zij vroeg”.c — 1 Koningen 10:6-13.