Een strijdvraag waarbij u betrokken bent
HEBT u een vriend of familielid met wie u een bijzonder nauwe band hebt? Stel nu dat iemand u ervan zou beschuldigen dat u die band louter en alleen om zelfzuchtige redenen in stand houdt. Zou u zich niet gekwetst voelen, misschien zelfs verontwaardigd zijn? En toch is dat het nu juist waarvan Satan de Duivel iedereen heeft beschuldigd die een nauwe band met Jehovah God heeft.
Sta eens stil bij wat er gebeurde toen Satan erin slaagde het eerste mensenpaar, Adam en Eva, ertoe te brengen Gods wet te overtreden en zich bij zijn opstand tegen God aan te sluiten. Betekende die gebeurtenis dat mensen alleen gehoorzaam aan Jehovah zouden blijven zolang ze daar voordeel van hadden? (Genesis 3:1-6) Zo’n 2500 jaar na Adams opstand kwam juist die kwestie aan de orde in verband met een man die Job heette. De beschuldiging die de Duivel uitte, geeft duidelijk aan welke strijdvraag erbij betrokken is. Laten we dat bijbelverslag daarom eens onder de loep nemen.
’Ik zal mijn rechtschapenheid niet van mij laten wijken’
Job is „een onberispelijk en oprecht man, godvrezend en wijkend van het kwaad”. Maar Satan stelt Jobs integriteit in een kwaad daglicht. „Is het om niet, dat Job God heeft gevreesd?”, vraagt hij aan Jehovah. Vervolgens belastert de Duivel zowel God als Job door de beschuldiging te uiten dat Jehovah Jobs loyaliteit heeft gekocht door hem te beschermen en te zegenen. „Steek voor de verandering”, zo luidt Satans uitdaging, „alstublieft uw hand eens uit en tast alles aan wat hij heeft en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.” — Job 1:8-11.
Als reactie op die aantijgingen geeft Jehovah Satan toestemming om Job op de proef te stellen. In een poging Job van het dienen van God af te brengen, laat de Duivel de ene ramp na de andere over die getrouwe man komen. Al Jobs vee wordt gestolen of vindt de dood, zijn knechten worden vermoord en zijn kinderen komen om (Job 1:12-19). Maar slaagt Satan in zijn opzet? Beslist niet! Hoewel Job niet weet dat de Duivel achter zijn beproevingen zit, zegt hij: „Jehovah zelf heeft gegeven, en Jehovah zelf heeft weggenomen. De naam van Jehovah blijve gezegend worden.” — Job 1:21.
Later verschijnt Satan voor Jehovah, die tegen hem zegt: „[Job houdt] vast aan zijn rechtschapenheid, hoewel gij mij tegen hem opzet om hem zonder reden te verzwelgen” (Job 2:1-3). Jobs rechtschapenheid is dus in het geding — een eigenschap die onwrikbare loyaliteit aan God en strikte trouw aan rechtvaardigheid vergt. Tot dusver heeft Job op dat punt gezegevierd. Maar de Duivel geeft het niet op.
Vervolgens doet Satan een verstrekkende bewering die de hele mensheid aangaat. „Huid voor huid,” zegt hij tegen Jehovah, „en al wat een mens heeft, zal hij geven voor zijn ziel. Steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast hem tot in zijn gebeente en zijn vlees aan en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken” (Job 2:4, 5). Door de algemene term „een mens” in plaats van de naam Job te gebruiken, trekt de Duivel de integriteit van elk mens in twijfel. In wezen beweert hij: ’Een mens zal alles doen om zijn leven te redden. Geef me de kans en ik kan iedereen van God afkeren.’ Is er geen mens die onder alle omstandigheden en te allen tijde loyaal zal blijven aan God?
Jehovah geeft de Duivel toestemming om Job met een afschuwelijke ziekte te slaan. Job lijdt zo hevig dat hij bidt of hij mag sterven (Job 2:7; 14:13). Toch verklaart Job: „Totdat ik de laatste adem uitblaas, zal ik mijn rechtschapenheid niet van mij laten wijken!” (Job 27:5) Job zegt dat omdat hij God liefheeft, en niets kan daar verandering in brengen. Job bewijst dat hij een integer mens is. „Wat Jehovah betreft,” lezen we in de bijbel, „hij zegende het einde van Job daarna meer dan zijn begin” (Job 42:10-17). Zijn er nog meer mensen zoals Job geweest? Wat heeft de tijd geleerd?
Hoe er op de uitdaging is gereageerd
In hoofdstuk 11 van het bijbelboek Hebreeën noemt de apostel Paulus een aantal getrouwe mannen en vrouwen uit voorchristelijke tijden, onder wie Noach, Abraham, Sara en Mozes. Vervolgens zegt de apostel: „De tijd zal mij ontbreken indien ik verder vertel over [anderen]” (Hebreeën 11:32). Die trouwe aanbidders van God waren zo talrijk dat Paulus spreekt van een „grote wolk van getuigen”; hij vergelijkt hen met een enorme wolkenmassa aan de hemel (Hebreeën 12:1). Door de eeuwen heen hebben heel wat mensen er uit vrije wil voor gekozen trouw te blijven aan Jehovah God. — Jozua 24:15.
Het ultieme antwoord op Satans bewering dat hij mensen van Jehovah af kan keren, kwam van Gods eigen Zoon, Jezus Christus. Zelfs onder de folterende pijn van de dood aan een martelpaal bleef hij loyaal aan God. Met zijn laatste ademtocht riep Jezus uit: „Vader, aan uw handen vertrouw ik mijn geest toe.” — Lukas 23:46.
In de loop van de tijd is duidelijk gebleken dat de Duivel er niet in is geslaagd iedereen van het dienen van de ware God af te brengen. Talloze mensen hebben Jehovah leren kennen en zijn hem gaan ’liefhebben met heel hun hart, ziel en verstand’ (Mattheüs 22:37). Door hun onwankelbare loyaliteit aan Jehovah is bewezen dat Satan in de kwestie van menselijke integriteit ongelijk heeft. Ook u kunt bewijzen dat de Duivel ongelijk heeft door een rechtschapen leven te leiden.
Wat moet u doen?
Het is Gods wil „dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:4). Hoe doet u dat in de praktijk? Maak tijd om de bijbel te bestuderen en ’kennis te verwerven van de enige ware God en van hem die hij heeft uitgezonden, Jezus Christus’. — Johannes 17:3.
Satan trok de integriteit van de mens in twijfel door een vraagteken te zetten bij zijn motieven om God te dienen. Wil kennis uw motieven beïnvloeden dan moet ze uw hart bereiken. En daarvoor moet u meer doen dan alleen informatie uit de bijbel halen. Maak er een gewoonte van om te mediteren over wat u leert (Psalm 143:5). Neem als u de bijbel of een bijbelse publicatie leest, bewust de tijd om na te denken over vragen als: Wat leert dit me over Jehovah? Welke eigenschappen van God komen hier tot uiting? Op welke terreinen van mijn leven moet ik zo zijn? Wat keurt God goed en wat keurt hij af? Hoe is dat van invloed op de manier waarop ik over God denk? Die overpeinzingen zullen uw hart vullen met liefde en waardering voor de Schepper.
Integriteit tegenover God beperkt zich niet tot het terrein van de geloofsleer (1 Koningen 9:4). Het bewaren van uw integriteit tegenover Jehovah God vergt morele zuiverheid op alle terreinen van het leven. Maar met het bewaren van uw integriteit doet u zich niet te kort. Jehovah is „de gelukkige God” en hij wil dat u van het leven geniet (1 Timotheüs 1:11). Sta nu eens stil bij enkele praktijken die u moet vermijden om moreel rein te blijven, zodat u een gelukkiger leven hebt en Gods goedkeuring geniet.
Vermijd seksueel wangedrag
Jehovah zelf heeft de maatstaf voor het huwelijk vastgesteld in zijn Woord, de bijbel, waar staat: „Een man [zal] zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw en zij moeten één vlees worden” (Genesis 2:21-24). Omdat huwelijkspartners „één vlees” zijn geworden, eren ze Gods huwelijksregeling als ze hun seksuele relaties tot elkaar beperken. De apostel Paulus zei: „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebreeën 13:4). De uitdrukking „huwelijksbed” duidt op seksuele gemeenschap tussen een man en een vrouw die wettelijk met elkaar getrouwd zijn. Zou een van hen seksuele relaties buiten het huwelijk hebben, dan is er sprake van overspel, iets waarmee men zich Gods veroordeling op de hals kan halen. — Maleachi 3:5.
Hoe staat het met seks vóór het huwelijk? Ook dat druist in tegen de morele maatstaven die Jehovah vastgesteld heeft. „Dit wil God . . . dat gij u onthoudt van hoererij”, zegt de bijbel (1 Thessalonicenzen 4:3). Homoseksualiteit, incest en bestialiteit zijn eveneens zonden tegen God (Leviticus 18:6, 23; Romeinen 1:26, 27). Iemand die God wil behagen en een echt gelukkig leven wil hebben, moet zich onthouden van immorele praktijken.
Wat te denken van wellustig seksueel gedrag vóór het huwelijk? Dat mishaagt Jehovah (Galaten 5:19). We moeten ook geen immorele gedachten koesteren. Jezus zei „dat een ieder die naar een vrouw blijft kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben, in zijn hart reeds overspel met haar heeft gepleegd” (Mattheüs 5:28). Die woorden zijn ook van toepassing op het kijken naar porno op papier, film, video en het internet; op het lezen van verslagen over seksuele activiteiten; en op het luisteren naar suggestieve songteksten. We behagen God als we zulk materiaal vermijden, en het heeft een positieve invloed op ons leven.
Hoe staat het met flirten? Flirten wordt gedefinieerd als „frivool amoureus of seksueel verleidelijk” gedrag. Een gehuwde man of vrouw die op zo’n manier aandacht besteedt aan iemand met wie hij of zij niet getrouwd is, overtreedt bijbelse beginselen en geeft blijk van gebrek aan respect voor Jehovah (Efeziërs 5:28-33). Het is totaal ongepast als ongehuwden gewoon om zich te amuseren romantische signalen afgeven! Stel dat zulk flirten serieuzer wordt opgevat dan de bedoeling was. Denk eens aan de emotionele pijn die dat kan veroorzaken. Ook het feit dat flirten kan leiden tot overspel of hoererij moet tot nadenken stemmen. Daar staat tegenover dat als we leden van het andere geslacht eerbaar behandelen, ons zelfrespect groter wordt. — 1 Timotheüs 5:1, 2.
Hoe we God op andere terreinen van het leven behagen
Alcoholische dranken zijn in veel landen makkelijk verkrijgbaar. Is het drinken van alcohol verkeerd? Een matig gebruik van wijn, bier of andere alcoholische dranken wordt in de Schrift niet verboden (Psalm 104:15; 1 Timotheüs 5:23). Maar zwaar drinken en dronkenschap zijn wel verkeerd in Gods ogen (1 Korinthiërs 5:11-13). Natuurlijk wilt u niet dat uw gezondheid geruïneerd en uw gezinsleven ontwricht wordt door overmatig alcoholgebruik. — Spreuken 23:20, 21, 29-35.
Jehovah is „de God der waarheid” (Psalm 31:5). ’God kan onmogelijk liegen’, zegt de bijbel (Hebreeën 6:18). Als u Gods goedkeuring wilt genieten, zult u liegen vermijden (Spreuken 6:16-19; Kolossenzen 3:9, 10). „Spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste”, spoort de bijbel christenen aan. — Efeziërs 4:25.
Dan is er nog het gokken. Hoewel gokken bij velen populair is, is het een vorm van hebzucht, omdat het een poging is aan geld te komen door de verliezen van anderen. Jehovah hecht zijn goedkeuring niet aan personen die ’belust zijn op oneerlijke winst’ (1 Timotheüs 3:8). Als u Jehovah wilt behagen, zult u zich dus onthouden van elke vorm van gokken, zoals loterijen, bingo en weddenschappen op paardenrennen. Het is heel goed mogelijk dat u dan juist over meer geld beschikt om in de behoeften van uw gezin te voorzien.
Stelen — iets nemen wat niet van u is — is ook een vorm van hebzucht. „Gij moogt niet stelen”, zegt de bijbel (Exodus 20:15). Het is verkeerd willens en wetens gestolen goed te kopen en dingen zonder toestemming mee te nemen. „Wie steelt, stele niet meer,” zegt de bijbel, „maar laat hij liever hard werken, door met zijn handen goed werk te doen, opdat hij iets aan een behoeftige kan uitdelen” (Efeziërs 4:28). In plaats van tijd van hun werkgever te stelen, zijn personen die Jehovah liefhebben ijverige werkers. Ze ’wensen zich in alle dingen eerlijk te gedragen’ (Hebreeën 13:18). En een zuiver geweten draagt zeker bij tot iemands gemoedsrust.
Hoe beziet God iemand die driftig is? De bijbel waarschuwt: „Heb geen omgang met iemand die snel toornig is; en bij een man die woede-uitbarstingen heeft, moogt gij niet binnengaan” (Spreuken 22:24). Onbeheerste woede leidt vaak tot geweld (Genesis 4:5-8). Over het nemen van wraak zegt de bijbel: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. Verschaft voortreffelijke dingen voor het oog van alle mensen. Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah’” (Romeinen 12:17-19). Als we die raad opvolgen, zal ons leven vrediger zijn — en dat zal ons geluk vergroten.
Het kan u lukken
Kan het u lukken uw integriteit tegenover God te bewaren ondanks druk om anders te handelen? Ja, dat kan. Erken dat God wil dat u erin slaagt te bewijzen dat Satan het in de integriteitskwestie bij het verkeerde eind heeft, want Zijn Woord zegt: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” — Spreuken 27:11.
U kunt Jehovah in gebed vragen of hij u de kracht wil geven om te doen wat juist is in zijn ogen (Filippenzen 4:6, 7, 13). Doe dus vastberaden moeite om uw kennis van Gods Woord, de bijbel, te vergroten. Vol waardering nadenken over wat u uit de bijbel leert, zal u helpen uw liefde voor God te verdiepen en zal u ertoe bewegen hem te behagen. „Dit betekent de liefde tot God,” lezen we in 1 Johannes 5:3, „dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last.” Jehovah’s Getuigen bij u in de buurt zullen u graag helpen bij het bestuderen van de bijbel. We nodigen u uit plaatselijk contact met hen te zoeken, maar u kunt ook schrijven naar de uitgevers van dit tijdschrift.
[Illustratie op blz. 4]
Job bleef onder beproeving getrouw
[Illustratie op blz. 7]
Door uw kennis van Gods Woord te vergroten, wordt u gesterkt in uw besluit om te doen wat juist is