De zienswijze van de bijbel
Wanneer begint het leven van een mens?
DE 21ste september 1989 was een bijzondere dag voor het Vijfde Arrondissement van de staat Tennessee (VS). Die dag deed de rechtbank uitspraak in een voogdijgeschil over zeven ingevroren menselijke embryo’s. De rechtbank moest beslissen wie van de gescheiden ouders recht had op de voogdij erover. Eerst moest men echter tot een beslissing komen over een andere kwestie: Moeten de embryo’s als voorwerpen of als menselijke wezens beschouwd worden?
Professor Jerome Lejeune uit Parijs, wereldberoemd geneticus, getuigde voor de rechtbank dat ieder mens een uniek begin heeft, dat zich voordoet op het moment van de bevruchting, en dat „zodra hij is verwekt, een mens een mens is”. Met andere woorden, te beginnen bij het drie-cellenstadium (de zygote) zijn de embryo’s, zoals hij tegen de rechtbank zei, „heel kleine menselijke wezens”! — Wij cursiveren.
Toen dr. Lejeune werd gevraagd of hij daarmee verklaarde dat de zygote met dezelfde rechten als een volwassene behandeld moest worden, antwoordde hij: „Dat zeg ik niet omdat ik dat niet kan weten. Ik zeg u dat hij een menselijk wezen is, en dan is het aan een rechter om uit te maken of dit menselijk wezen dezelfde rechten heeft als de anderen. . . . Vraagt u mij echter als geneticus of dit menselijk wezen een mens is, dan zal ik dat beamen, want hij is een wezen, en omdat hij menselijk is, is hij een menselijk wezen.”
Drie van de treffende conclusies waartoe de rechtbank voornamelijk op basis van dr. Lejeunes niet-weerlegde getuigenverklaring kwam, zijn:
◻ „Vanaf de bevruchting zijn de cellen van een menselijk embryo in de hoogste mate van onderscheidbaarheid gedifferentieerd, uniek en gespecialiseerd.”
◻ „Menselijke embryo’s zijn geen voorwerpen.”
◻ „Het leven van een mens begint bij de bevruchting.”
Klopt dit met wat de bijbel over het begin van het leven van een mens zegt?
Het leven begint bij de bevruchting
Jehovah God is „de bron van het leven” en „door hem hebben wij leven en bewegen wij ons en zijn wij” (Psalm 36:9; Handelingen 17:28). Wanneer begint het leven volgens de Schepper? Hij beziet het leven van een kind als iets kostbaars, zelfs tijdens de heel vroege ontwikkelingsstadia na de bevruchting. Meer dan 3000 jaar voor de bovenstaande rechterlijke uitspraak liet hij David, zijn profeet, onder inspiratie schrijven:
„Gij hebt mij afgeschermd gehouden in de buik van mijn moeder. Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet. Mijn beenderen waren voor u niet verborgen toen ik in het verborgene [in de baarmoeder] werd gemaakt, toen ik in de onderste delen der aarde [poëtische beschrijving van de duisternis in de baarmoeder] werd geweven [toespeling op de aders en slagaders, die door het lichaam lopen als kleurige weefdraden]. Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven.” — Psalm 139:13-16.
Vanaf het moment van de bevruchting doorloopt het zich ontwikkelende leven een nauwkeurig patroon alsof het de instructies opvolgt die vastgelegd zijn in een boek, een heel groot boek. „De hoeveelheid informatie die zich in de zygote bevindt,” zegt dr. Lejeune, „zou als ze werd ontcijferd en in een computer werd ingevoerd, de computer zeggen hoe te berekenen wat er vervolgens zal gebeuren; die hoeveelheid informatie is zo groot dat niemand ze kan meten.”
Het leven van een ongeborene is kostbaar
Het ongeboren kind dat zich in de baarmoeder ontwikkelt, is dan ook veel meer dan louter een klompje weefsel. Het is van grote waarde, en dat is de reden waarom God heeft bepaald dat iemand ter verantwoording geroepen zou worden voor letsel dat een ongeboren kind berokkend wordt. Zijn wet in Exodus 21:22, 23 waarschuwt: „Ingeval mannen met elkaar vechten en zij werkelijk een zwangere vrouw letsel toebrengen en haar kinderen inderdaad te voorschijn komen maar er geen noodlottig ongeval geschiedt, dient er zonder mankeren schadevergoeding van hem te worden geëist, naar hetgeen de eigenaar van de vrouw hem mocht opleggen; en hij moet die door tussenkomst van de rechters geven. Maar geschiedt er een noodlottig ongeval, dan moet gij geven ziel voor ziel.”
In sommige bijbels wordt door de manier waarop de bovenstaande verzen vertaald zijn, de indruk gewekt dat het in de wet voornamelijk gaat om wat de vrouw overkomt. In de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst wordt de aandacht echter gevestigd op een noodlottig ongeval dat hetzij de moeder of het kind treft.a Vandaar dat een moedwillig opgewekte abortus eenvoudig om de geboorte van een ongewenst kind te voorkomen, het opzettelijk beëindigen van een mensenleven is.
Sommige mensen betogen wel eens dat een menselijk embryo geen mensenleven is omdat het zichzelf niet buiten de baarmoeder in leven kan houden. Die redenatie snijdt geen hout. Niemand twijfelt eraan dat een pasgeboren baby van enkele minuten oud een menselijk wezen is. Zou dat kind echter naakt zo maar in het open veld gelegd worden, hoe lang zou het kind dan in leven blijven? Het is volslagen hulpeloos en mist, net als het embryo of een foetus, het vermogen zichzelf in leven te houden. De pasgeboren baby heeft onderdak, warmte en voedsel nodig — het eten, de hulp en de verzorging waarin alleen een volwassene, zoals een moeder, kan voorzien.
Daarom is de bovengenoemde wettelijke uitspraak in harmonie met het standpunt van de bijbel dat het leven van een mens bij de bevruchting begint. Het leven van de ongeborene is niet iets onbeduidends waarvan men zich weloverwogen kan ontdoen als gold het een lastig vreemd voorwerp. Een mensenleven is heilig, niet alleen nadat het de baarmoeder heeft verlaten maar ook als het zich nog in de baarmoeder bevindt.
[Voetnoten]
a Het zelfstandig naamwoord „noodlottig ongeval” (Hebreeuws: ʼa·sōnʹ) hoort niet specifiek bij „een zwangere vrouw”; het dodelijke ongeval slaat dan ook niet uitsluitend op de vrouw maar zou terecht tevens betrekking hebben op „haar kinderen” in de baarmoeder.
[Illustratieverantwoording op blz. 26]
Windsor Castle, Koninklijke Bibliotheek. © 1970 Hare Majesteit de Koningin