Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g97 8/12 blz. 13-15
  • Moeten christenen homoseksuelen haten?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Moeten christenen homoseksuelen haten?
  • Ontwaakt! 1997
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Gods zienswijze
  • „Haat het kwade”
  • ’God is niet partijdig’
  • Christenen heten wie berouw heeft welkom
  • Homoseksualiteit — Welke plicht rust er op de geestelijkheid?
    Ontwaakt! 1989
  • Een blik in de wereld van de homoseksualiteit
    Ontwaakt! 1976
  • Homoseksualiteit breidt zich uit
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Homoseksualiteit — Is de zienswijze van de bijbel redelijk?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
Meer weergeven
Ontwaakt! 1997
g97 8/12 blz. 13-15

De zienswijze van de bijbel

Moeten christenen homoseksuelen haten?

IN 1969 werd in de Engelse taal een woord gevormd ter aanduiding van een niet te beredeneren angst voor of afkeer van homoseksuelen. Dat woord is „homophobia”, met als Nederlandse vorm „homofobie”. Veel talen hebben zo’n specifiek woord niet, maar al duizenden jaren komen mensen uit veel volken en talen er rond voor uit een hekel aan homoseksuelen te hebben.

In recenter tijden is homoseksualiteit echter alom gepropageerd als louter een alternatieve vorm van seksuele expressie. De historicus Jerry Z. Muller schreef onlangs over „toenemende aanspraken op openbare erkenning en respect voor homoseksualiteit op zich”. Hij legde uit dat homoseksuelen „zich steeds meer hebben verenigd om de loffelijkheid van hun levenswijze te verkondigen en te eisen dat anderen dat ook doen”. Dit wordt vooral in westerse landen waargenomen. Maar in de meeste delen van de wereld, zelfs in landen die zich liberaal noemen, wordt homoseksualiteit nog door velen afgekeurd en verachtelijk gevonden.

Homoseksuelen en mensen die men van homoseksualiteit verdenkt, worden vaak als mikpunt gekozen voor smalende opmerkingen, getreiter en geweld. Zelfs religieuze leiders hebben zo’n haat aan de dag gelegd. Sommigen zijn als het ware een privé-oorlog tegen homoseksuelen begonnen. Neem bijvoorbeeld de door een bisschop van de Grieks-Orthodoxe Kerk gemaakte opmerkingen die onlangs op de Griekse nationale radio te horen waren. Hij verklaarde: „God zal homoseksuelen eeuwig in het hellevuur laten branden. Het gegil uit hun smerige mond zal tot in alle eeuwigheid opklinken. Hun verdorven lichaam zal ondraaglijke folteringen ondergaan.” Is dit echt waar? Hoe denkt God over homoseksuelen?

Gods zienswijze

De bijbel vestigt niet speciaal de aandacht op homoseksuelen als een groep die door christenen doodverklaard of gehaat moet worden. Bovendien leert de bijbel niet dat God homoseksuelen — of wie dan ook van zijn scheppingen — zal straffen door hen eeuwig in een vurige hel te laten branden. — Vergelijk Romeinen 6:23.

De Schrift zet echter wel de morele maatstaven van onze Schepper uiteen, die vaak botsen met de hedendaagse zeden. Homoseksuele handelingen, heteroseksuele seks tussen ongehuwden en bestialiteit worden in de bijbel allemaal veroordeeld (Exodus 22:19; Efeziërs 5:3-5). God heeft Sodom en Gomorra vernietigd wegens zulke seksuele praktijken. — Genesis 13:13; 18:20; 19:4, 5, 24, 25.

Over homoseksuele handelingen zegt Gods Woord nadrukkelijk: „Dat is een gruwel” (Leviticus 18:22, Willibrordvertaling). Gods Wet voor Israël bepaalde: „Wanneer een man bij een manspersoon ligt zoals men bij een vrouw ligt, hebben beiden iets verfoeilijks gedaan. Zij dienen zonder mankeren ter dood gebracht te worden” (Leviticus 20:13). Dezelfde straf gold voor mensen die bestialiteit, incest en overspel bedreven. — Leviticus 20:10-12, 14-17.

De apostel Paulus beschreef homoseksuele handelingen onder inspiratie als uitingen van „schandelijke seksuele begeerten” en als „tegennatuurlijk”. Hij schreef: „Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten, want ook hun vrouwen hebben het natuurlijke gebruik van zichzelf verruild voor een tegennatuurlijk gebruik; en evenzo hebben ook de mannen het natuurlijke gebruik van de vrouw laten varen en zijn zeer verhit geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend en in zichzelf de volledige vergelding ontvangend die hun voor hun dwaling toekwam. En evenals zij het verwerpelijk hebben geacht aan een nauwkeurige kennis van God vast te houden, heeft God hen aan een verwerpelijke geestestoestand overgegeven om de dingen te doen die niet betamen.” — Romeinen 1:26-28.

De Schrift voert geen excuses aan, doet geen concessies, is ondubbelzinnig; homoseksuele praktijken, overspel en hoererij zijn stuk voor stuk walgelijk in Gods ogen. Ware christenen zwakken het bijbelse standpunt inzake „schandelijke seksuele begeerten” dan ook niet af louter om populairder te worden of aanvaardbaarder voor de hedendaagse cultuur. Zij zijn het evenmin eens met enige beweging die zich wijdt aan het propageren van homoseksualiteit als een normale leefstijl.

„Haat het kwade”

De bijbel vermaant: „O gij die Jehovah liefhebt, haat het kwade” (Psalm 97:10). Van christenen wordt dus verwacht dat zij elke praktijk haten die in strijd is met Jehovah’s wetten. Sommige mensen reageren misschien met nog krachtiger gevoelens van afkeer of walging op homoseksualiteit dan op andere vormen van immoraliteit omdat zij homoseksualiteit als een onnatuurlijke seksuele perversiteit bezien. Moeten christenen echter de personen die zulke dingen bedrijven haten?

De psalmist werpt wat licht op deze zaak in Psalm 139:21, 22: „Haat ik niet hen die u intens haten, o Jehovah, en walg ik niet van hen die tegen u opstaan? Waarlijk, met een volkomen haat haat ik hen. Zij zijn mij tot ware vijanden geworden.” Onze loyaliteit tegenover Jehovah en zijn beginselen moet bij ons een sterke afkeer oproepen van degenen die weloverwogen tegen Jehovah opstaan en zich als Gods vijanden opstellen. Satan en de demonen behoren tot die uitgesproken vijanden van God. Sommige mensen horen waarschijnlijk ook in deze categorie thuis. Toch kan het voor een christen heel moeilijk zijn zulke mensen op het oog te identificeren. Wij kunnen geen harten lezen (Jeremia 17:9, 10). Het zou onjuist zijn ervan uit te gaan dat iemand een onverbeterlijke vijand van God is omdat hij of zij het verkeerde doet. In veel gevallen kennen kwaaddoeners Gods maatstaven gewoon niet.

Daarom zullen over het algemeen christenen hun medemensen niet snel haten. Zelfs indien zij intens walgen van bepaalde leefstijlen, dan nog zullen zij er niet op uit zijn anderen nadeel te berokkenen en al evenmin zullen zij hen haten of hun een kwaad hart toedragen. In plaats daarvan raadt de bijbel christenen aan „vredelievend jegens alle mensen” te zijn. — Romeinen 12:9, 17-19.

’God is niet partijdig’

Jehovah zal vergeving schenken aan iemand die oprecht berouw heeft, ongeacht wat voor immoraliteit hij of zij heeft bedreven. Niets wijst erop dat Jehovah de ene vorm van immoraliteit erger vindt dan de andere. ’God is niet partijdig’ (Handelingen 10:34, 35). Neem bijvoorbeeld eens het geval van de eerste-eeuwse gemeente in Korinthe. De apostel Paulus schreef aan hen: „Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.” Vervolgens erkende Paulus dat sommige voormalige hoereerders, overspelers, homoseksuelen en dieven in de christelijke gemeente in Korinthe waren geaccepteerd. Hij legde uit: „Toch zijn sommigen van u dat geweest. Maar gij zijt rein gewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt rechtvaardig verklaard in de naam van onze Heer Jezus Christus en met de geest van onze God.” — 1 Korinthiërs 6:9-11.

Natuurlijk duldt Jehovah het voortdurend en halsstarrig overtreden van zijn volmaakte morele maatstaven niet. Hij haat het hardnekkig negeren van zijn beginselen beslist. Maar hij houdt de deur voor verzoening open (Psalm 86:5; Jesaja 55:7). In harmonie daarmee maken christenen homoseksuelen, of wie dan ook, niet tot het doelwit van vijandigheid, spot of pesterijen. Ware christenen bezien hun medemensen als potentiële discipelen van Christus en behandelen hen op een respectvolle en waardige manier. De bijbel zegt: „Dit is voortreffelijk en aangenaam in de ogen van onze Redder, God, wiens wil het is dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen.” — 1 Timotheüs 2:3, 4.

Christenen heten wie berouw heeft welkom

Herhaaldelijk zegt de bijbel dat God vergevensgezind is. Hij wordt erin beschreven als „een God van daden van vergeving, goedgunstig en barmhartig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid” (Nehemia 9:17; Ezechiël 33:11; 2 Petrus 3:9). De bijbel vergelijkt hem verder met de vader in Jezus’ gelijkenis over de verloren zoon die zijn erfdeel erdoor had gejaagd met het leiden van een losbandig leven in een ver land. De vader stond met open armen klaar om zijn zoon te verwelkomen toen deze eindelijk tot bezinning kwam, berouw had en naar zijn ouderlijk huis terugkeerde. — Lukas 15:11-24.

Ja, een kwaaddoener kan veranderen. De Schrift erkent dit door mensen aan te moedigen de oude persoonlijkheid af te leggen en de nieuwe aan te doen en ’nieuw gemaakt te worden in de kracht die het denken aandrijft’ (Efeziërs 4:22-24). Zij die het kwade beoefenen, homoseksuelen inbegrepen, kunnen hun denk- en gedragspatroon radicaal veranderen, en velen zijn er inderdaad in geslaagd die verandering aan te brengen.a Jezus zelf predikte tot dergelijke mensen; en als zij berouw toonden, werden zij aanvaardbaar voor hem. — Mattheüs 21:31, 32.

Christenen heten berouwvollen uit allerlei milieus welkom. Na immorele praktijken achter zich gelaten te hebben, wat die ook geweest mogen zijn, kunnen allen ten volle profiteren van Gods vergevensgezindheid, want „Jehovah is goed jegens allen, en zijn barmhartigheden zijn over al zijn werken”. — Psalm 145:9.

Christenen staan klaar om de nodige geestelijke steun te bieden, zelfs aan hen die nog steeds met homoseksuele neigingen worstelen. Dat is in harmonie met Gods eigen uiting van liefde, want de bijbel zegt: „God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren.” — Romeinen 5:8.

[Voetnoten]

a Zie het artikel „Hoe kom ik van die gevoelens af?” in de Ontwaakt! van 22 maart 1995.

[Inzet op blz. 14]

Christenen zwakken het bijbelse standpunt inzake homoseksualiteit niet af

[Illustratieverantwoording op blz. 13]

Punch

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen