Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w93 15/5 blz. 26-29
  • Volgt u Jehovah volkomen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Volgt u Jehovah volkomen?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het land verspieden
  • „Jehovah is met ons”
  • Jaren later nog steeds getrouw
  • Hij volgde Jehovah volkomen
  • Volg Jehovah altijd volkomen
  • De twaalf spionnen
    Leer van de verhalen uit de Bijbel
  • Kaleb
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Kaleb
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Wat Jozua zich herinnerde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
w93 15/5 blz. 26-29

Volgt u Jehovah volkomen?

„DE RECHTVAARDIGEN zijn als een jonge leeuw die vol vertrouwen is” (Spreuken 28:1). Zij oefenen geloof, vertrouwen volledig op Gods Woord en gaan moedig voorwaarts in Jehovah’s dienst, ongeacht welke gevaren er dreigen.

Toen de Israëlieten zich in Sinaï bevonden nadat God hen in de zestiende eeuw v.G.T. uit Egyptische slavernij had bevrijd, toonden twee mannen in het bijzonder dat zij zo vol vertrouwen als leeuwen waren. Zij bleven Jehovah ook onder ongunstige omstandigheden getrouw. Een van deze mannen was de Efraïmiet Jozua, die Mozes’ bediende was en later als zijn opvolger werd aangesteld (Exodus 33:11; Numeri 13:8, 16; Deuteronomium 34:9; Jozua 1:1, 2). De andere was Kaleb, de zoon van Jefunne uit de stam Juda. — Numeri 13:6; 32:12.

Kaleb deed loyaal en ijverig Jehovah’s wil. Omdat hij heel zijn leven getrouwe dienst voor God had verricht, kon hij zeggen dat hij ’Jehovah volkomen had gevolgd’ (Jozua 14:8). „[Ik] bleef . . . volkomen trouw aan den HERE, mijn God”, zegt de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap. Kaleb „gehoorzaamde getrouw” of „volbracht loyaal het voornemen van” Jehovah God (Today’s English Version; The New English Bible). Anders gezegd, verklaarde Kaleb: „Ik . . . heb de HEER mijn God van ganser harte gevolgd” (New International Version). Hoe staat het met u? Volgt u Jehovah volkomen?

Het land verspieden

Stelt u zich eens voor dat u zich onder de Israëlieten bevindt, kort nadat Jehovah hen uit slavernij aan de Egyptenaren heeft bevrijd. Zie hoe de profeet Mozes getrouw de door God gegeven instructies opvolgt. Ja, en let eens op Kalebs vertrouwen dat Jehovah met Zijn volk is.

Het is het tweede jaar na de uittocht uit Egypte, en de Israëlieten zijn bij Kades-Barnea in de wildernis van Paran gelegerd. Zij houden zich gereed bij de grens van het Beloofde Land. Op Gods bevel staat Mozes op het punt twaalf verspieders Kanaän in te sturen. Hij zegt: „Trekt van hier op, de Negeb in, en gij moet optrekken naar het bergland. En gij moet zien hoe het land is en het volk dat daarin woont, of het sterk is of zwak, gering of talrijk; en hoe het land is waarin het woont, of het goed is of slecht, en hoe de steden zijn waarin het woont, of het in kampementen woont of in vestingen; en hoe het land is, of het vet is of schraal, of er bomen in zijn of niet. En gij moet u moedig tonen en wat van de vrucht van het land meebrengen.” — Numeri 13:17-20.

De twaalf mannen beginnen aan hun gevaarlijke reis. Hun expeditie duurt veertig dagen. Bij Hebron zien zij mannen van grote afmetingen. In het dal Eskol merken zij de vruchtbaarheid van het land op en besluiten wat van de vruchten ervan mee te nemen. Eén druiventros is zo zwaar dat hij aan een stok tussen twee mannen in gedragen moet worden! — Numeri 13:21-25.

Als de verspieders in het kamp van de Israëlieten terugkomen, berichten zij: „Wij zijn het land binnengegaan waarheen gij ons hebt uitgezonden, en het vloeit werkelijk van melk en honing, en dit is zijn vrucht. Niettemin zijn de feiten dat het volk dat in het land woont, sterk is en de versterkte steden zeer groot zijn; en ook hebben wij daar degenen gezien die aan Enak geboren zijn. De Amalekieten wonen in het land van de Negeb, en de Hethieten en de Jebusieten en de Amorieten wonen in het bergland, en de Kanaänieten wonen langs de zee en langs de oever van de Jordaan” (Numeri 13:26-29). Tien verspieders zijn niet bereid Gods bevelen op te volgen en het Beloofde Land binnen te trekken.

„Jehovah is met ons”

Vol vertrouwen in Jehovah God zegt de onbevreesde verspieder Kaleb echter met klem: „Laten wij direct optrekken, en wij zullen het stellig in bezit nemen, want wij kunnen het zeker overmeesteren.” Maar de tien verspieders zijn het er niet mee eens en zeggen dat de inwoners van Kanaän sterker zijn dan de Israëlieten. De bange, ongelovige verspieders vinden dat zij vergeleken met die mannen slechts sprinkhanen zijn. — Numeri 13:30-33.

„Jehovah is met ons. Vreest hen niet”, dringen Kaleb en Jozua aan. Zij praten tegen dovemansoren. Wanneer het volk erover spreekt hen met stenen te werpen, komt God tussenbeide en spreekt een vonnis over de murmureerders uit. „Gij zult het land niet binnengaan waaromtrent ik mijn hand in een eed heb opgeheven om er bij u te verblijven, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. En uw kleinen . . . zal ik er stellig in brengen, en zij zullen inderdaad het land leren kennen dat gij verworpen hebt. . . . En uw zonen zullen veertig jaar lang herders worden in de wildernis, . . . totdat uw lijken in de wildernis hun einde vinden. Volgens het aantal dagen dat gij het land hebt verspied, veertig dagen, een dag voor een jaar, een dag voor een jaar, zult gij veertig jaar de verantwoordelijkheid voor uw dwalingen dragen.” — Numeri 14:9, 30-34.

Jaren later nog steeds getrouw

De veertig jaar durende straf gaat voorbij en de dood eist een hele generatie van murmureerders op. Maar Kaleb en Jozua zijn God nog steeds getrouw. Op de vlakten van Moab hebben Mozes en de hogepriester Eleazar de mannen in de dienstplichtige leeftijd, van 20 jaar en ouder, geteld. Van elke stam van Israël noemt God een man aan wie de verdeling van het Beloofde Land zal worden toevertrouwd. Kaleb, Jozua en Eleazar bevinden zich onder hen (Numeri 34:17-29). Kaleb is nu 79 jaar, maar nog steeds vitaal, loyaal en moedig.

Toen Mozes en Aäron het volk in Sinaï telden, kort voordat het bevreesd weigerde het land Kanaän binnen te gaan, waren er in Israël 603.550 krijgslieden. Na vier decennia in de wildernis was er een kleiner leger van 601.730 man (Numeri 1:44-46; 26:51). Maar met Jozua aan het hoofd en de getrouwe Kaleb in hun gelederen, zijn de Israëlieten het Beloofde Land binnengegaan en hebben de ene overwinning na de andere behaald. Zoals Jozua en Kaleb altijd al hadden verwacht, won Jehovah oorlogen voor zijn volk.

Nadat de bejaarde Jozua en Kaleb met Israëls krijgslieden de rivier de Jordaan zijn overgestoken, leveren zij hun aandeel aan de oorlogen die volgen. Na zes jaar van oorlogvoering moet er echter nog veel land in bezit genomen worden. Jehovah zal de inwoners verdrijven, maar bepaalt nu dat het land door het lot onder de stammen van Israël moet worden verdeeld. — Jozua 13:1-7.

Hij volgde Jehovah volkomen

Als een veteraan die in veel oorlogen heeft gestreden, staat Kaleb voor Jozua en zegt: „Veertig jaar oud was ik toen Mozes, de knecht van Jehovah, mij vanuit Kades-Barnea uitzond om het land te verspieden, en ik ben hem verslag komen uitbrengen juist zoals het in mijn hart was. En mijn broeders die met mij waren opgetrokken, deden het hart van het volk versmelten; maar ik voor mij, ik heb Jehovah, mijn God, volkomen gevolgd” (Jozua 14:6-8). Ja, Kaleb heeft Jehovah volkomen gevolgd, door loyaal Gods wil te doen.

„Dientengevolge”, gaat Kaleb verder, „zwoer Mozes op die dag en zei: ’Het land dat uw voet heeft betreden, zal van u en van uw zonen worden als een erfdeel tot onbepaalde tijd, omdat gij Jehovah, mijn God, volkomen hebt gevolgd.’ Nu dan, zie, Jehovah heeft mij, juist zoals hij heeft beloofd, reeds vijfenveertig jaar in het leven gehouden sinds Jehovah deze belofte aan Mozes heeft gedaan, toen Israël in de wildernis wandelde, en nu, zie, ik ben heden vijfentachtig jaar oud. Niettemin ben ik heden nog even sterk als op de dag dat Mozes mij uitzond. Zoals mijn kracht toen was, zo is mijn kracht nu voor de oorlog, zowel om uit als om in te gaan. Nu dan, geef mij toch dit bergland, dat Jehovah op die dag beloofd heeft, want gij hebt op die dag zelf gehoord dat daar Enakieten waren en grote, versterkte steden. Waarschijnlijk zal Jehovah met mij zijn en zal ik hen stellig uit hun bezit verdrijven, juist zoals Jehovah heeft beloofd.” Kaleb krijgt nu Hebron tot erfdeel. — Jozua 14:9-15.

De bejaarde Kaleb heeft de zwaarste toewijzing gekregen — een gebied vol ongewoon grote mannen. Maar dit is niet te moeilijk voor de 85-jarige krijgsman. Na verloop van tijd zijn de bullebakken die in Hebron wonen, overwonnen. Othniël, de zoon van Kalebs jongere broer en rechter in Israël, neemt Debir in. Beide steden worden later door de levieten in bezit genomen, en Hebron wordt een toevluchtsstad voor de onopzettelijke doodslager. — Jozua 15:13-19; 21:3, 11-16; Rechters 1:9-15, 20.

Volg Jehovah altijd volkomen

Kaleb en Jozua waren onvolmaakte mensen. Toch deden zij getrouw Jehovah’s wil. Hun geloof nam niet af tijdens de veertig jaar van ontberingen in de wildernis die het gevolg waren van het feit dat Israël naliet God te gehoorzamen. Evenzo laten Jehovah’s hedendaagse dienstknechten zich er door niets van weerhouden hun dienst tot lof van God te verrichten. Omdat zij zich realiseren dat er een strijd gaande is tussen Gods organisatie en die van Satan de Duivel, zijn zij onwrikbaar en streven zij er voortdurend naar hun hemelse Vader in alle dingen te behagen.

Veel van Jehovah’s dienstknechten hebben bijvoorbeeld een wrede behandeling en zelfs de dood geriskeerd om het Avondmaal des Heren, of de Gedachtenisviering ter herdenking van de dood van Jezus Christus, te houden (1 Korinthiërs 11:23-26). In dit verband berichtte een christelijke vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een nazi-concentratiekamp gevangen werd gehouden:

„Iedereen werd gezegd om 11 uur ’s avonds in de wasserij te zijn. Precies om 11 uur waren wij met 105 personen bijeen. Wij stonden dicht op elkaar in een kring, in het midden bevond zich een voetenbankje met een wit kleed eroverheen waarop de symbolen stonden. Een kaars verlichtte de kamer, daar elektrisch licht ons had kunnen verraden. Wij voelden ons als de vroege christenen in de catacomben. Het was een plechtige viering. Opnieuw gaven wij uiting aan onze vurige gelofte jegens onze Vader om al onze krachten ter rechtvaardiging van Zijn heilige naam te gebruiken en getrouw De Theocratie voor te staan.”

Ondanks de beproevingen die wij als Jehovah’s vervolgde dienstknechten moeten verduren, kunnen wij ons verlaten op de kracht die God ons geeft om hem moedig te dienen en zijn heilige naam te eren (Filippenzen 4:13). Terwijl wij ernaar streven Jehovah te behagen, zal het ons goed doen aan Kaleb te denken. Zijn voorbeeld in het volkomen volgen van Jehovah maakte een diepe indruk op een jongeman die in 1921 een volle-tijdprediker werd. Hij schreef:

„Hoewel de pioniersdienst voor mij betekende dat ik mijn gemakkelijke en prettige betrekking op een moderne drukkerij in Coventry [Engeland] moest opzeggen, speet het mij niet. Het feit dat ik mij aan God had opgedragen, was van doorslaggevende betekenis; mijn leven was aan God opgedragen. Ik dacht aan Kaleb, die met Jozua het Beloofde Land betrad en van wie werd gezegd dat hij ’Jehovah volkomen had gevolgd’ (Joz. 14:8). Mij leek dit de gewenste geesteshouding. Ik wist dat God ’volkomen’ te dienen mijn aan God opgedragen leven meer waarde zou schenken; het zou mij meer gelegenheid bieden om de vruchten die een christen kenmerken, voort te brengen.”

Kaleb werd ongetwijfeld gezegend omdat hij Jehovah loyaal volkomen volgde en er altijd naar streefde Gods wil te doen. Anderen hebben, net als hij, grote vreugde en rijke zegeningen in Gods dienst ervaren. Moge u dat ondervinden als iemand die Jehovah voortdurend volkomen volgt.

[Illustratie op blz. 26]

Kaleb en Jozua waren Jehovah onder beproevingen getrouw. Bent u dat ook?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen