Jonge mensen vragen . . .
Moet ik mijn vriend verklikken?
„IK KON niet geloven dat hij zo iets deed”, zegt Lee. Lee was met zijn neef aan het fietsen toen hij tot zijn verbazing zijn beste vriend, Chris, bij een groepje jongeren zag staan.
Chris rookte een sigaret.
Lee was geschokt, aangezien dit in strijd was met de door Chris beleden christelijke geloofsovertuiging — nog afgezien van het feit dat het tegen de wensen van Chris’ ouders inging (2 Korinthiërs 7:1). Chris liet steels zijn sigaret vallen en trapte die met zijn voet uit, maar Lee liet zich niet om de tuin leiden. Hij kwam er vervolgens achter dat, als gevolg van de slechte omgang die Chris had, roken nog maar het begin was van zijn problemen. Lee besefte dat zijn vriend hulp nodig had en wist dat hij niet in de positie verkeerde die hulp te geven. Terzelfder tijd stuitte het hem tegen de borst met iemand anders over het probleem te spreken. Lee legt uit: „Hij was mijn vriend en ik wilde hem niet verklikken.”
Misschien ben je in een soortgelijke situatie beland — heb je plotseling ontdekt dat een vriend of vriendin drugs uitprobeert, met seks experimenteert, oneerlijk is of steelt. Een bekend jeugdblad zegt: „Klikken. Iemand verraden. Een klikspaan zijn. Sommige tieners zitten erover in dat zij zich aan die dingen schuldig zullen maken wanneer zij vrijuit spreken ten behoeve van een vriend.”
De code van geheimhouding
Misplaatste loyaliteit schijnt de voornaamste reden te zijn waarom jongeren nalaten het verkeerde gedrag van een vriend aan te geven. Omdat zij streng onderricht als iets schadelijks, ongunstigs en nadeligs bezien, denken zij dat zij hun vriend of vriendin een dienst bewijzen door zijn of haar problemen te bedekken. De tv en de filmindustrie hebben deze gedachte gevoed door het denkbeeld te verheerlijken dat alleen verraders en politiespionnen hun vrienden aanbrengen. Vandaar dat er dikwijls een ongeschreven code van geheimhouding onder jongeren bestaat. Zoals een jonge man, Carl genaamd, het stelde: „Het gaat erom je kameraden te dekken. Anderen verklikken — dat doe je gewoon niet!”
Wanneer iemand die geheimhoudingscode verbreekt, stelt hij zich aan de spot van leeftijdgenoten en het mogelijke verlies van vrienden bloot. Een artikel in het tijdschrift ’Teen vertelt bijvoorbeeld van een meisje, Debbie genaamd, dat erachter kwam dat haar vriendin Karen een winkeldievegge was. In een poging haar te helpen, besloot Debbie Karens ouders in te lichten. Karen sprak daarna niet meer tegen haar. Bovendien meden Debbies vriendinnen haar eveneens en hoonden haar omdat zij een klikspaan zou zijn. „Het maakte me behoorlijk van streek en ja, het deed pijn”, zegt Debbie.
Moet je het stilzwijgen verbreken?
Ook Lee riskeerde een dergelijke kwetsende en pijnlijke reactie en besloot iets te gaan doen. Lee zegt: „Mijn geweten knaagde aan me omdat ik wist dat ik het aan iemand moest vertellen!” Dit doet ons aan een in Genesis 37:2 opgetekende gebeurtenis denken: „Toen Jozef zeventien jaar oud was, hoedde hij eens met zijn broers de schapen . . . Jozef dan bracht een slecht bericht over hen aan hun vader.” Waarschijnlijk ging het in dit bericht niet om een kleinigheid; het oorspronkelijke Hebreeuwse woord dat met „slecht” is vertaald, betekent meer dan louter ’ongunstig’ en kan de betekenis „zeer slecht” of „kwaad” hebben. Misschien zetten Jozefs broers op de een of andere manier de economische belangen van het gezin op het spel. Wat er ook aan de hand was, Jozef wist dat als hij bleef zwijgen, het geestelijke welzijn van zijn broers gevaar zou lopen.
De ogen sluiten voor verkeerde daden of onschriftuurlijke gedachten is wel vergeleken met pogingen om kiespijn te negeren. Wees stoer en lach om de pijn zo veel je wilt, het gaatje verdwijnt er niet door. Integendeel, je geeft het tandbederf enkel de kans nog verder om zich heen te grijpen. Zonde is insgelijks een verderfelijke, ontaardende kracht. Verderf leidt, als het niet wordt tegengegaan, onveranderlijk tot nog meer verderf (Galaten 6:8). Met andere woorden, tenzij een dwalende vriend of vriendin hulp krijgt — misschien in de vorm van krachtig schriftuurlijk streng onderricht — zal hij of zij alleen nog maar dieper in goddeloosheid verzeild raken. — Prediker 8:11.
Het verkeerde gedrag van een vriend verzwijgen, brengt dus weinig goeds tot stand en kan onherstelbare schade aanrichten. Het is dan ook geen wonder dat Jozef zich gedrongen voelde bericht uit te brengen over het wangedrag van zijn broers! Hoe staat het met christenen in deze tijd? De bijbel geeft de aansporing: „Broeders, zelfs al doet iemand een misstap voordat hij zich ervan bewust is, tracht gij, die geestelijke hoedanigheden hebt, zo iemand in een geest van zachtaardigheid weer terecht te brengen” (Galaten 6:1). Misschien vind je, wat begrijpelijk is, dat je niet over de geestelijke hoedanigheden beschikt om een dwalende vriend terecht te brengen. Maar zou het niet verstandig zijn ervoor te zorgen dat iemand die wel bekwaam is om te helpen, over de kwestie wordt ingelicht? Ja, nalaten dat te doen kan ertoe leiden dat je ’deel hebt aan zijn zonden’! (1 Timótheüs 5:22; vergelijk Leviticus 5:1) Jouw eigen loyaliteit jegens God en jegens zijn rechtvaardige maatstaven zou erdoor in twijfel getrokken kunnen worden. — Psalm 18:25.
Op je vriend afstappen
Het is daarom gebiedend noodzakelijk dat je op je vriend afstapt en zijn fout blootlegt. (Vergelijk Matthéüs 18:15.) Dit zal moed en vrijmoedigheid van jouw zijde vereisen. Wees echter niet verrast als je op enige weerstand stuit, aangezien het een menselijke neiging is verontschuldigingen aan te voeren. Wees vastberaden en geef een overtuigend bewijs aangaande zijn zonde, waarbij je specifiek vertelt wat je weet en hoe je dat te weten gekomen bent. (Vergelijk Johannes 16:8.) Beloof niet dat je ’het aan niemand zult vertellen’, want zo’n belofte zou niet geldig zijn in de ogen van God, die het bedekken van kwaaddoen veroordeelt. — Spreuken 28:13.
Spreuken 18:13 waarschuwt echter: „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid van zijn kant.” Misschien was er sprake van een misverstand. Aan de andere kant kan je vriend opgelucht zijn dat zijn probleem aan het licht is gekomen en dat hij iemand heeft om tegen te praten, iemand die hij kan vertrouwen. Wees dus een goede luisteraar (Jakobus 1:19). Snoer hem, wanneer hij zijn hart uitstort, niet de mond door veroordelende uitspraken zoals: „Had dan ook niet . . .” of „Als ìk in die situatie was geweest, zou ik . . .” Zulke uitspraken versterken slechts de schuldgevoelens en het gevoel van hulpeloosheid van je vriend. Insgelijks maken ook geschokte reacties zoals: „Hoe kon je dat doen!” een slechte situatie alleen maar erger.
Denk eens aan het bijbelse verslag over Jobs drie „vertroosters”, die weinig meer deden dan Job veroordelen. Nadat Job hun vernederende beschuldigingen over zich heen had laten gaan, zei hij: „De troost die jullie bieden is alleen maar kwelling. Houden jullie dan nooit op met praten? . . . Als jullie in mijn plaats waren en ik in jullie plaats, . . . zou ik jullie weten te sterken met raad en blijven spreken om jullie te vertroosten” (Job 16:1-5, Today’s English Version). Probeer dus empathie te tonen en met je vriend mee te voelen (1 Petrus 3:8). Dit kan wat je zegt en de toon waarop je het zegt, verzachten.
Maar hoewel je misschien doet wat je kunt om je vriend te helpen, vereist de situatie vaak meer hulp dan jij kunt geven. Dring er daarom op aan dat je vriend zijn verkeerde gedrag aan zijn ouders of andere verantwoordelijke volwassenen onthult. En als je vriend weigert dat te doen? Laat hem weten dat wanneer hij de kwestie niet binnen een redelijke tijdsperiode uit de weg ruimt, jij als een echte vriend van hem dan verplicht zult zijn ten behoeve van hem naar iemand toe te gaan.
„Een ware metgezel” zijn
Spreuken 17:17 herinnert ons eraan dat ’een ware metgezel te allen tijde liefheeft, en een broeder is die geboren wordt voor de tijd dat er benauwdheid is’. Het kan inderdaad zijn dat je vriend aanvankelijk niet begrijpt waarom je zo handelt, en misschien zal hij het niet op prijs stellen. Hij kan zelfs van streek raken en de vriendschap met jou overhaast beëindigen. Maar raak niet in paniek. Gun je vriend de tijd om zijn gevoelens op een rijtje te zetten en tot het besef te komen dat jij werkelijk zijn welzijn op lange termijn op het oog had.
Laten wij nu nog eens terugkomen op de gevallen van Lee en Debbie. Lee zegt: „Ik weet dat ik het juiste deed door er met iemand over te spreken. Mijn geweten was zo veel geruster omdat Chris nu de hulp kreeg die hij nodig had. Later zocht hij me op en vertelde me dat hij niet boos op mij was om wat ik gedaan had, en ook dat stelde mij gerust.” Niet alle vrienden zullen echter gunstig reageren. Debbie vertelt: „Ik wist slechts dat ik Karen niet zo door kon laten gaan, waardoor zij via de kinderrechter uiteindelijk misschien zelfs in de gevangenis zou belanden.” Ten slotte staakten Karens vriendinnen hun hatelijke opmerkingen. Debbie zegt: „Ik maakte nieuwe vriendinnen. Ik ben eroverheen gekomen en heb onderwijl een heleboel geleerd.”
Als jouw bekende zich aan jouw moedige handelwijze blijft storen, is hij of zij in de eerste plaats waarschijnlijk nooit een ware vriend geweest. Onder ware christenen vind je echter personen die jouw hoge principes zullen bewonderen, van wie enkelen misschien zelfs als gevolg daarvan jouw vriendschap zullen zoeken. Op zijn minst zul je de voldoening smaken te weten dat je je loyaliteit jegens Jehovah hebt bewezen en je een ware vriend hebt betoond.
[Inzet op blz. 19]
Als je vriend niet bereid is zelf hulp in te roepen, kan het nodig zijn dat jij ten behoeve van hem handelt
[Illustratie op blz. 21]
Wat moet je doen als je erachter komt dat een vriend ernstig in de moeilijkheden dreigt te raken?