Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w86 1/7 blz. 14-15
  • Wie zijn de echte escapisten?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wie zijn de echte escapisten?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • Vergelijkbare artikelen
  • IJdelheid! IJdelheid! Is alles slechts ijdelheid?
    Ontwaakt! 1977
  • Het boek Prediker — Een les in werkelijke waarden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
  • Hoofdpunten uit het boek Prediker
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • „De gehele verplichting van de mens”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
w86 1/7 blz. 14-15

Wie zijn de echte escapisten?

„EEN escape uit de werkelijkheid.” Zo noemde een familielid de verhuizing van een jonge bedienaar van het evangelie naar een eiland in de Stille Zuidzee om daar zendingsdienst te verrichten. En velen zullen hier net zo over denken. Een radiocommentator in Nieuw-Zeeland uitte bijvoorbeeld onlangs de veronderstelling dat als de economische toestanden verslechteren, grote aantallen mensen hun toevlucht nemen tot geloof in God als een vorm van escapisme.a

Maar zijn degenen die hun leven aan het behartigen van geestelijke belangen wijden werkelijk escapisten? Niet volgens Jezus Christus. Hij bezag geloof in God niet als een illusie, een bedenksel of louter een verzinsel. In Johannes 7:28 zei hij: „Ik [ben] niet uit mijzelf gekomen, maar hij die mij gezonden heeft, bestaat werkelijk.”

In Jezus’ geval beïnvloedde het geloof in God hem echter niet op de een of andere passieve manier. Hij werd ertoe bewogen zijn leven aan God aan te bieden en te zeggen: „Zie! Ik ben gekomen . . . om uw wil te doen, o God” (Hebreeën 10:7). Ware christenen worden thans niet minder tot handelen aangespoord. Merk bij wijze van illustratie op welke raad Paulus in een brief aan Timótheüs, een vooraanstaande ouderling in de eerste-eeuwse gemeente, geeft. Paulus wist dat enkelen in de gemeente behoorlijk veel materiële bezittingen hadden. Maar omdat hun geloof op werkelijkheid was gebaseerd, zouden zij ertoe bewogen worden een goed gebruik van deze middelen te maken. Paulus zei: „Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen.” — 1 Timótheüs 6:17-19.

Het christendom is derhalve geen vlucht uit de werkelijkheid. Het vereist een manmoedig onder de ogen zien van verantwoordelijkheid. De God die wij aanbidden is geen hersenschim; hij bestaat werkelijk. Het leven van dienst dat wij leiden, is zinvol en schenkt voldoening. In plaats dat onze hoop op een toekomstige beloning een ongegronde veronderstelling is, is ze vast gefundeerd op de beloften van een God die niet kan liegen. — Hebreeën 6:18.

Hoe staat het echter met degenen die ontkennen dat het noodzakelijk is God te dienen en die hun leven rondom materiële goederen of de een of andere zelfzuchtige carrière opbouwen? Zouden zij soms de echte escapisten kunnen zijn?

De wijze man Salomo gebruikte uitdrukkingen zoals „ijdelheid” en „najagen van wind” om een leven te beschrijven waarin materiële dingen en vleselijke genoegens de belangrijkste plaats innemen. Hij beschreef het eindresultaat als volgt: „En alles waarom mijn ogen vroegen, onthield ik ze niet. Ik hield mijn hart van geen enkele soort van verheuging terug, want mijn hart was verheugd wegens al mijn harde werk, en dit werd mijn deel van al mijn harde werk. En ik, ja ik, wendde mij tot al mijn werken die mijn handen hadden verricht en tot het harde werk waaraan ik hard had gewerkt om het tot stand te brengen, en zie! alles was ijdelheid en een najagen van wind, en er was niets dat voordeel afwierp onder de zon.” — Prediker 2:10, 11.

Ja, zelfs een materialistische levenswijze schonk een bepaalde verheuging. Maar werkelijke voldoening en blijvend geluk ontbraken. Zo’n leven is louter „ijdelheid”. Het Hebreeuwse woord voor „ijdelheid” heeft trouwens de letterlijke betekenis van „adem” en doelt daarom op iets wat geen stabiliteit en duurzaamheid bezit. The New English Bible gebruikt dan ook het woord „leegheid”.

Verkeert iemand die het soort van leven leidt dat Salomo als „ijdelheid” betitelt, dus in de positie dat hij een christen ervan mag beschuldigen in een toestand van op illusies berustende tevredenheid te vluchten? Beslist niet. De apostel Paulus toont bovendien zelfs aan dat ’het toneel van deze wereld bezig is te veranderen’ (1 Korinthiërs 7:31). Hij vergelijkt de goddeloze wereld hier met een toneel met voortdurend wisselende decors. Datgene wat vandaag prachtig, lieflijk en zelfs spectaculair lijkt, kan morgen verdwenen zijn. De hedendaagse „acteurs” worden na verloop van tijd door anderen vervangen. Maar ondanks al hun inspanningen brengt hun leven niets voort wat blijvende waarde heeft. Zij hebben geen werkelijke hoop voor de toekomst.

Het is zoals Philip Chesterfield, een achttiende-eeuwse Engelse hoveling en redenaar, terecht opmerkte: „Ik heb in de dwaze tredmolen van genoegens meegelopen, en ze hebben allemaal voor mij afgedaan. Ik heb alle genoegens van de wereld gesmaakt, en ik beoordeel ze op hun wezenlijke waarde, die werkelijk heel laag is. . . . Als ik nadenk over hetgeen ik heb gezien . . . en heb gedaan, kan ik me er haast niet van overtuigen dat al die frivole drukte en bedrijvigheid op het gebied van genoegens in de wereld enige realiteit heeft gehad.”

Christenen zijn echter als Abraham, die „de stad [verwachtte] die werkelijke fundamenten heeft, van welke stad God de bouwer en schepper is” (Hebreeën 11:10). Omdat hun geloof waarachtig is, hebben zij geen behoefte aan een ’escape’ of vlucht, maar vullen zij hun leven met voldoening schenkende activiteit. Hoe staat het met uw leven? Is het louter een ’escape’, of is het stevig op de werkelijkheid gebaseerd?

[Voetnoot]

a „Escapisme” wordt gedefinieerd als „de geest voortdurend op een illusie richten, als een ’escape’ of vlucht uit de werkelijkheid”, of „de werkelijkheid uit de weg gaan door de geest bezig te houden met . . . een denkbeeldige situatie, activiteit, enz.”

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen