Gileads 84ste klas — Aan de verwachtingen beantwoorden!
SPREUKEN 10:28 zegt: „De verwachting van de rechtvaardigen is een verheuging.” Dit bleek weer eens op de ochtend van 6 maart 1988. Elke waarnemer kon onmiddellijk zien dat de verwachtingen onder de 4360 personen die in de Congreshal van Jehovah’s Getuigen in Jersey City bijeenwaren, hooggespannen waren.
Dat vrijwel de hele Bethelfamilie uit Brooklyn en de Wachttoren-boerderijen in zo’n schitterende zaal bijeen kon zijn, vormde op zichzelf al een oorzaak van grote vreugde en opwinding! De aanwezigen waren echter gekomen omdat zij meer dan een grootscheepse familiereünie verwachtten. Hun geest was in de eerste plaats vervuld van de gebeurtenis die, naar zij wisten, een mijlpaal zou zijn: de graduatie van de 84ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead.
De Gileadschool, die nu op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn (New York) is gevestigd, werd in 1943 opgericht ter bevordering van het door God geordineerde werk bestaande in het ’maken van discipelen’ (Matthéüs 28:19, 20). Na een vijf maanden durende cursus van bijbels onderricht doorlopen te hebben, worden Gileadafgestudeerden niet uitgezonden om een lucratieve betrekking te bekleden, maar om als zendelingen in het wereldomvattende veld te werken (Matthéüs 13:38). Het is dan ook begrijpelijk dat iedereen die het voorrecht heeft gehad Gilead te doorlopen, gespannen verwachtingen heeft. — Vergelijk Lukas 12:48.
Het graduatieprogramma vestigde duidelijk de aandacht op deze verwachtingen. Het begon met een vurig gebed door George Gangas, een lid van het Besturende Lichaam. C. W. Barber, ook van het Besturende Lichaam, diende die dag als voorzitter. ’Wij nemen deel aan de grootste opvoedkundige veldtocht in de geschiedenis’, zei Barber. In zijn toespraak, gebaseerd op Jesaja hoofdstuk 6, legde hij uit dat wij vaak onder vijandige toestanden moeten prediken. En evenals in Jesaja’s tijd zal misschien alleen maar een symbolische „tiende” of een „overblijfsel” gunstig op onze boodschap reageren (Jesaja 6:13; Romeinen 9:27). Toch moeten wij nooit denken dat onze krachtsinspanningen op het gebied van de prediking vergeefs zijn!
Deze aanmoedigende opmerkingen wekten verwachtingen aangaande hetgeen er zou volgen: een reeks korte maar krachtige lezingen die tot de afgestudeerden waren gericht. Calvin Chyke, van het Drukkerijcomité, begon met de vraag te stellen: ’Zullen jullie een zegen voor anderen blijken te zijn?’ Zij hadden veel zegeningen op Gilead ontvangen. Nu moesten zij zegeningen schenken door ’geestelijke gaven’ aan anderen mee te delen (Romeinen 1:11, 12). Zelfs als de zendelingen met beproevingsvolle situaties te maken zouden krijgen, doordat zij bijvoorbeeld krap bij kas zitten, moeten zij in geestelijk opzicht ’het geven blijven beoefenen’ (Lukas 6:38). Dan zullen de woorden van Psalm 84:6 ten aanzien van hen in vervulling gaan: „Ja, in zegeningen hult zich de onderwijzer.”
David Olson, van het Dienstafdelingcomité, herinnerde de zendelingen vervolgens aan onze wereldomvattende broederschap. Vijf maanden hadden zij zich gekoesterd in de liefde en steun van hun mede-klasgenoten, maar nu zouden zij over de hele aarde verspreid worden. Olson gaf hun de verzekering dat zij de vervulling zouden smaken van Markus 10:29, 30, waarin hun nieuwe vrienden en ’families’ worden beloofd.
Daniel Sydlik, van het Besturende Lichaam, wees de afgestudeerden op de noodzaak ’grote en grootse verwachtingen te koesteren’. Jehovah heeft ons geschapen met het vermogen verwachtingen, hoop en idealen te hebben. Dienen zendelingen dan geen hoge verwachtingen te hebben met betrekking tot zichzelf? ’Stel jezelf een doel, verg wat van jezelf!’ was de aansporing van Sydlik. ’Zorg dat je de taal van het land waar je naar toe gaat, onder de knie krijgt. Blijf bij met het lezen van de uitgaven van De Wachttoren en Ontwaakt! in je moedertaal, zodat je je geestelijke gezindheid behoudt. Als je anderen onderwijst,’ zo vervolgde Sydlik, ’maak hen dan ook bewust van de hoge verwachtingen die er in verband met hen worden gesteld. Laat hen weten dat er van hen wordt verwacht dat zij vergaderingen bezoeken en zich op de lessen voorbereiden.’
De volgende sprekers gingen in deze trant verder. Lyman Swingle, ook van het Besturende Lichaam, herinnerde de studenten eraan dat ’Jezus Christus degene is die jullie uitzendt. En hijzelf was iemand die naar een buitenlandse toewijzing hier op aarde werd gestuurd’. Evenals Jezus dienen zendelingen hun toewijzing ernstig op te vatten. Maar zij moeten zichzelf niet al te serieus nemen. ’Zorg ervoor dat je om jezelf kunt lachen als je iets doms doet’, zei Swingle. ’Prediker 3:4 herinnert ons eraan dat er „een tijd [is] om te lachen”.’
De twee voornaamste docenten werden nu in de gelegenheid gesteld hun studenten enkele laatste vermaningen mee te geven. Het thema van Jack Redford was: ’Vergeet nooit je zending!’ De geestelijken van de christenheid hebben hun zendingsdrang verloren en velen zijn in de wereldse politiek verwikkeld geraakt. Jezus Christus echter heeft zich van zijn predikingsopdracht gekweten en heeft zich nooit door de verlokkingen van Satans wereld op een zijspoor laten brengen. Zendelingen moeten er daarom altijd aan blijven denken waarom zij zijn uitgezonden — om de verhongerende mensheid geestelijk te voeden. (Vergelijk Matthéüs 9:36.) En strikken zoals materialisme en immoraliteit moeten zij uit de weg gaan. Door zich op hun predikingsopdracht te concentreren, hebben zij het vooruitzicht veel prachtige velddienstervaringen op te doen.
U. V. Glass volgde met een illustratie waarin een glas water en een snoer parels centraal stonden. In veel landen is de zuiverheid van een glas water twijfelachtig. De echtheid van een snoer parels kan al even dubieus zijn. ’Hoe staat het met jullie geloofwaardigheid?’ vroeg Glass. ’Een gebrek aan geloofwaardigheid is wel de „stille verwoester van relaties” genoemd.’ Hoe kunnen de afgestudeerden ervoor zorgen dat hun geloofwaardigheid vaststaat? ’Spreek de waarheid’, zei Glass, ’en kleur of verbuig die niet. Rechtschapenheid is de basis van geloofwaardigheid.’ — Efeziërs 4:25.
Een hoogtepunt van het ochtendprogramma was de slottoespraak door de 94-jarige president van het Wachttorengenootschap, F. W. Franz. Met een nog steeds flinke en krachtige stem gaf Franz een overzicht van de geschiedenis van Gilead. Gedurende de Tweede Wereldoorlog ging het Besturende Lichaam onderscheiden dat ’de Tweede Wereldoorlog niet tot Armageddon zou leiden. De oorlog zou eindigen en door een periode van vrede worden gevolgd.’ Gilead werd opgericht om deze tussenperiode volledig te benutten — en sindsdien is deze school altijd krachtig voortgegaan! ’Wij leven in de gunstigste aller tijden!’ zei de president van het Genootschap met klem. De aanwezigen uitten hun waardering voor de aanmoedigende woorden van deze reeds lange tijd trouw dienst verrichtende dienstknecht van Jehovah door hem een daverend applaus te geven!
Nu werden de gordijnen opengeschoven en zag men de 24 studenten van de 84ste klas van Gilead op het podium zitten. Hoewel hun gemiddelde leeftijd slechts 31,6 jaar bedraagt, kunnen zij bezwaarlijk beginnelingen in het predikingswerk worden genoemd. Gemiddeld hebben zij er namelijk al 11,3 jaar van volle-tijdevangelisatie op zitten! En zij vormen een behoorlijk internationale groep, afkomstig uit Nederland, Australië, Finland, Zweden, Duitsland en de Verenigde Staten. Met assistentie van A. D. Schroeder, een van de oorspronkelijke Gileaddocenten, overhandigde C. W. Barber elk zijn of haar diploma. De aanwezigen waren enthousiast te vernemen dat de afgestudeerden naar negen landen gezonden zouden worden: de Filippijnen, Sierra Leone, West-Samoa, Taiwan, Tanzania, Papua New Guinea, Bolivia, Guam en Colombia! Daarna las een van de studenten namens de klas een schitterende brief voor waarin waardering tot uitdrukking werd gebracht.
Na een korte lunchpauze kwamen de aanwezigen opnieuw bijeen voor een verkorte Wachttoren-studie, geleid door Robert Wallen van het Bethelcomité. Na afloop ervan, werden de lichten gedimd. De voorzitter van het programma gaf alle aanwezigen de aanmoediging: ’Ontspan je en geniet van wat de studenten jullie als geschenk willen aanbieden, het studentenprogramma van de 84ste klas, getiteld: „Onze bediening verheerlijken”.’
Door middel van liederen, ervaringen en sketches vergunden de studenten de toeschouwers vervolgens een kijkje achter de schermen van het studenten- en zendelingenleven. Er werd bijvoorbeeld getoond hoe het afwisselende predikingsgebied van de stad New York als opleidingsterrein voor zendelingen wordt gebruikt. Eén humoristisch sketchje, gebaseerd op de werkelijke ervaringen van Gileadstudenten, toonde aan hoe studenten leren doeltreffend informeel getuigenis te geven in de ondergrondse van de stad. Ook waren er taferelen waarin op amusante maar authentieke wijze werd uitgebeeld hoe zendelingen vaak op onbeholpen wijze hun best doen zich aan buitenlandse gewoonten en cultuurpatronen aan te passen.
Eén afgestudeerde zendeling vatte het programma mooi samen door te zeggen: ’Op welke betere manier zouden wij onze bediening kunnen verheerlijken dan anderen te helpen zich volledig op Jehovah’s Woord te verlaten?’ Ongetwijfeld werden alle aanwezigen ertoe bewogen na te gaan hoe zij een groter persoonlijk aandeel aan het predikingswerk kunnen hebben. Het programma werd vervolgens afgerond doordat de studenten een hedendaags drama opvoerden waarin de nadruk werd gelegd op de noodzaak ons aan God te onderwerpen. Met een waarderend gebed door J. E. Barr, van het Besturende Lichaam, was er weer een mijlpaal bereikt in de geschiedenis van Jehovah’s volk.
Het graduatieprogramma van de Gileadschool heeft ongetwijfeld aan de verwachtingen voldaan. Hoe staat het echter met de graduerende klas zelf? Wij hebben het volste vertrouwen dat deze laatste groep afgestudeerden van de zendelingenschool, evenals hun voorgangers, meer zal doen dan Jehovah van hen verwacht, ja, vereist — hun bediening in hun buitenlandse toewijzingen verheerlijken!
[Illustratie op blz. 24]
84ste afstuderende klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
In de onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voor naar achter en staan de namen per rij van links naar rechts vermeld.
(1) C. Norberg; T. Holmes; J. Holland; B. Vehlen; D. Rector; K. Thomas; (2) T. Rajalehto; T. Rajalehto; J. Hoefnagels; A. Moonen; C. Summers; H. Wahl; (3) J. Holland; F. Holmes; H. Hoefnagels; V. Koivula; M. Moonen; B. Thomas; (4) M. Wahl; W. Rector; G. Summers; P. Keighley; P. Vehlen; O. Norberg