Een profetische reus — Wat zal zijn val betekenen?

WAT zag Nebukadnezar, de machtige Babylonische heerser, ruim 2500 jaar geleden in zijn slaap? Als hij zich dit bij het ontwaken kon herinneren, zou hij dan weten dat hij in dat ene beeld dat hij had gezien, de toekomst van de wereld in vogelvlucht had aanschouwd?

Toen koning Nebukadnezar van het Babylonische Rijk wakker werd, riep hij zijn astrologen en wijze mannen bij zich. Hij wilde dat zij hem zijn droom te binnen brachten en deze uitlegden.

Maar wie kan een uitleg geven van iets waarvan hij niet op de hoogte gesteld is? De wijze mannen waren verbijsterd. Jehovah stelde de joodse banneling Daniël echter in staat de droom in de herinnering terug te brengen en te verklaren en de koning aldus over toekomstige gebeurtenissen in te lichten. Laten wij Daniëls uitleg van deze droom volgen, aangezien deze van invloed is op onze eigen tijd.

Een mysterieus beeld

Daniël begint met een beschrijving te geven van een reusachtig beeld met een hoofd van goud, borst en armen van zilver, buik en dijen van koper, benen van ijzer en voeten van ijzer en leem. Een steen treft de voeten van het beeld, waardoor het volledig wordt verbrijzeld. Vervolgens wordt de steen groter, totdat hij een berg wordt die de gehele aarde vult (Daniël 2:31-35). Dit was de droom die de koning vergeten was! Wat had dit allemaal te betekenen?

Daniël vertelt de koning dat de delen van het beeld wereldmachten afbeelden die elkaar zullen opvolgen. Veel bijbelgeleerden zijn het eens met wat hierover in een bijbelse encyclopedie gezegd wordt: „De belangrijkste waarheid van (Daniël hoofdstuk 2) is dat Gods koninkrijk op zekere dag alle menselijke rijken zal vervangen.” Wanneer zal die dag aanbreken? Daniëls profetie verschaft belangrijke inlichtingen die betrekking hebben op die vraag.

Het hoofd en het lichaam

„Gij, o koning, de koning der koningen, gij aan wie de God des hemels het koninkrijk, de macht, en de sterkte en de waardigheid heeft gegeven, . . . gijzelf zijt het hoofd van goud.” Het hoofd beeldde dus koning Nebukadnezar af en de dynastie van koningen die met hem begon. — Daniël 2:37, 38.

„Na u zal er een ander koninkrijk opstaan, geringer dan gij; en nog een koninkrijk, een derde, van koper, dat over de gehele aarde zal heersen” (Daniël 2:39). Na Babylon werd het Medo-Perzische Rijk de overheersende wereldmacht uit het bijbelverslag. Het werd gevolgd door het Griekse Rijk, dat, onder Alexander de Grote, zijn heerschappij uitstrekte over een veel groter gebied dan alle voorgaande wereldmachten.

„Het vierde koninkrijk” — de sleutel tot het mysterie

De eerste drie koninkrijken verschenen en verdwenen vervolgens weer van het toneel als grote wereldmachten, precies zoals Daniël onder goddelijke inspiratie had geprofeteerd. Maar voor ons is het belangrijker „het vierde koninkrijk” te identificeren. Waarom? Omdat het beeld uit de droom in de periode van dit koninkrijk ten val moet komen, en wij moeten weten wat er bij deze ineenstorting betrokken is. Luister naar de verdere inlichtingen die Daniël verschaft.

„Wat het vierde koninkrijk aangaat, het zal sterk als ijzer blijken te zijn. Aangezien ijzer al het andere verbrijzelt en vermaalt, zo zal het, gelijk ijzer dat verplettert, zelfs al deze verbrijzelen en verpletteren” (Daniël 2:40). Beeldt dit vierde koninkrijk alleen het Romeinse Rijk af, dat Griekenland als de overheersende wereldmacht opvolgde? Neen, om verscheidene redenen niet.

Het boek Daniël zelf stelt ons op de hoogte van de tijdsperiode waarop dit beeld betrekking heeft, want er werd gezegd: „[God] heeft koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat er in het laatst der dagen zal geschieden” (Daniël 2:28). Deze woorden geven te kennen dat de uiteindelijke vervulling van het visioen in de verre toekomst zou plaatsvinden, na de tijd van het Griekse en het Romeinse Rijk.

De apostel Johannes, eveneens een bijbelschrijver, maakte ook melding van „koningen” of wereldmachten. Hij schreef over hen: „Er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen.” Vóór het ingrijpen door Gods koninkrijk zou er nog één wereldmacht komen (volgend op het Romeinse Rijk, dat er in Johannes’ tijd ’was’). Die wereldmacht zou ook deel uitmaken van „het vierde koninkrijk” van Daniëls profetie (Openbaring 17:10-14; Daniël 2:40). Wat leert de geschiedenis ons hierover?

De Romeinse wereldmacht, die door militaire veroveringen was gesticht, eindigde niet toen haar laatste keizer in Rome in 476 G.T. door de Germaanse legeraanvoerder Odoaker werd afgezet. Vele eeuwen lang bleef Rome politieke en vooral religieuze heerschappij uitoefenen over Europa als gevolg van het feodale stelsel, waardoor iedereen allereerst onderworpen was aan zijn heer, vervolgens aan de koning en ten slotte aan de paus. De paus oordeelde zelfs, als het hof dat het in laatste instantie voor het zeggen had, over belangrijke kwesties en kon door middel van excommunicatie en interdicta koningen naar zijn hand zetten. Zoals The Columbia History of the World zegt: „De kerk was Europa’s belangrijkste regering.”

In 1534 maakte koning Hendrik VIII van Engeland zich tot hoofd van de Anglicaanse Kerk, onafhankelijk van Rome. Zo maakte hij zich los uit de greep van Rome. Maar hij begon ook het belangrijkste militaire werktuig van de Britse macht te smeden, zoals Eric Delderfield in zijn boek Kings and Queens of England vermeldt: „Hendrik zette het werk van zijn vader — het opbouwen van een doeltreffende oorlogsvloot — voort. . . . Ten tijde van zijn dood had Hendrik ongeveer tachtig schepen aan de zeemacht toegevoegd en aldus werd een begin gemaakt met de uitdaging aan de Spaanse oppermacht op zee.”

In de loop der eeuwen groeide de Britse mogendheid uit tot een uitgestrekt rijk dat door Daniel Webster, een beroemd negentiende-eeuws Amerikaans politicus, werd beschreven als „een macht waaraan, als het om buitenlandse veroveringen en onderwerping aankomt, Rome op het hoogtepunt van zijn glorie niet kon tippen — een macht die zich, met haar bezittingen en militaire bases, over de gehele aardbol heeft uitgebreid”. Het duurde niet lang of het Britse Rijk werd in politieke en militaire aangelegenheden nauw verbonden met zijn vroegere kolonies in Noord-Amerika. Aldus ontstond de zevende koning van Openbaring 17:10, de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht.

Volgens hetgeen er over het beeld uit de droom werd gezegd, zou „het nageslacht der mensen”, of het gewone volk, ten tijde van deze laatste „koning” een belangrijkere rol in de regering spelen (Daniël 2:42, 43). De moderne geschiedenis bevestigt dat dit inderdaad is gebeurd, nu democratieën of ’volksregeringen’ de plaats hebben ingenomen van veel koninkrijken of andere autocratische regeringsvormen. Van de huidige regeringen, die door de tien tenen van het beeld worden afgebeeld, zijn sommige als ijzer, dat wil zeggen, autoritair of tiranniek. Maar andere zijn, doordat het socialistische of democratische heerschappijen zijn, kneedbaarder, net als leem.

De val

Zoals in Daniëls profetie te kennen werd gegeven, zou in de tijd dat de door de voeten afgebeelde regeringen aan de macht zouden zijn — met andere woorden, in onze tijd — het einde van het grote beeld naderen. Het zal vallen, niet wegens de zwakheid van de voeten van ijzer vermengd met leem, maar doordat het door een symbolische steen zal worden geraakt en verpletterd. Wat beeldt die „steen” af? Het Messiaanse koninkrijk, dat „al deze koninkrijken [zou] verbrijzelen en er een eind aan [zou] maken” en ’een grote berg zou worden die de gehele aarde zou vullen’. — Daniël 2:34, 35, 44.b

„De droom is waarachtig, en de uitlegging ervan is betrouwbaar”, zei Daniël (Daniël 2:45). De eerste vervulling van deze twee profetieën — de ene over de verwoesting van Babylon en de andere over de opeenvolging van wereldmachten— schenkt ons de verzekering dat wat nog in vervulling moet gaan, op tijd zal geschieden. Hiertoe zal ook de door Gods koninkrijk bewerkstelligde vernietiging van het beeld uit de droom behoren.

In andere bijbelboeken staan uiterst belangrijke profetieën over Gods voornemens. In de geregeld verschijnende uitgaven van De Wachttoren worden veel van deze profetieën besproken en wordt de betekenis ervan voor onze tijd uitgelegd. Mocht u nog geen geregelde lezer van dit tijdschrift zijn, waarom zou u dit dan niet worden? U kunt aldus meer te weten komen over Jehovah God, de „Onthuller van geheimen”, en over de talloze zegeningen die zijn Koninkrijk binnenkort over de aarde zal brengen. — Daniël 2:28.

[Voetnoten]

[Illustratie op blz. 7]