-
Hij leerde barmhartig te zijnDe Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
God redeneerde met Jona dat de profeet bedroefd was over de dood van een simpele plant die in één nacht was opgeschoten en die Jona niet had geplant of had laten groeien. En God besloot met de woorden: „Moest ik, van mijn kant, geen deernis gevoelen met Ninevé, de grote stad, waarin meer dan honderd twintig duizend mensen zijn die volstrekt het verschil niet weten tussen hun rechterhand en hun linker, benevens veel huisdieren?” — Jona 4:10, 11.d
Ziet u de essentie van Jehovah’s aanschouwelijke les? Jona had helemaal niets gedaan om voor die plant te zorgen. Jehovah was echter de Bron van het leven van die Ninevieten, en hij had net als voor alle schepselen op aarde voor hen gezorgd. Hoe kon Jona meer waarde hechten aan één enkele plant dan aan het leven van 120.000 mensen, met al hun huisdieren? Was het niet omdat Jona zelfzuchtig was gaan denken? Tenslotte had hij alleen maar medelijden met de plant omdat hij er zelf voordeel van had gehad. Was zijn boosheid over Ninevé ook niet het gevolg van zelfzuchtige motieven: een door trots ingegeven verlangen om zijn gezicht te redden, om gelijk te krijgen?
Wat een wijze les! Maar heeft Jona ervan geleerd? Het boek dat zijn naam draagt, eindigt met Jehovah’s vraag — onbeantwoord en als het ware nog steeds naklinkend. Sommige critici maken er misschien aanmerkingen op dat Jona geen antwoord geeft. Maar eigenlijk hebben we zijn antwoord wel. Het is het boek zelf. Alles wijst er namelijk op dat Jona het boek dat zijn naam draagt zelf heeft geschreven. Stelt u zich eens voor hoe die profeet, eenmaal veilig terug in zijn eigen land, dit verslag schrijft. We zien het bijna voor ons: een man die ouder, wijzer en nederiger is geworden en die treurig zijn hoofd schudt terwijl hij zijn eigen fouten opschrijft — zijn opstandigheid en zijn koppige weigering om barmhartigheid te tonen. Jona heeft beslist geleerd van Jehovah’s wijze lessen. Hij leerde barmhartig te zijn. En wij?
-
-
Hij leerde barmhartig te zijnDe Wachttoren 2009 | 1 april
-
-
d Gods opmerking dat die mensen het verschil niet wisten tussen rechts en links had betrekking op hun kinderlijke onwetendheid omtrent zijn maatstaven.
-