Zoek naar hen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten
„Allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezaten, werden gelovigen.” — HANDELINGEN 13:48.
1. Wat kan Jehovah met betrekking tot het menselijke hart doen?
JEHOVAH GOD kan het hart lezen. Dit werd duidelijk gemaakt toen de profeet Samuël er op uit ging om een zoon van Isaï tot koning van Israël te zalven. Toen Samuël Eliab zag, „zei [hij terstond]: ’Waarlijk, Jehovah heeft zijn gezalfde voor zich staan.’ Maar Jehovah zei tot Samuël: ’Kijk niet naar zijn uiterlijk en naar zijn rijzige gestalte, want ik heb hem verworpen. Want God ziet niet zoals de mens ziet, want de mèns ziet datgene wat zichtbaar is voor de ogen; maar wat Jehovah aangaat, hij ziet hoe het hart is.’” Samuël kreeg dan ook de opdracht David te zalven, die ’aangenaam naar Gods hart’ bleek te zijn. — 1 Samuël 13:13, 14; 16:4-13.
2. Wat is in iemands figuurlijke hart geworteld, en wat lezen wij hier derhalve over in de Schrift?
2 Een mens spreidt een zekere overheersende geesteshouding tentoon. Hij bezit een bepaalde gezindheid die in zijn figuurlijke hart geworteld is (Mattheüs 12:34, 35; 15:18-20). Zo lezen wij over iemand wiens ’hart geneigd is tot strijd’ (Psalm 55:21). Ons wordt gezegd: „Al wie tot woede geneigd is, begaat menige overtreding.” En wij lezen: „Er bestaan metgezellen die geneigd zijn elkaar aan stukken te breken, maar er bestaat een vriend die aanhankelijker is dan een broeder” (Spreuken 18:24; 29:22). Gelukkig blijken velen net zo te zijn als sommige heidenen in het oude Antiochië in Pisidië. Toen zij over Jehovah’s voorziening voor redding hoorden, „gingen zij zich verheugen en verheerlijkten het woord van Jehovah, en allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezaten, werden gelovigen”. — Handelingen 13:44-48.
Gelovigen zijn ’zuiver van hart’
3, 4. (a) Wie zijn de zuiveren van hart? (b) Hoe zien de zuiveren van hart God?
3 Die gelovigen in Antiochië werden gedoopte christenen, en de getrouwen onder hen konden de volgende woorden van Jezus op zichzelf van toepassing brengen: „Gelukkig zijn de zuiveren van hart, want zij zullen God zien” (Mattheüs 5:8). Maar wie zijn „de zuiveren van hart”? En hoe ’zien zij God’?
4 De zuiveren van hart zijn innerlijk rein. Hun waardering, genegenheden, verlangens en motieven zijn zuiver (1 Timotheüs 1:5). Zij zien God nu in de zin dat zij waarnemen hoe hij ten behoeve van rechtschapenheidbewaarders handelt. (Vergelijk Exodus 33:20; Job 19:26; 42:5.) Het Griekse woord dat hier met „zien” is weergegeven, betekent ook „met de geest zien, waarnemen, weten”. Aangezien Jezus Gods persoonlijkheid volmaakt weerspiegelde, is inzicht in die persoonlijkheid weggelegd voor „de zuiveren van hart”, die geloof oefenen in Christus en in zijn zondenverzoenende slachtoffer, vergeving van hun zonden verkrijgen en God op aanvaardbare wijze kunnen aanbidden (Johannes 14:7-9; Efeziërs 1:7). Voor de gezalfden bereikt het zien van God een hoogtepunt wanneer zij worden opgewekt tot leven in de hemel, waar zij God en Christus letterlijk zien (2 Korinthiërs 1:21, 22; 1 Johannes 3:2). Maar God zien door middel van nauwkeurige kennis en ware aanbidding is mogelijk voor allen die zuiver van hart zijn (Psalm 24:3, 4; 1 Johannes 3:6; 3 Johannes 11). Zij bezitten de juiste gezindheid voor het eeuwige leven in de hemel of op een paradijsaarde. — Lukas 23:43; 1 Korinthiërs 15:50-57; 1 Petrus 1:3-5.
5. Hoe alleen kan men een gelovige en een ware volgeling van Jezus Christus worden?
5 Degenen die niet de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten, zullen geen gelovigen worden. Voor hen is het niet mogelijk geloof te oefenen (2 Thessalonicenzen 3:2). Bovendien kan niemand een ware volgeling van Jezus Christus worden tenzij hij bereid is zich te laten onderrichten, en Jehovah, die ziet hoe het hart is, trekt die persoon (Johannes 6:41-47). Natuurlijk vellen Jehovah’s Getuigen in hun van-huis-tot-huisprediking over niemand een voorbarig oordeel. Zij kunnen geen harten lezen, maar laten de resultaten in Gods liefdevolle handen.
6. (a) Wat is er gezegd over persoonlijk contact in de van-huis-tot-huisbediening? (b) Welke voorzieningen zijn er getroffen om Jehovah’s Getuigen te helpen degenen te vinden die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten?
6 Een bijbelgeleerde heeft terecht gezegd: „[Paulus] onderwees de waarheid in het openbaar en van huis tot huis. Niet alleen vanaf het podium, maar in persoonlijk contact met afzonderlijke personen predikte hij Christus. Dikwijls is de persoonlijke benadering veel doeltreffender dan enige andere manier of methode om zielen te bereiken” (August Van Ryn). Publikaties zoals Handleiding voor de Theocratische Bedieningsschool, Redeneren aan de hand van de Schrift en Onze Koninkrijksdienst helpen Jehovah’s Getuigen toespraken te houden en hun persoonlijke contacten in de velddienst optimaal te benutten. Ook de demonstraties op de dienstvergadering en de raad op de theocratische bedieningsschool zijn nuttig. Zij die aan de school deelnemen, ontvangen een waardevolle opleiding in spreekhoedanigheden zoals goede inleidingen, een juist gebruik van de Schrift, logische opbouw, overtuigende argumentatie, gebruik van illustraties en doeltreffende besluiten. Laten wij eens zien hoe de bijbel een verrijking vormt voor dit onderricht dat Gods volk doeltreffender kan maken bij hun zoeken naar hen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten.
Tot nadenken stemmende inleidingen
7. Wat leren wij uit de beginwoorden van Jezus’ bergrede over inleidingen?
7 Van Jezus’ voorbeeld kunnen degenen die zich voorbereiden op getuigenis geven van huis tot huis iets leren over inleidingen die de belangstelling wekken. Aan het begin van zijn bergrede gebruikte hij negenmaal het woord „gelukkig”. Hij zei bijvoorbeeld: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe. . . . Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven” (Mattheüs 5:3-12). De door hem uitgesproken zinnen waren rechtstreeks en duidelijk. En die inleiding wekte beslist de belangstelling en maakte dat zijn toehoorders zich betrokken voelden, want wie wil er nu niet gelukkig zijn?
8. Hoe dient in de van-huis-tot-huisbediening een onderwerp voor gesprekken te worden ingeleid?
8 Elk onderwerp voor gesprekken dat in de van-huis-tot-huisbediening wordt gebruikt, dient op een positieve, prettige manier te worden ingeleid. Maar niemand dient een schokkende inleiding te gebruiken zoals: „Ik heb een boodschap voor u uit de buitenaardse ruimte.” Het goede nieuws heeft inderdaad een hemelse bron, maar door zo’n inleiding zou een huisbewoner zich heel goed kunnen afvragen of de Getuige wel ernstig genomen moet worden of maar liever zo snel mogelijk weggestuurd moet worden.
Gods Woord juist hanteren
9. (a) Hoe dienen in de bediening schriftplaatsen te worden ingeleid, gelezen en toegepast? (b) Welk voorbeeld wordt aangehaald om te laten zien hoe Jezus gebruik maakte van vragen?
9 Zowel in de velddienst als op het podium dienen schriftplaatsen op een juiste wijze te worden ingeleid, met passende klemtoon te worden gelezen, en duidelijk en nauwkeurig te worden toegepast. Vragen die een huisbewoner aan het denken zetten over schriftuurlijke punten kunnen eveneens nuttig zijn. Ook wat dit betreft zijn Jezus’ methoden leerzaam. Bij een bepaalde gelegenheid vroeg een man die goed onderlegd was in de Mozaïsche wet aan hem: „Leraar, door wat te doen, zal ik eeuwig leven beërven?” Jezus’ wedervraag luidde: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?” Ongetwijfeld wist Jezus dat dit een vraag was die de man kon beantwoorden. Hij gaf dan ook het juiste antwoord en zei: „’Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand’, en: ’uw naaste als uzelf.’” Dit was voor Jezus aanleiding hem te prijzen, en er volgde een verder gesprek. — Lukas 10:25-37.
10. Wat dient men met betrekking tot het onderwerp voor gesprekken dat men gebruikt in gedachte te houden, en wat dient vermeden te worden wanneer aan een huisbewoner vragen worden gesteld?
10 Degenen die van huis tot huis prediken, dienen het thema van het onderwerp voor gesprekken te beklemtonen en duidelijk te maken wat de reden is voor het lezen van bijbelteksten ter ondersteuning van dat onderwerp. Aangezien de Getuige probeert het hart van de huisbewoner te bereiken, dient hij het te vermijden vragen te stellen die de huisbewoner in verlegenheid brengen. Moge bij het hanteren van Gods Woord ’ons spreken altijd minzaam zijn, gekruid met zout’. — Kolossenzen 4:6.
11. Hoe gaf Jezus, toen hij door Satan werd verzocht, een voorbeeld wat het corrigeren van verkeerde zienswijzen met gebruikmaking van schriftplaatsen betreft?
11 Vooral bij nabezoeken kan het nodig zijn verkeerde zienswijzen te corrigeren door te laten zien wat de Schrift in werkelijkheid zegt of bedoelt. Jezus deed iets dergelijks toen hij Satan van repliek diende, die zei: „Indien gij een zoon van God zijt, werp u dan naar beneden [van de kantelen van de tempel, als een potentiële zelfmoordenaar], want er staat geschreven: ’Hij zal zijn engelen aangaande u opdracht geven, en zij zullen u op hun handen dragen, opdat gij uw voet nimmer aan een steen stoot.’” Psalm 91:11, 12, de schriftplaats die door Satan werd aangehaald, rechtvaardigt niet dat iemand zijn leven, een gave van God, in de waagschaal stelt. Daar Jezus besefte dat het verkeerd was Jehovah op de proef te stellen door met zijn leven te spelen, zei hij tot Satan: „Wederom staat er geschreven: ’Gij moogt Jehovah, uw God, niet op de proef stellen’” (Mattheüs 4:5-7). Uiteraard is Satan geen waarheidszoeker. Maar wanneer redelijke mensen verkeerde zienswijzen tot uitdrukking brengen die hun geestelijke vooruitgang in de weg zouden staan, dient de bedienaar van Gods Woord tactvol te laten zien wat de Schrift in werkelijkheid zegt en bedoelt. Dat maakt allemaal deel uit van ’het op juiste wijze hanteren van het woord der waarheid’ — een van de belangrijke lessen die op de theocratische bedieningsschool worden onderwezen. — 2 Timotheüs 2:15.
Overredingskracht speelt een rol
12, 13. Waarom is het juist om in de bediening overredingskracht te gebruiken?
12 Overredingskracht speelt terecht een rol in de christelijke bediening. Paulus bijvoorbeeld drukte zijn medewerker Timotheüs op het hart te blijven in de dingen die hij had geleerd en waarin hij „door overtuiging [was] gaan geloven” (2 Timotheüs 3:14). In Korinthe placht Paulus „elke sabbat . . . in de synagoge een lezing te houden en joden en Grieken te overreden” (Handelingen 18:1-4). In Efeze hield hij geslaagde ’lezingen en gebruikte overredingskracht aangaande het koninkrijk Gods’ (Handelingen 19:8). En toen de apostel in Rome onder huisarrest stond, liet hij mensen bij zich komen en gaf hun „met overredingskracht” getuigenis, en sommigen werden gelovigen. — Handelingen 28:23, 24.
13 Hoe overredend de Getuige ook mag proberen te zijn, vanzelfsprekend zullen alleen zij die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten, gelovigen worden. Overtuigende argumenten en duidelijke verklaringen zullen, indien tactvol gebracht, hen wellicht overreden om te gaan geloven. Maar wat nog meer kan nuttig zijn om hen te overreden?
Wees logisch en overtuigend
14. (a) Wat houdt logische, samenhangende opbouw in? (b) Wat is er vereist voor een overtuigende argumentatie?
14 Een van de spreekhoedanigheden waarop in de theocratische bedieningsschool de nadruk wordt gelegd, is logische, samenhangende opbouw. Dit houdt in dat alle sleutelgedachten en al het ter zake dienende materiaal in logische volgorde worden gepresenteerd. Ook overtuigende argumentatie is van essentieel belang, en dit vereist dat er een goede basis wordt gelegd en deugdelijke bewijzen worden verschaft. Analoog hieraan is dat men de toehoorders helpt te redeneren door een gemeenschappelijke basis aan te houden, de punten voldoende te verklaren en ze doeltreffend toe te passen. Ook hiervoor biedt de Schrift richtlijnen.
15. (a) Hoe wekte Paulus de belangstelling en bracht hij een gemeenschappelijke basis tot stand toen hij op de Marsheuvel sprak? (b) Waaruit blijkt de logische, samenhangende opbouw in Paulus’ redevoering?
15 Deze spreekhoedanigheden treden duidelijk aan het licht in de vermaarde redevoering die de apostel Paulus op de Marsheuvel in het oude Athene hield (Handelingen 17:22-31). Met zijn inleiding trok hij de aandacht en bracht hij een gemeenschappelijke basis tot stand, want hij zei: „Mannen van Athene, ik zie dat gij in alle dingen meer dan anderen aan de vrees voor de godheden overgegeven schijnt te zijn.” Dit zal ongetwijfeld als een compliment op hen zijn overgekomen. Na gewag te hebben gemaakt van een altaar dat „Aan een onbekende God” was gewijd, ging Paulus over tot zijn logische, samenhangende opbouw en overtuigende argumentatie. Hij liet uitkomen dat deze God die zij niet kenden, „de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is”. Anders dan Athena of andere Griekse godheden ’woont hij niet in door handen gemaakte tempels en hoeft ook niet door mensenhanden te worden verzorgd’. Daarop gaf de apostel te kennen dat deze God ons leven heeft gegeven en ons niet in den blinde naar hem laat rondtasten. Vervolgens redeneerde Paulus dat onze Schepper, die de tijden van afgodische onwetendheid heeft voorbijgezien, ’de mensen overal zegt dat zij berouw moeten hebben’. Dit leidde op een logische wijze tot het punt dat ’God de bewoners der aarde in rechtvaardigheid zal oordelen door een man die hij heeft aangesteld en die hij uit de doden heeft opgewekt’. Aangezien Paulus „het goede nieuws van Jezus en de opstanding” had bekendgemaakt, wisten die Atheners dat deze Rechter Jezus Christus zou zijn. — Handelingen 17:18.
16. Hoe kan iemands bediening door Paulus’ redevoering op de Marsheuvel en door een opleiding op de theocratische bedieningsschool worden beïnvloed?
16 Paulus predikte op de Marsheuvel uiteraard niet van huis tot huis. Maar Jehovah’s Getuigen kunnen van zijn toespraak en de opleiding die zij op de theocratische bedieningsschool ontvangen, veel leren dat hun velddienst ten goede kan komen. Ja, dit alles draagt ertoe bij dat zij doeltreffender bedienaren worden, net zoals de door Paulus gebruikte logische opbouw en overtuigende argumentatie sommige van die Atheners overreedde om gelovigen te worden. — Handelingen 17:32-34.
Gebruik leerzame illustraties
17. Wat voor illustraties dienen in de bediening te worden gebruikt?
17 De theocratische bedieningsschool helpt Gods bedienaren ook om bij de van-huis-tot-huisprediking en in andere takken van hun bediening goede illustraties te gebruiken. Om belangrijke punten te beklemtonen, moeten eenvoudige illustraties worden gebruikt die van goede smaak getuigen. De Getuige dient ze aan bekende situaties te ontlenen en erop te letten dat hij de toepassing ervan duidelijk maakt. Jezus’ illustraties voldeden aan al deze eisen.
18. Hoe zou Mattheüs 13:45, 46 goed gebruikt kunnen worden in de bediening?
18 Beschouw bijvoorbeeld eens de volgende woorden van Jezus: „Het koninkrijk der hemelen [is] gelijk een reizende koopman die op zoek was naar zeer mooie parels. Toen hij één parel van grote waarde had gevonden, ging hij heen en verkocht dadelijk al wat hij had en kocht ze” (Mattheüs 13:45, 46). Parels zijn kostbare juwelen die in de schelpen van oesters en andere weekdieren worden gevonden. Maar slechts enkele parels zijn ’zeer mooi’. De koopman bezat het nodige onderscheidingsvermogen om de weergaloze waarde van deze ene parel te onderkennen en was bereid van al het andere afstand te doen om die te kunnen verwerven. Misschien zou deze illustratie bij een nabezoek of op een huisbijbelstudie gebruikt kunnen worden om aan te tonen dat iemand die werkelijk waardering heeft voor Gods koninkrijk zal handelen als die koopman. Zo iemand zal het Koninkrijk in zijn leven op de eerste plaats stellen, in het besef dat het elk offer waard is.
Besluit met motiverende aanmoediging
19. Wat dient in de van-huis-tot-huisbediening door het besluit van een toespraakje aan de huisbewoner duidelijk gemaakt te worden?
19 Op de theocratische bedieningsschool leert Gods volk ook dat het besluit van een toespraakje of een gesprek rechtstreeks verband moet houden met het thema en de toehoorders dient te tonen wat zij moeten doen en hen daartoe dient aan te moedigen. In de van-huis-tot-huisbediening moet de huisbewoner duidelijk worden getoond welke handelwijze er van hem wordt verwacht, zoals het aanvaarden van een op de bijbel gebaseerde publikatie of het toestemmen in een nabezoek.
20. Welk voortreffelijke voorbeeld van een motiverend besluit staat in Mattheüs 7:24-27?
20 Het besluit van Jezus’ bergrede verschaft een voortreffelijk voorbeeld. Door middel van een gemakkelijk te begrijpen illustratie toonde Jezus aan dat acht slaan op zijn woorden de verstandige handelwijze zou zijn. Hij besloot: „Een ieder daarom die deze woorden van mij hoort en ze doet, zal vergeleken worden met een beleidvol man, die zijn huis op de rots bouwde. En de regen stroomde neer en de stortvloeden kwamen en de winden waaiden en beukten tegen dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gegrondvest. Voorts zal een ieder die deze woorden van mij hoort en ze niet doet, vergeleken worden met een dwaas man, die zijn huis op het zand bouwde. En de regen stroomde neer en de stortvloeden kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis en het stortte in, en zijn ineenstorting was groot” (Mattheüs 7:24-27). Hoe goed toont dit aan dat Gods dienaren moeten proberen huisbewoners te motiveren!
21. Wat heeft onze bespreking geïllustreerd, maar wat dient te worden beseft?
21 De voorgaande punten illustreren hoe de theocratische bedieningsschool velen kan helpen bekwame Koninkrijksverkondigers te zijn. Natuurlijk is het in de eerste plaats aan God te danken als iemand voldoende bekwaam is (2 Korinthiërs 3:4-6). En hoe bekwaam de bedienaar ook mag zijn, niemand kan mensen overreden om gelovigen te worden tenzij ze door God, door bemiddeling van Christus, getrokken worden (Johannes 14:6). Toch dienen Gods dienstknechten zich beslist alle geestelijke voorzieningen die Jehovah heeft getroffen ten nutte te maken bij hun zoeken naar hen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten.
Wat zijn uw antwoorden?
◻ Wie zijn „de zuiveren van hart”, en hoe kunnen zij „God zien”?
◻ Welke factoren dienen in aanmerking genomen te worden bij het inleiden van de Koninkrijksboodschap in het van-huis-tot-huiswerk?
◻ Hoe kan in de bediening Gods Woord juist gehanteerd worden?
◻ Wat zal ertoe bijdragen in de velddienst logische, overtuigende toespraakjes te houden?
◻ Waar moet bij illustraties die in de bediening worden gebruikt, aan gedacht worden?
◻ Wat dient door het besluit van een in de prediking gebruikt toespraakje bereikt te worden?
[Illustratie op blz. 16]
Jezus zei dat ’de zuiveren van hart God zouden zien’. Wat betekende dit?
[Illustratie op blz. 18]
Schriftplaatsen dienen op een juiste wijze te worden ingeleid, met passende klemtoon te worden gelezen, en duidelijk en nauwkeurig te worden toegepast