Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Wat beweegt u ertoe God te dienen?
    De Wachttoren 1995 | 15 juni
    • 17. Vertel in het kort, met uw eigen woorden, de gelijkenis van de talenten.

      17 Beschouw Jezus’ gelijkenis van de talenten eens, zoals die in Mattheüs 25:14-30 opgetekend staat. Een man die op het punt stond naar het buitenland te reizen, ontbood zijn slaven en vertrouwde zijn bezittingen aan hen toe. „Hij gaf aan de een vijf talenten, aan een ander twee, aan weer een ander één, een ieder naar zijn eigen bekwaamheid.” Wat trof de meester aan toen hij terugkeerde om afrekening met zijn slaven te houden? De slaaf aan wie vijf talenten waren gegeven, had er nog vijf bij verworven. Zo had ook de slaaf aan wie twee talenten waren gegeven, er nog twee bij verworven. De slaaf aan wie één talent was gegeven, had het in de grond begraven en niets gedaan om de rijkdom van zijn meester te vermeerderen. Hoe beoordeelde de meester de situatie?

      18, 19. (a) Waarom vergeleek de meester de slaaf aan wie twee talenten waren gegeven, niet met de slaaf aan wie vijf talenten waren gegeven? (b) Wat leert de gelijkenis van de talenten ons over prijzende woorden en vergelijkingen? (c) Waarom werd de derde slaaf veroordeeld?

      18 Laten wij eerst de slaven eens beschouwen die respectievelijk vijf en twee talenten hadden ontvangen. Tot elk van deze slaven zei de meester: „Wel gedaan, goede en getrouwe slaaf!” Zou hij dit tegen de slaaf met de vijf talenten hebben gezegd als die er maar twee bij had verworven? Waarschijnlijk niet! Aan de andere kant zei hij niet tegen de slaaf die twee talenten had verworven: ’Waarom heb je er geen vijf verworven? Kijk toch eens naar je medeslaaf en hoeveel die voor mij heeft verworven!’ Nee, de meedogende meester, een afbeelding van Jezus, trok geen vergelijkingen. Hij vertrouwde de talenten toe aan „een ieder naar zijn eigen bekwaamheid”, en hij verwachtte niets meer terug dan wat een ieder kon geven. Beide slaven werden gelijkelijk geprezen, want beiden hadden van ganser harte voor hun meester gewerkt. Hieruit kunnen wij allen iets leren.

  • Wat beweegt u ertoe God te dienen?
    De Wachttoren 1995 | 15 juni
    • 20. Hoe beziet Jehovah onze beperkingen?

      20 Jehovah verwacht van een ieder van ons dat wij hem liefhebben met geheel onze kracht, maar wat is het hartverwarmend dat „hijzelf . . . zeer goed [weet] hoe wij zijn gevormd, gedachtig dat wij stof zijn”! (Psalm 103:14) Spreuken 21:2 zegt: „Jehovah toetst harten” — geen getalletjes. Hij begrijpt alle beperkingen waarover wij geen zeggenschap hebben, of ze nu van financiële, fysieke, emotionele of andere aard zijn (Jesaja 63:9). Terzelfder tijd verwacht hij van ons dat wij alle middelen die wij eventueel bezitten, zo goed mogelijk gebruiken. Jehovah is volmaakt, maar wanneer hij met zijn onvolmaakte aanbidders handelt, is hij geen perfectionist. Hij is noch onredelijk in zijn handelen noch onrealistisch in zijn verwachtingen.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen