TALITHA KOEMI
(Tali̱tha ko̱e̱mi).
De Semitische uitdrukking die Jezus Christus gebruikte toen hij het dochtertje van Jaïrus opwekte. De betekenis ervan is: „Meisje, ik zeg u: Sta op!” (Mr 5:41) In Griekse handschriften wordt deze uitdrukking verschillend getranscribeerd. Hoewel men over het algemeen gelooft dat het een Aramese uitdrukking is, zou op zijn minst het laatste deel („koemi”) volgens Vine’s Expository Dictionary of Old and New Testament Words (1981, Deel 4, blz. 109) hetzij Hebreeuws of Aramees zijn. De lexicograaf Gesenius leidt „talitha” af van het Hebreeuwse woord voor lam (ta·lehʹ). — A Hebrew and English Lexicon of the Old Testament, door Brown, Driver en Briggs, 1980, blz. 378.