18-20. (a) Wat motiveerde Jezus om zijn macht alleen ten goede te gebruiken? (b) Wat vind je van de manier waarop Jezus een dove man genas?

¹⁸ Jezus leek totaal niet op regeerders die hun macht gebruiken zonder te denken aan de behoeften en het leed van anderen. Jezus gaf om mensen. Als hij mensen zag die het moeilijk hadden, raakte dat hem zo diep dat hij ertoe werd bewogen hun lijden te verlichten (Mattheüs 14:14). Hij vond hun gevoelens en behoeften belangrijk, en daarom gebruikte hij zijn macht om ze te helpen. Een ontroerend voorbeeld daarvan staat in Markus 7:31-37.

¹⁹ Bij die gelegenheid kwam er een grote menigte naar Jezus toe. Ze brachten veel mensen bij hem die ziek waren, en hij genas ze allemaal (Mattheüs 15:29, 30). Maar er was één man voor wie Jezus speciaal aandacht had. De man was doof en kon nauwelijks praten. Misschien had Jezus gemerkt dat deze man zich heel nerveus of opgelaten voelde. Vol medegevoel nam Jezus de man mee naar een rustige plek — weg van de menigte. Toen gebruikte Jezus een paar gebaren om de man duidelijk te maken wat hij ging doen. ‘Hij stak zijn vingers in de oren van de man, spuugde en raakte de tong van de man aan’ (Markus 7:33).c Vervolgens keek Jezus omhoog naar de hemel en zuchtte diep. Op die manier maakte hij de man duidelijk: ‘Wat ik voor je ga doen, is te danken aan kracht van God.’ Ten slotte zei Jezus: ‘Ga open’ (Markus 7:34). Vervolgens werd het gehoor van de man hersteld en kon hij normaal praten.