Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w98 1/11 blz. 30-31
  • Jezus bracht tijd met kinderen door

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Jezus bracht tijd met kinderen door
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Kinderen bij Jezus welkom
  • Les voor ons
  • Jezus had tijd voor kinderen
    Ontwaakt! 1980
  • Hebt u „de zin van Christus”?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2000
  • Onze kinderen — Een kostbaar erfdeel
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2005
  • Hebt u de zin van Christus?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
w98 1/11 blz. 30-31

Zij deden Jehovah’s wil

Jezus bracht tijd met kinderen door

JEZUS’ drie en een half jaar durende bediening liep ten einde. Binnenkort zou hij Jeruzalem binnengaan en een gruwelijke dood sterven. Hij was zich terdege bewust van wat hem te wachten stond, want hij had tot zijn discipelen gezegd: „De Zoon des mensen zal in de handen der mensen overgeleverd worden, en zij zullen hem doden.” — Markus 9:31.

Jezus wilde elke dag, elk uur, elk resterende moment beslist ten volle benutten. Zijn discipelen hadden nog steeds aandacht nodig. Jezus besefte dat zij nog altijd krachtige vermaningen nodig hadden over de noodzaak nederig te zijn en het altijd aanwezige gevaar tot struikelen gebracht te worden (Markus 9:35-37, 42-48). Zij hadden ook onderricht nodig inzake huwelijk, echtscheiding en de ongehuwde staat (Mattheüs 19:3-12). Omdat Jezus wist dat hij weldra zou sterven, sprak hij ongetwijfeld kernachtig en met een gevoel van dringendheid tot zijn discipelen. De tijd was kostbaar, en dit maakte hetgeen Jezus vervolgens deed, des te opmerkelijker.

Kinderen bij Jezus welkom

Het bijbelse verslag zegt: „De mensen [kwamen] jonge kinderen bij hem brengen, opdat hij hen zou aanraken.” Toen de discipelen dit zagen, spraken zij hier onmiddellijk hun afkeuring over uit. Misschien redeneerden zij dat Jezus te belangrijk was of het te druk had om zich met kinderen bezig te houden. Stelt u zich dus de verbazing van de discipelen voor toen Jezus verontwaardigd werd op hen! „Laat de jonge kinderen bij mij komen”, zei hij tot hen. „Tracht niet hen tegen te houden, want aan hen die zijn zoals zij, behoort het koninkrijk Gods toe.” Vervolgens zei Jezus: „Voorwaar, ik zeg u: Wie het koninkrijk Gods niet ontvangt als een jong kind, zal er geenszins binnengaan.” — Markus 10:13-15.

Jezus zag bewonderenswaardige eigenschappen in kinderen. Zij zijn gewoonlijk weetgierig en goed van vertrouwen. Zij zullen datgene wat hun ouders zeggen aanvaarden en hen zelfs tegenover andere kinderen verdedigen. Hun ontvankelijke, leergierige aard verdient navolging door allen die Gods koninkrijk wensen binnen te gaan. Zoals Jezus zei „behoort het koninkrijk Gods toe” aan „hen die zijn zoals zij”. — Vergelijk Mattheüs 18:1-5.

Maar Jezus had niet louter ter wille van een illustratie contact met deze kinderen. Het verslag maakt duidelijk dat Jezus hen echt graag om zich heen had. Markus bericht dat Jezus „de kinderen in zijn armen [nam] en ging . . . zegenen, terwijl hij zijn handen op hen legde” (Markus 10:16). Alleen Markus’ verslag bevat het hartverwarmende detail dat Jezus ’de kinderen in zijn armen nam’.a Jezus overtrof aldus de verwachtingen van de volwassenen, die deze kinderen naar hem hadden gebracht opdat hij hen alleen maar zou „aanraken”.

Wat hield het in dat Jezus „zijn handen op [de kinderen] legde”? Er is hier geen sprake van een religieuze ceremonie, zoals een doop. Hoewel het opleggen van de handen bij sommige gelegenheden het verlenen van een aanstelling betekende, duidde het andere keren louter op het schenken van een zegen (Genesis 48:14; Handelingen 6:6). Jezus kan de kinderen dus eenvoudig een zegen geschonken hebben.

In ieder geval gebruikt Markus een sterker woord voor „zegenen” (ka·teu·loʹge·o), hetgeen op intensiteit duidt. Dit suggereert dat Jezus de kinderen vurig, teder en hartelijk zegende. Het is duidelijk dat hij kinderen niet als een tijdverslindende last beschouwde.

Les voor ons

De manier waarop Jezus zowel met kinderen als met volwassenen omging, was niet intimiderend en ook niet vernederend. „Hij moet gemakkelijk geglimlacht en blij gelachen hebben”, zegt een naslagwerk. Geen wonder dat mensen van alle leeftijden zich bij hem op hun gemak voelden. Wanneer wij over Jezus’ voorbeeld nadenken, kunnen wij onszelf afvragen: ’Vinden anderen mij gemakkelijk te benaderen?’ ’Kom ik over als iemand die het te druk heeft om met de bezigheden en zorgen van anderen lastig gevallen te worden?’ Door een oprechte belangstelling voor mensen te ontwikkelen, zullen wij ertoe bewogen worden om net als Jezus onszelf te geven. Anderen zullen onze oprechte belangstelling opmerken en zich tot ons aangetrokken voelen. — Spreuken 11:25.

Zoals uit Markus’ verslag blijkt, ging Jezus graag met kinderen om. Hij nam er kennelijk de tijd voor om hen tijdens hun spel te observeren, want in een van zijn illustraties verwees hij naar hun spelletjes (Mattheüs 11:16-19). Sommige van de kinderen die door Jezus werden gezegend, waren misschien te jong om te beseffen wie hij was en wat hij onderwees. Maar dit gaf hem niet het gevoel dat hij zijn tijd verdeed. Hij bracht tijd met kinderen door omdat hij hen liefhad. Waarschijnlijk werden vele van de kinderen die Jezus tijdens zijn bediening ontmoette, er later toe bewogen gunstig op zijn liefde te reageren door zijn discipelen te worden.

Als Jezus tijdens de beslissende laatste weken van zijn leven tijd met kinderen doorbracht, kunnen wij in ons drukke schema beslist tijd voor hen vrijmaken. Wij dienen hierbij in het bijzonder te denken aan degenen die speciale behoeften hebben, zoals de vaderloze jongens en meisjes. Ja, alle kinderen varen er wel bij wanneer zij aandacht ontvangen, en Jehovah wil graag dat wij hun alle liefde en hulp schenken waartoe wij in staat zijn. — Psalm 10:14.

[Voetnoot]

a Verschillende vertalingen zeggen dat hij hen „omarmde” of „omhelsde”. Er is ook een vertaling die zegt dat hij ’hen in de holte van zijn arm nam’.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen