-
GezantInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
GEZANT
In het bijbelse spraakgebruik een officiële vertegenwoordiger die door een heerser bij een bijzondere gelegenheid voor een speciaal doel werd uitgezonden. Gewoonlijk dienden oudere, rijpe mannen in deze hoedanigheid. Bijgevolg zijn de Griekse woorden pre·sbeuʹo (’als een gezant optreden’ [Ef 6:20], ’een gezant zijn’ [2Kor 5:20]) en pre·sbeiʹa („gezantschap” [Lu 14:32]) beide verwant aan het woord pre·sbuʹte·ros, dat „oudere man, oudste” betekent. — Han 11:30; Opb 4:4.
-
-
GezantInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
Jezus gebruikte ook het vrede bevorderende werk dat door een gezant wordt verricht, om te illustreren dat wij ieder afzonderlijk moeite moeten doen om vrede met Jehovah God te sluiten en alles moeten opgeven om in de voetstappen van zijn Zoon te treden teneinde Gods gunst en eeuwig leven te verkrijgen (Lu 14:31-33). In tegenstelling daarmee illustreerde hij hoe dwaas het is tot degenen te behoren die gezanten uitzenden om zich te verzetten tegen degene aan wie God koningsmacht verleent (Lu 19:12-14, 27). De Gibeonieten gaven een goed voorbeeld doordat zij tactvol en met succes om vrede smeekten. — Joz 9:3-15, 22-27.
-