Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w88 1/2 blz. 30-31
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wie gebruiken van de symbolen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
  • De belangrijkste viering van het jaar — Zult u er aanwezig zijn?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
  • ’Onderscheiden wat wij zijn’ — met de Gedachtenisviering
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • „Het brood des levens” voor iedereen beschikbaar
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
w88 1/2 blz. 30-31

Vragen van lezers

◼ Waarom gebruiken zo weinig getuigen van Jehovah tijdens de jaarlijkse viering van het Avondmaal des Heren van het brood en de wijn?

Dit komt omdat Jehovah’s Getuigen, in tegenstelling tot de kerken van de christenheid, de bijbelse leer aanvaarden dat een klein aantal mensen hemels leven zal ontvangen en de rest van Gods getrouwe dienstknechten met eeuwig leven op aarde beloond zal worden.

De kerken leren reeds zeer lang dat de hemel de beloning is voor allen die God behagen; de overigen gaan naar een hellevuur. De bijbel leert iets anders. De Schrift toont duidelijk aan dat slechts enkele mensen, zoals de apostelen, met Christus in de hemel zullen regeren. Jezus zei dat dezen een „kleine kudde” zouden vormen. Hun aantal bedraagt volgens de bijbel 144.000 (Lukas 12:32; Openbaring 14:3, 4). Velen die Jehovah getrouw hadden gediend en zijn goedkeuring hadden genoten, waren al gestorven voordat Jezus de weg tot hemels leven opende (Matthéüs 11:11; Hebreeën 10:19-21). En na het uitkiezen van de „kleine kudde” zijn nog miljoenen anderen ware christenen geworden. Aan al deze loyalen die niet tot de „kleine kudde” behoren, biedt de bijbel het vooruitzicht van eindeloos leven in een hersteld aards paradijs (Psalm 37:20, 29; Openbaring 21:4, 5). Maar waarom gebruiken zulke personen niet eveneens van het brood en de wijn? Jezus heeft te kennen gegeven dat alleen degenen die tot hemels leven zijn geroepen, degenen die in het nieuwe verbond zijn opgenomen, tijdens het Avondmaal des Heren van de symbolen dienen te gebruiken.

Natuurlijk is geloof in Jezus’ offer van het allergrootste belang voor allen die Gods vergeving wensen te ontvangen en de hoop koesteren op eeuwig leven, hetzij in de hemel of in een aards paradijs. Christus toonde dit aan in Johannes 6:51-54: „Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; als iemand [wie maar ook] van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid; . . . het brood dat ik zal geven, is mijn vlees ten behoeve van het leven der wereld [van de loskoopbare mensheid]. . . . Wie zich met mijn vlees voedt en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven.”

Het is evenwel opmerkenswaardig dat Jezus die woorden niet alleen tot zijn discipelen richtte. Een dag nadat Jezus op wonderbare wijze duizenden had gevoed, kwam de schare in de omgeving van Kapernaüm naar hem toe. Deze schare betrok hem in het gesprek waarin hij de woorden sprak die in Johannes 6:51-54 staan opgetekend. Jezus sprak dus niet in de eerste plaats tot discipelen toen hij zei dat hij het figuurlijke „brood [was] dat uit de hemel is neergedaald” en dat vooruitzichten op een duurzamer leven kan verschaffen dan het manna dat men in de wildernis had gegeten. — Johannes 6:24-34.

Wanneer u die oude ervaring in de wildernis beschouwt, bedenk dan wie uit Egypte in de wildernis waren gekomen. Het waren ’de zonen van Israël, ten getale van zeshonderdduizend fysiek sterke mannen te voet, ongerekend de kleinen, en een groot gemengd gezelschap’ (Exodus 12:37, 38; 16:13-18). Dit ’gemengde gezelschap’ omvatte Egyptenaren die met Israëlieten gehuwd waren en andere Egyptenaren die zich bij Israël hadden aangesloten. Zowel de Israëlieten als de leden van het ’gemengde gezelschap’ hadden manna nodig om in leven te blijven. Maar hadden de leden van het ’gemengde gezelschap’ dezelfde vooruitzichten als de Israëlieten? Neen, dat hadden zij niet. Ook al konden zij Jehovah te midden van de Israëlieten aanbidden en de hoop koesteren het Beloofde Land binnen te gaan, toch konden zij onder het Wetsverbond nooit koningen of priesters worden. Het eten van het letterlijke manna in de wildernis schonk iedereen dus niet dezelfde vooruitzichten.

Dit onderscheid moet u in gedachte houden als u nadenkt over wat Jezus ongeveer een jaar nadat hij de in Johannes 6:51-54 opgetekende woorden had uitgesproken, tot zijn discipelen zei. Bij deze latere gelegenheid beschreef Jezus een nieuw gebruik, waarbij letterlijk brood en letterlijke wijn betrokken waren, die zijn vlees en bloed zouden symboliseren. Toen Jezus de viering van het Avondmaal des Heren instelde, zei hij tot zijn intieme volgelingen: „Deze beker betekent het nieuwe verbond krachtens mijn bloed, dat ten behoeve van u vergoten zal worden.” Tot hetzelfde kleine groepje apostelen zei hij verder nog: „Gij zijt degenen die in mijn beproevingen steeds bij mij zijt gebleven; en ik sluit een verbond met u, evenals mijn Vader een verbond met mij heeft gesloten, voor een koninkrijk, opdat gij in mijn koninkrijk aan mijn tafel moogt eten en drinken, en op tronen moogt zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen.” — Lukas 22:20, 28-30.

Merk op grond van deze later uitgesproken woorden op dat de in „het nieuwe verbond” opgenomen discipelen degenen waren die het letterlijke brood als symbool van Jezus’ lichaam zouden eten en de letterlijke wijn als symbool van zijn bloed zouden drinken. Deze discipelen zouden ook in een ander verbond worden opgenomen, een verbond dat Jezus met hen zou sluiten opdat zij samen met hem ’in zijn koninkrijk’ zouden kunnen regeren. Jezus doelde hier duidelijk op degenen die ’tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God gemaakt zouden worden om als koningen over de aarde te regeren’ (Openbaring 5:10). In de eerste eeuw maakte God er een begin mee de 144.000 mederegeerders in het hemelse koninkrijk uit te kiezen. De christenen in Korinthe behoorden tot die groep, want zij werden beschreven als personen die „geheiligd [waren] in eendracht met Christus Jezus, geroepen om heiligen te zijn” (1 Korinthiërs 1:2; vergelijk Romeinen 1:7; 8:15-17). Deze „heiligen” moesten aan het Avondmaal des Heren deelnemen en met waardering gebruiken van de symbolen, het brood en ook de wijn, die „het nieuwe verbond krachtens [zijn] bloed” betekent. — 1 Korinthiërs 11:23-26.

Thans is er nog slechts een klein overblijfsel van degenen die door God voor hemels leven zijn uitgekozen, op aarde. Alleen zulke in „het nieuwe verbond” opgenomen personen zijn gemachtigd om tijdens de jaarlijkse Gedachtenisviering van de symbolen, het brood en de wijn, te gebruiken.

Natuurlijk weten alle ware christenen in deze tijd die ernaar uitzien eeuwig onder de Koninkrijksheerschappij op aarde te leven, dat dit mogelijk is door geloof te stellen in Jezus’ offer. Zoals Jezus tot de schare zei, is hij „het levende brood dat uit de hemel is neergedaald” (Johannes 6:51). Dit wil echter niet zeggen dat zij die de aardse hoop hebben, van de letterlijke Gedachtenissymbolen dienen te gebruiken, want zij zijn niet in „het nieuwe verbond” opgenomen, en ook niet in het verbond met Jezus om ’in zijn koninkrijk te zijn en op tronen te zitten’.

Daarom gebruikt deze grote groep personen met een aardse hoop niet van de symbolen — het brood en de wijn. Maar dit duidt in geen enkel opzicht op gebrek aan geloof in of waardering voor Jezus’ lichaam en bloed. Wegens hun diepe waardering voor zijn offer en hun schitterende aardse vooruitzichten zijn zij elk jaar dan ook zeer beslist als respectvolle waarnemers aanwezig bij de viering van het Avondmaal des Heren. Aldus geven zij blijk van hun eigen geloof en leveren zij het verheugende bewijs dat het overblijfsel van de „kleine kudde” en de talrijke „andere schapen” in een hartverwarmende eenheid verbonden zijn. — Johannes 10:16.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen