Een samengesteld teken met veel onderdelen
Het einde van de wereld — Hoe nabij?
EEN fabel uit India gaat over zes blinde mannen uit Indostan die een olifant gingen bekijken. De eerste betastte zijn flank en zei: „Lieve hemel! de olifant lijkt op een muur!” De tweede betastte zijn slagtand en zei: „Een olifant lijkt op een speer!” De derde betastte zijn slurf en zei: „De olifant lijkt op een slang!” De vierde stak zijn hand uit en voelde zijn knie en zei: „Het is zonneklaar dat de olifant op een boom lijkt!” De vijfde betastte zijn oor en zei: „Dit wonder van een olifant lijkt op een waaier!” De zesde kreeg zijn staart te pakken en zei: „Mijns inziens lijkt de olifant op een touw!” De zes blinde mannen redetwistten lang en heftig over het uiterlijk van een olifant maar geen van hen gaf een correcte beschrijving. De onvolledige informatie leverde geen volledig beeld op.
Een soortgelijk probleem doet zich voor bij het identificeren van het teken van Christus’ wederkomst. In antwoord op de vraag van zijn discipelen: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?”, antwoordde Jezus: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk; en er zullen grote aardbevingen zijn, en in de ene plaats na de andere pestilenties en voedseltekorten” (Mattheüs 24:3; Lukas 21:10, 11). Maar wanneer alleen die dingen worden genoemd als bewijs dat Christus in 1914 is wedergekomen, werpen mensen tegen: „Oorlogen, hongersnoden, pestilenties en aardbevingen zijn er toch altijd geweest!” En zij hebben gelijk.
Deze paar dingen — hoewel ze een tot dusver ongekende ellende teweegbrengen — zijn voor veel mensen niet voldoende als bewijs voor Christus’ wederkomst; er is meer nodig om het teken compleet en onmiskenbaar te maken. Wanneer aankondigingen dat het einde van de wereld nabij is op basis van karige bewijzen worden gedaan, op basis van slechts één of een paar van de onderdelen van het teken die worden gezien, is een vals alarm het gevolg. Alle bijzonderheden die Jezus met betrekking tot zijn wederkomst gaf, moeten te zien zijn, niet slechts één ervan of een paar. Als kenmerkend voor zijn tegenwoordigheid gaf hij een samengesteld teken, een teken dat uit voldoende onderdelen bestaat om het zeker te maken, een combinatie van verscheidene uiteenlopende onderdelen die, allemaal samengenomen, het onmiskenbaar maken.
Beschouw als voorbeeld van een samengesteld teken eens het teken dat in de bijbel wordt gegeven om Jezus bij zijn eerste komst te identificeren als de Messias. Het omvatte veel gebeurtenissen met betrekking tot de Messias die in de Hebreeuwse Geschriften werden vermeld. Jezus had zijn discipelen over sommige van deze teksten verteld, maar zij hadden de strekking ervan niet begrepen. De discipelen wilden, net als de joden in het algemeen, een Messias die Rome omver zou werpen en de wereld zou regeren met hen als mederegeerders. Toen hij stierf, waren zij dan ook verbijsterd en ontredderd. Nadat Jezus uit de doden was opgestaan, kwam hij met hen bijeen en zei: „’Dit zijn mijn woorden die ik tot u sprak toen ik nog bij u was, dat alle dingen die in de wet van Mozes en in de Profeten en de Psalmen over mij geschreven staan, vervuld moesten worden.’ Toen opende hij hun verstand volledig zodat zij de betekenis van de Schriften begrepen.” — Lukas 24:44, 45.
Volgens de Kingdom Interlinear-vertaling van vers 45 deed Jezus dit door „het samenvoegen van de schriftplaatsen” uit het Hebreeuwse gedeelte van de bijbel waarin de gebeurtenissen en omstandigheden uit het leven van de beloofde Messias werden voorzegd, en hij combineerde ze met de gebeurtenissen uit zijn eigen leven die er een vervulling van waren. Later paste de apostel Paulus dezelfde methode toe toen hij „door middel van verwijzingen verklaarde en bewees” dat Jezus de Messias was (Handelingen 17:3). Opnieuw is het de Kingdom Interlinear die de gang van zaken verduidelijkt door te zeggen dat hij dit deed door de Messiaanse profetieën in de Hebreeuwse Geschriften „grondig te openen en [ze] te stellen naast” de gebeurtenissen uit Jezus’ leven die er een vervulling van waren. Het bijgaande kader vermeldt de essentie van veel van deze Hebreeuwse profetieën die door de gebeurtenissen in Jezus’ leven werden vervuld en die bewezen dat hij de voorzegde Messias was. Het illustreert wat een samengesteld teken wil zeggen.
Het samengestelde teken van Christus’ tegenwoordigheid
Net zo’n samengesteld teken kenmerkt de tijd van Jezus’ tweede komst of, nauwkeuriger gezegd, zijn tegenwoordigheid. Het Griekse woord pa·rouʹsi·a, dat in Mattheüs 24:3 in veel vertalingen met „komst” wordt weergegeven, duidt niet op een tijd waarin hij zou komen of arriveren, maar betekent dat hij reeds gekomen is en aanwezig, tegenwoordig is. In Jezus’ geval wil dat zeggen dat hij onzichtbaar aanwezig is als Jehovah’s op de troon geplaatste Koning en vanuit de hemel regeert. Dit is in overeenstemming met Jezus’ verklaring in Johannes 14:19: „Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer aanschouwen.” Daar hij niet lichamelijk zichtbaar zou zijn, gaf hij een teken waaruit zijn wederkomst en onzichtbare tegenwoordigheid als Jehovah’s regerende Koning zouden blijken.
Het teken dat hij gaf, werd niet gevormd door slechts één element of een paar elementen. Het bestond uit talrijke elementen, die met elkaar als een samengesteld teken beschouwd moesten worden, net als dat met het samengestelde teken ten tijde van zijn eerste komst als Messias het geval was. Zo geeft hij met veel kenmerken of gebeurtenissen onmiskenbaar zijn huidige onzichtbare tegenwoordigheid te kennen als Jehovah’s regerende Koning, die weliswaar in de hemel zetelt, maar zijn macht en invloed ook aanwendt voor de aardse aangelegenheden. Een vals alarm kan het gevolg zijn wanneer slechts één of twee van deze elementen beklemtoond worden in plaats van de vele onderdelen die met elkaar het samengestelde teken vormen. Het is als met de zes blinden uit Indostan, die allemaal tot een verkeerde conclusie kwamen doordat zij slechts één lichaamsdeel van de olifant hadden betast.
De vervulling van dit samengestelde teken dat Jezus heeft gegeven en van enkele aanvullende toestanden die door drie van de apostelen zijn voorzegd, begon op een opmerkelijke manier vanaf 1914. Hier volgt een samenvatting van deze uiteenlopende onderdelen samen met hun vervulling.
„Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk” (Mattheüs 24:7). De Eerste Wereldoorlog begon in 1914; er waren 28 naties bij betrokken en er vielen 14 miljoen doden. De Tweede Wereldoorlog volgde met 59 betrokken naties en 50 miljoen doden.
„In de ene plaats na de andere pestilenties” (Lukas 21:11). Toen de Eerste Wereldoorlog eindigde, overleden circa 21 miljoen mensen aan de Spaanse griep. Sindsdien hebben hartkwalen, kanker, AIDS en andere pestilenties honderden miljoenen slachtoffers geëist.
’Er zullen voedseltekorten zijn’ (Mattheüs 24:7). De grootste hongersnood aller tijden voltrok zich na de Eerste Wereldoorlog. Een andere verschrikkelijke hongersnood volgde na de Tweede Wereldoorlog, en nu is een vijfde van de wereldbevolking ondervoed. Jaarlijks sterven zo’n 14 miljoen kinderen door ondervoeding.
„Er zullen grote aardbevingen zijn” (Lukas 21:11). Beschouw eens enkele van de grootste aardbevingen na 1914. In 1915 in Italië: 32.610 doden; 1920, China: 200.000 doden; 1923, Japan: 143.000 doden; 1939, Turkije: 32.700 doden; 1970, Peru: 66.800 doden; 1976, China: 240.000 (volgens sommigen 800.000) doden; 1988, Armenië: 25.000 doden.
„Toenemen der wetteloosheid” (Mattheüs 24:12). De wetteloosheid is sinds 1914 hand over hand toegenomen; nu groeit ze schrikbarend. Moorden, verkrachtingen, berovingen, bendenoorlogen — ze beheersen de krantekoppen en vullen de nieuwsuitzendingen. Politici bedriegen het publiek, tieners dragen wapens en doden daarmee, schoolkinderen bestelen elkaar. In veel gebieden is het zelfs overdag niet veilig op straat.
„Radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen” (Lukas 21:25, 26). Misdaad, geweld, drugsverslaving, ontwrichte gezinnen, economische instabiliteit, werkloosheid — de lijst is lang en groeit. Een vooraanstaand wetenschapper schreef: „Wij zullen in vrees eten, in vrees slapen, in vrees leven en in vrees sterven.”
’In de laatste dagen kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen’ (2 Timotheüs 3:1). De apostel Paulus sprak over mensen die „elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren” (Efeziërs 4:19). Hij weidde echter uit over de morele ineenstorting die hij voor „de laatste dagen” voorzei. Het klinkt als de nieuwsuitzendingen van vandaag de dag: „Weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten; en keer u af van dezen.” — 2 Timotheüs 3:1-5.
’In de laatste dagen zullen er spotters komen’ (2 Petrus 3:3). Kranten, journaals, tijdschriften, boeken en films wijzen de bijbel smalend af en propageren in plaats daarvan vrijdenkerij. Er wordt gezegd, zoals Petrus voorzei: „Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem? Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping.” — 2 Petrus 3:4.
„De mensen [zullen] de hand aan u slaan en u vervolgen” (Lukas 21:12). Vanaf 1914 zijn Jehovah’s Getuigen door de jaren heen wreed gearresteerd, ten onrechte veroordeeld, door het gepeupel aangevallen en bij duizenden in Hitlers concentratiekampen geworpen, waar zij werden gemarteld en velen werden gedood, sommigen beestachtig door onthoofding. In andere landen, zowel in dictaturen als in democratieën, is hun werk, het getuigen van Jehovah en zijn koninkrijk, verboden en zijn de Getuigen in de gevangenis gezet. Dit alles als een vervulling van Jezus’ woorden over de laatste dagen. — Mattheüs 5:11, 12; 24:9; Lukas 21:12; 1 Petrus 4:12, 13.
„Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt” (Mattheüs 24:14). Welk goede nieuws? Het goede nieuws dat Christus’ koninkrijk vanuit de hemel is gaan regeren, want daarover ging de aan Jezus gestelde vraag die met zijn profetie over het samengestelde teken van die gebeurtenis werd beantwoord. Het is sinds 1914 door Jehovah’s Getuigen gepredikt. In 1919 werd het door vierduizend Getuigen gedaan, in 1990 door ruim vier miljoen en in 1992 in één maand door 4.472.787. In 229 gebieden werd bijbelse lectuur verspreid, in zo’n 200 talen. Nooit eerder is dit onderdeel van het samengestelde teken vervuld.
’Het verderven van de aarde’ (Openbaring 11:18). Hebzuchtige mensen zijn altijd bereid geweest de aarde te verderven uit winstbejag, maar vóór deze generatie zijn zij daartoe nooit bij machte geweest. Nu, sinds 1914, zijn zij er door de moderne technologie toe in staat en door die te misbruiken, verderven zij de aarde inderdaad.
Hier volgen enkele van de afschuwelijke gevolgen: zure regen, opwarming van de aarde, gaten in de ozonlaag, gevaarlijke pesticiden, gifbelten, afvalbergen, kernafval, olielozingen, lozingen van ongezuiverd afvalwater, dode meren, vernielde bossen, verontreinigd grondwater, bedreigde soorten en schade aan de gezondheid van de mens.
De wetenschapper Barry Commoner zegt: „Ik geloof dat als het vervuilen van de aarde ongehinderd doorgaat, deze planeet uiteindelijk een plaats zal worden die ongeschikt is voor menselijk leven. . . . Het probleem ligt niet in wetenschappelijke onkunde, maar in opzettelijke hebzucht.” In State of the World 1987 wordt gezegd: „De omvang van de menselijke activiteiten is een bedreiging geworden voor de bewoonbaarheid van de aarde zelf.” Een televisieserie die in 1990 in de Verenigde Staten werd uitgezonden, droeg de veelzeggende titel: „Wedloop om de planeet te redden”.
Dat al deze gebeurtenissen met elkaar zich als één teken in één generatie afspelen, kan beslist niet als toeval worden afgedaan. De omvang ervan legt ook gewicht in de schaal. En sommige van deze activiteiten, zoals de wereldomvattende prediking van het goede nieuws en het verderven van de aarde, hebben zich sinds het begin der schepping nog nooit voorgedaan. Het samengestelde teken van de tegenwoordigheid van Christus Jezus is overweldigend.
„Wie oren heeft om te luisteren, hij luistere.” — Markus 4:23.
[Kader op blz. 7]
Samengesteld bewijs voor Jezus’ eerste komst als Messias
GEBOREN in de stam Juda (Genesis 49:10); zou worden gehaat, verraden door een van zijn apostelen; lot geworpen over zijn kleding; azijn en gal gegeven; beschimpt aan de paal; geen beenderen gebroken; zag geen verderf; opgewekt uit de doden (Psalm 69:4; 41:9; 22:18; 69:21; 22:7, 8; 34:20; 16:10); geboren uit een maagd; familie van David; steen der struikeling; verworpen; zweeg voor aanklagers; nam ziekten op zich; onder zondaars gerekend; offerandelijke dood; zijde doorstoken; bij de rijken begraven (Jesaja 7:14; 11:10; 8:14, 15; 53:3; 53:7; 53:4; 53:12; 53:5; 53:9); uit Egypte geroepen (Hosea 11:1); geboren in Bethlehem (Micha 5:2); begroet als koning; rijdend op een ezel; verraden voor 30 zilverstukken; volgelingen verstrooid. — Zacharia 9:9; 11:12; 13:7.
[Kader op blz. 8]
Samengesteld teken voor Jezus’ koninklijke tegenwoordigheid bij tweede komst
WERELDOORLOGEN; voedseltekorten; pestilenties; aardbevingen (Mattheüs 24:7; Lukas 21:10, 11; Openbaring 6:1-8); toegenomen wetteloosheid; verraden en haten elkaar; ongehoorzaam aan ouders; geen natuurlijke genegenheid; zonder zelfbeheersing; niet ontvankelijk voor enige overeenkomst; gesteld op geld; meer liefde voor genoegens dan voor God; vorm van godvruchtige toewijding maar missen de kracht ervan; lasteraars; heftig; vervolgen Christus’ volgelingen; brengen volgelingen voor het gerecht en doden Christus’ volgelingen (Mattheüs 24:9, 10, 12; Lukas 21:12; 2 Timotheüs 3:1-5); spotten met Jezus’ tegenwoordigheid; zeggen dat alles net zo blijft als sinds het begin der schepping (2 Petrus 3:3, 4); verwoesten het milieu. — Openbaring 11:18.