Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g94 8/5 blz. 26-27
  • Is het verkeerd om te treuren?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is het verkeerd om te treuren?
  • Ontwaakt! 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zij treurden
  • ’Niet bedroefd gelijk de overigen’
  • Ondanks verdriet zijn wij niet zonder hoop
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Is rouwen verkeerd?
    Ontwaakt! 2001
  • Een zekere hoop voor de doden
    Wanneer iemand die u dierbaar is, sterft
  • Miljoenen gestorvenen zullen weer leven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
Meer weergeven
Ontwaakt! 1994
g94 8/5 blz. 26-27

De zienswijze van de bijbel

Is het verkeerd om te treuren?

„IK HEB EEN VAST GELOOF IN DE OPSTANDINGSHOOP EN IK DACHT DAT HET VERKEERD ZOU ZIJN MIJN VERDRIET IN HET BIJZIJN VAN ANDEREN TE UITEN, DAT IK HUN DAARMEE REDEN ZOU GEVEN TE BETWIJFELEN OF IK DIE VASTE HOOP HAD. IK DACHT DAT ALS IK ECHT IN DE OPSTANDING GELOOFDE, IK NIET ZO ONDER HET VERLIES GEBUKT ZOU GAAN.” — CHARLENE, RUIM 21 JAAR EEN GEDOOPT CHRISTEN.

WANNEER iemand van wie u houdt sterft, kunnen er gevoelens en reacties bij u opkomen die u niet verwacht had — angst, boosheid, schuldgevoel en neerslachtigheid. Voor de christen kan de bijbelse hartverwarmende belofte van een opstanding van de doden tot leven op een paradijsaarde onder Gods Koninkrijksregering, de slag wat helpen verzachten (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15; Openbaring 21:1-4). Maar zoals uit Charlenes woorden blijkt, gaan sommige christenen wanneer er een beminde sterft onder een onnodige last gebukt — het gevoel dat het verkeerd is te rouwen, dat treuren op de een of andere manier een gebrek aan geloof in de bijbelse opstandingsbelofte verraadt.

Wat zegt de bijbel echter over treuren? Is het verkeerd om te rouwen wanneer een beminde sterft?

Zij treurden

Het geloof van Abraham is bekend. Toen hij op de proef werd gesteld, ’heeft hij zijn zoon Isaäk zo goed als geofferd’ (Hebreeën 11:17; Genesis 22:9-13). Kennelijk was er voor die tijd nooit iemand uit de doden opgewekt, maar Abraham geloofde dat God zijn zoon zo nodig „zelfs uit de doden kon opwekken” (Hebreeën 11:19). Een jaar of twaalf nadat Abrahams geloof op de proef was gesteld, stierf zijn vrouw, Sara. Hoe reageerde die gelovige man? De bijbel verklaart dat hij „naar binnen [ging] om over Sara te weeklagen en haar te bewenen” (Genesis 23:2).a Ja, de man die geloofde dat God de doden kon opwekken, treurde openlijk. Toch wordt Abraham genoemd als een bijzonder voorbeeld van geloof. — Hebreeën 11:8-10.

Een van de aangrijpendste voorbeelden van openlijk treuren om het verlies van een beminde was Jezus Christus zelf. Over de dood van Lazarus, een heel goede vriend van Jezus, lezen wij: „Toen Maria dan op de plaats aankwam waar Jezus zich bevond, viel zij zodra zij hem zag, aan zijn voeten neer en zei tot hem: ’Heer, indien gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn.’ Toen Jezus haar dan zag wenen en de joden die met haar waren meegekomen, zag wenen, zuchtte hij in de geest en werd verontrust; en hij zei: ’Waar hebt gij hem gelegd?’ Zij zeiden tot hem: ’Heer, kom en zie.’ Jezus liet zijn tranen de vrije loop.” — Johannes 11:32-35.

Het is werkelijk hartverwarmend te zien dat de volmaakte Zoon van God zich er niet voor schaamde openlijk te treuren. Het woord in de oorspronkelijke taal dat met „liet zijn tranen de vrije loop” is weergegeven (daʹkru·o), betekent „stil tranen vergieten”. Het opmerkelijke is, dat Jezus al eerder twee personen had opgewekt — de zoon van de weduwe uit Naïn en het dochtertje van Jaïrus — en het alleszins in zijn bedoeling lag Lazarus op te wekken (Lukas 7:11-15; 8:41, 42, 49-55; vergelijk Johannes 11:11). Enkele ogenblikken daarvoor had hij tegen Martha gezegd: „Ik ben de opstanding en het leven. Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen” (Johannes 11:25). Niettemin werd Jezus zo door intense emoties overmand, dat de tranen hem over de wangen liepen.

Er is iets wat nog veel meer gewicht in de schaal legt. Jezus is „de nauwkeurige afdruk van zijn [Jehovah’s] wezen” (Hebreeën 1:3). Jezus’ intense medegevoel bij het verlies van een beminde in de dood schildert daarom een ontroerend beeld van onze hemelse Vader, Jehovah. Het laat ons een God zien wiens hart van smart ineenkrimpt om het verdriet van zijn dienstknechten. — Vergelijk Psalm 56:8.

Het is dus duidelijk dat het niet verkeerd is om te treuren wanneer iemand die u liefhebt sterft. Abraham weeklaagde om de dood van Sara. Jezus gaf openlijk uiting aan zijn verdriet toen Lazarus stierf. Jehovah God begrijpt ons verdriet omdat ’hij hart voor ons heeft’. — 1 Petrus 5:7, Herziene Willibrordvertaling, 1992 (Het Nieuwe Testament).

Hoe staat het nu echter met de christelijke hoop? Verandert die iets aan de zaak?

’Niet bedroefd gelijk de overigen’

Toen sommigen in de eerste-eeuwse christelijke gemeente in Thessalonika treurden om het verlies van medegelovigen, probeerde de apostel Paulus hen te troosten. Hij schreef: „Bovendien, broeders, willen wij niet dat gij onwetend zijt betreffende hen die in de dood slapen, opdat gij niet bedroefd zijt gelijk de overigen, die geen hoop hebben” (1 Thessalonicenzen 4:13). Ja, degenen die vertrouwen stellen in Gods belofte de doden op te wekken, zijn veel beter af dan degenen die de opstandingshoop niet bezitten.b Hoe dat zo?

Mensen die de opstandingshoop niet bezitten, zijn vertwijfeld wanneer zij met de dood geconfronteerd worden. Zelfs als zij zeggen in een soort hiernamaals te geloven, blijken weinig mensen daar enige werkelijke troost uit te putten. Bij vele anderen wordt het verdriet niet alleen veroorzaakt door het feit dat hun beminden door de dood van hen gescheiden zijn, maar ook door het feit dat voor hen de scheiding blijvend is. Doordat zij geen duidelijk begrip van een opstanding hebben, begraven zij met hun beminden ook hun hoop; het is hun overtuiging dat zij hen nooit terug zullen zien. — Vergelijk 1 Korinthiërs 15:12-19, 32.

Voor ware christenen ligt de zaak echter anders. De dood, zo legde Paulus uit, is als een slaap — niet alleen omdat het een toestand van niet-bewustzijn is die op een diepe slaap lijkt, maar ook omdat het mogelijk is er door middel van een opstanding uit te ontwaken (Psalm 13:3; Prediker 9:5, 10). Die op de bijbel gebaseerde hoop maakt verschil.

Wanneer de christen een beminde in de dood verliest, ervaart hij het gemis van het gezelschap, het verlies van een vertrouwd gezicht, de afwezigheid van een geliefde stem even intens als ongelovigen. De opstandingshoop maakt het hart niet gevoelloos. Het rouwen wordt er echter wel door getemperd, wordt wat evenwichtiger. Nee, die hoop neemt de behoefte aan treuren niet weg, maar ze kan de pijn wel veel gemakkelijker te dragen maken.

[Voetnoten]

a Over het Hebreeuwse woord dat met „weeklagen” is weergegeven, verklaart het Theological Wordbook of the Old Testament: „Allen die het verlies van de overledene betreurden, kwamen hun verdriet dan delen met de leden van het gezin. . . . Het rouwen ging vaak gepaard met schrille kreten of luid gejammer.” Over het Hebreeuwse woord voor „bewenen” zet hetzelfde werk uiteen: „Terwijl tranen worden geassocieerd met de ogen, wordt bewenen geassocieerd met de stem; Semieten wenen niet zachtjes maar luid. . . . Overal in het O[ude] T[estament] is wenen het natuurlijk en spontaan uiting geven aan krachtige gevoelens.”

b De eerste-eeuwse christenen aan wie Paulus schreef, hadden de hoop op een opstanding tot leven in de hemel, waar zij als mederegeerders van Christus zouden dienen (1 Thessalonicenzen 4:14-17; vergelijk Lukas 22:29, 30). Paulus moedigde hen dus aan elkaar te troosten met de hoop dat bij Christus’ tegenwoordigheid de getrouwen onder hen die gestorven waren, een opstanding zouden krijgen en met Christus en elkaar verenigd zouden worden. Voor de grote meerderheid van degenen die sterven, bevat de bijbel echter de hoop op een opstanding in een hersteld aards paradijs. — Johannes 5:28, 29; Openbaring 21:1-4.

[Illustratieverantwoording op blz. 26]

Jean-Baptiste Greuze, Le fils puni (detail), het Louvre, © foto R.M.N.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen